In onderstaande reactie geeft Leen van Zelderen zijn visie op de voordelen van de biologisch-dynamische veehouderij in relatie tot de reguliere veehouderij en bovenop een discutabele gezondheidsclaim.
Hij pleit voor een genuanceerde kijk op het begrip "biologisch" en relativeert het gebruik van keurmerken en hekelt gentechnologie. Leen van Zelderen is bio-dynamisch veehouder in Jouswier (Fr).
Hij en zijn vrouw maken zelf kaas op hun boerderij de Marlannen.
Via ingezamelde 'Green Smiles' heeft hij meegedaan aan de actie 'Bomen voor Koeien'.
Op zijn bedrijf zijn oud-Hollandse bomen geplant, mede als bescherming van zijn dieren tegen de felle zon in de zomer.
De biologische land- en tuinbouw blijkt, hoe je het ook wendt of keert, een van de modernste vormen van land- en tuinbouw.
Steeds meer worden kennis en werkwijzen -of het nu gaat om fokkerijdoelen bij rundvee, dierwelzijnvraagstukken
of bodemvruchtbaarheidsproblematiek- uit de biologische land- en tuinbouw geïntegreerd in de gangbare sector.
Ook de overheid neemt de biologische sector serieus: ik
kan geen bedrijfstak van vergelijkbare grootte bedenken
die net zo veel pr via overheidswege bewerkstelligt. Nadeel
van al die publiciteit en belangstelling is dat een ieder
zijn of haar zegje over deze bedrijfstak schijnt te moeten
ventileren. Er is een bepaalde categorie mensen die het
liefst alle biologische boeren met hun aanhang en consumenten
van natuurvoeding, omdat ze niet passen in de huidige
kapitalistisch ingestelde wereldorde, naar een eiland
willen deporteren. Welnu, er zijn naar ik meen in de Duitse
bocht nog enkele waddeneilanden waar geen gemotoriseerd
verkeer mag plaatsvinden. Wellicht kunnen we daar met
z'n allen, levend als biodynamische Amish in lemen hutten
en gebruikmakend van paardentram en ossenploeg onze eigen
maatschappij creëren.
Laat ook duidelijk zijn dat het bijna bij elke rapportage
over biologische landbouw aangehaalde aandeel van 10%
biologisch van het totale Nederlandse landbouwareaal in
2010 geen uitvinding is van de EKO en Demeter boeren zelf.
Niet dat de boeren niet willen omschakelen: er is m.i. geen bedrijfstak te vinden die zo op veranderingen heeft
weten in te spelen als de landbouw. De mensen die de malaise
in de landbouw willen verklaren hebben in hun speurtocht
naar een zondebok nu de biologische sector gevonden. Want
daar gaat het toch ook niet echt meer van een leien dakje:
veel boeren & tuinders, aangelokt door omschakelpremies,
zijn het beu om met hun producten nog langer bij de verwerkers
op de wachtlijst te staan en zetten hun producten weer
op de gangbare markt af. Maar het geeft degene die de
Ekosector in het verdomhoekje willen zetten, wel weer
wat sterkere argumenten. Om echter de consument van natuurvoeding
hiervoor een schuldgevoel aan te smeren is me wat al te
erg: wees gerust, ook in de gangbare land- en tuinbouw
werkt men ook niet uitsluitend van 9 tot 5 en zijn werkweken
van meer als 70 uur eerder regel dan uitzondering. Veel
mensen vinden nu dat er meer biologisch moet worden gegeten.
Los van het feit of de biologische sector dit wel wil,
is de vraag of men hiervoor loze verkooppraatjes moet
gaan gebruiken, dan wel er een gezondheidsclaim aan hangen.
Keuzevrijheid moet echter een sterk punt zijn en blijven
voor de consument. Net zo min als de gangbare sector hun
klanten met het mes op de keel kan bevelen "gij zult
gentech voedsel eten, want onder een bepaald percentage
zetten we het niet op het etiket".
Je kunt en mag de mensen niet dwingen. Hoewel
het natuurlijk van de gekke is dat de consument welhaast
wetenschappelijk bewijs nodig heeft om de slechtheid in
te zien van chemische bestrijdingsmiddelen. En de biologisch
en biologisch-dynamisch werkende boeren zien wat betreft
het fenomeen gezondheidsclaim de bui al weer hangen. Want
komen er -naar Amerikaans voorbeeld- schadeclaims m.b.t.
het niet waarmaken van de gezondheidsclaim, op wie worden
dan de schadeposten uiteindelijk weer verhaald? Werkt
het net zo als bij reguliere missers in de levensmiddelenindustrie
en is de primaire producent uiteindelijk weer de dupe?
Als men de biologische sector wil gaan zien als milieuvriendelijk
is hier meer winst uit te behalen dan menig toegevoegde
gezondheidswaarde. "Er zijn toch zat middeltjes die
zeggen dat ze mij gezond houden, vitaminepillen, spoorelementenpillen,
gezondmakende afslankmiddelen, dus waarom zou ik zo'n
duur biologisch product kopen als met een paar pilletjes
hetzelfde is te bereiken en dan veel goedkoper?"
is een veelgemaakte opmerking. Ook is de consument zich
steeds bewuster van het feit dat wat van ver komt helemaal
niet lekkerder hoeft te zijn.
Er is een hele categorie mensen die niets geven om een
biologisch keurmerk, maar meer gaan voor vertrouwd kopen.
Eveneens on-kapitalistisch (want er valt voor minder bedrijven
wat aan te verdienen) maar wel realistisch. Omdat er op
veel levensmiddelen in de reguliere supermarkten een woud
aan keurmerken is te vinden, is men wel zo verstandig
om in te zien dat producten van dichtbij beter zijn te
traceren en te controleren (wat vaak wordt vertaald tot:
de kwaliteit is beter in te schatten) omdat de productieketen
korter is. Daar is voor de sector veel winst op goodwill
te halen. Tot zover het gezondheidsverhaal. Dan het milieuaspect.
Het is toch veel duidelijker voor vele mensen dat doordat
de biologische sector geen gebruik maakt van kunstmest,
dit een enorme winst oplevert voor het milieu omdat er
dan geen miljoenen kilo's kunstmest vanuit den verre hoeven
te worden aangesleept? Dat, omdat de biologische sector
geen gebruik maakt van chemische bestrijdingsmiddelen,
er geen uitspoeling, grondwatervervuiling, schade aan
het bodemorganisme optreden? Neem bijv. het beruchte Round-up:
dit doodt alle planten die er op de bodem staan. En wordt
veel gebruikt vóór herinzaai van nieuw grasland
en onbeteelde grond in de akkerbouw.
De werkzame stof in dit middel, glyfosaat, heeft een afbraaktijd in de bodem van meer dan 20 jaar.
Er zijn in de reguliere landbouw
boeren te vinden die hun hele bedrijf in zo' n 10 jaar
tijd geheel opnieuw hebben ingezaaid (veelal gaat het
bij grasland ook nog maar om 1 ras: Engels raaigras, je
zou dus ook hier al haast van een monocultuur kunnen spreken),
en zij beginnen dan weer van voor af aan, met het eerste
perceel dus weer: gewas doodspuiten, ploegen, grondbewerken,
inzaaien. Een nieuwe toepassing van Round-up kunnen we
straks verwachten bij de intrede van genetisch gemanipuleerde
gewassen: aan deze gewassen is zo gesleuteld dat zij ongevoelig
zijn gemaakt voor de stof glyfosaat. Dus werkt op deze
percelen het middel optimaal, want alle onkruid gaat dood
en alleen het gewas wat men wil oogsten blijft over. Ideaal
spul vinden velen.
Er zijn trouwens personen die gentech als
een vorm van 'duurzame landbouw' betitelen, en dat een
beetje chemische bestrijding geen kwaad kan. (net zoals
bijv. een beetje roken ook niet schadelijk is?). Wat goed
is voor het milieu is ook goed voor de natuur: door eenvoudigweg
tellingen te verrichten kan de biodiversiteit van (biologische)
bedrijven worden bepaald. Van deze biodiversiteit kan
het vee weer gebruik maken om hun gezondheid naar een
hoger niveau te brengen. Ook met een geringe hoeveelheid
kunstmest verdwijnt echter een aanzienlijk deel van deze
biodiversiteit. In de gangbare landbouw zie je dat het
vee hun tekorten aangevuld krijgt door het toedienen van
supplementen aan het krachtvoeder, de melkpoeder en het
drinkwater. Zo zijn er nog wel meer argumenten op te sommen
die biologische landbouw een plus kunnen geven ten opzichte
van de levensmiddelen uit de reguliere sector. Los hiervan
staat het positieve gevoel dat mensen krijgen bij het
klaarmaken en consumeren van biologisch en biologisch-dynamische
voeding. Dat dit ook een positieve uitstraling geeft op
lichaam en geest is natuurlijk niet wetenschappelijk te
bewijzen, alleen maar te ervaren.