Volkert van der G. heeft radicale opvattingen over de rechten van dieren. Extremistische dierenbeschermers gaan ver in hun overtuiging. De Nederlandse tak van het fundamentalisme? 'Een stroper die uit de weg wordt geruimd, scheelt in elk geval weer een wreed iemand.' Door Jeroen Trommelen. Met medewerking van Mac van Dinther. Dit artikel verscheen 16 mei 2002 in de Volkskrant. Mineke deed ooit mee aan een overval op een veilinghuis
waar bont werd verhandeld, vertelt ze in de interviewbundel
Alle Dieren Vrij waarin radicale veganisten aan het
woord komen. 'Een bloedlinke actie', zegt ze. 'Een overval
met geweld werd het genoemd, en dat was ook wel zo.
Er bleef één man achter in dat veilinghuis
en het plan is gemaakt die even buiten werking te stellen
om de administratie mee te nemen. Dat is ook gebeurd
en daar is later door de rechtbank heel zwaar aan getild.'
'Eerlijk gezegd vind ik dieren belangrijker dan mensen', zegt ook dierenactiviste Sandra. Mensen mogen elkaar nóóit kwaad doen, maar er zijn misschien uitzonderingen op die regel. 'Een stroper die uit de weg wordt geruimd, scheelt in elk geval weer een wreed iemand. Als je hem zou laten doorgaan, betekent het dat hij honderden slachtoffers zou maken. Van een jager kun je geen vredelievend mens maken en van een slager ook niet.' Ook veganist Rich is tegen geweld, zegt hij aanvankelijk. 'Ik vind het zielig voor dieren dat ze in een kleine ruimte moeten zitten en heel erg van mensen afhankelijk zijn.' De wereld moet anders, maar omdat veel mensen dat absoluut niet lijken te begrijpen, kan geweld niet worden uitgesloten. 'Geweld tegen goederen vind ik vaak heel goed. Tegen mensen? Ik vind alle mensen een beetje raar van binnen, mezelf ook. Sommigen vind ik gewoon rot van binnen. Die vind ik niet meer te redden. Die zijn zo gefrustreerd, die mogen van mij wel weg.' Het zijn radicale uitspraken van dierenbeschermers die voor zichzelf de meest radicale oplossing hebben gekozen. Ze gebruiken niets waaraan een beest te pas is gekomen. Geen vlees uiteraard, maar ook geen honing, melk of eieren. Ook geen lucifers, vanwege de dierlijke lijm die in luciferkopjes is verwerkt. En zelfs geen muziekinstrumenten als een dwarsfluit of saxofoon, omdat onderdelen daarvan van vilt zijn gemaakt. Want vilt is wol, en wol is van het schaap, niet van de mens. Wie eenmaal kiest voor veganisme, moet consequent zijn. Ook Volkert van der G., de verdachte van de moord op Pim Fortuyn, wilde consequent leven vóór de dieren en kwam daardoor geregeld in conflict met zijn omgeving, legt hij uit in het biografietje dat enkele jaren geleden op internet verscheen. Net als veel andere mensen tegen proefdiergebruik, bontfokkerij en intensieve veehouderij werd hij eerst vegetariër en daarna veganist. Juridische procedures tegen veehouders ondertekende Van der G. niet alleen namens de Wageningse vereniging Milieu-offensief waar hij werkte, maar soms ook namens de Nederlandse Vereniging voor Veganisme. Die beweging is fel gekant tegen alle geweld jegens dieren, en dus ook tegen geweld op mensen. Maar naar het zich laat aanzien, heeft Van der G. zich aan dat laatste niet gehouden. En daar siddert nu ook de veganistische beweging van. 'Ik walg van geweld en moord. Ook al is iemand een
klootzak, ik vind het walgelijk om iemand iets aan te
doen', zegt Rymke Wiersma van de anarchistische uitgeverij
Atlanta. Ze is al twintig jaar veganiste en woont in
een veganistische woongroep in een Utrechtse nieuwbouwwijk.
Er zijn geen concrete aanwijzingen dat Volkert van der G. aangesloten was bij een radicale dierenbevrijdingsorganisatie. Zijn vrienden en collega's van Milieu-offensief worden ook bedreigd, zijn ondergedoken en willen niet meer over het onderwerp praten. Ze beperken zich tot een verklaring op hun website. 'We zijn ervan overtuigd dat de afschuwelijke gebeurtenis op geen enkele wijze in verband gebracht kan worden met de geweldloze, juridische strijd voor rechtshandhaving waar onze vereniging voor staat.' Dat neemt niet weg dat Volkert beschikte over een vuurwapen en thuis munitie bewaarde, wat moeilijk te rijmen is met een geweldloze levenshouding. Of Van der G. in één klap van brave milieu-bureaucraat geworden is tot moordenaar, wordt inmiddels ook door veel milieumensen betwijfeld. Had hij misschien een donkere kant - en bestond die wellicht uit het voeren van radicale acties tegen nertsenfokkers en vleesfabrieken? Meer dan speculaties zijn het niet. Feit is wel dat actievoerders van het Animal Liberation Front (ALF) na nertsenbevrijdings- en brandstichtingsacties openlijk hebben gesproken over eerdere pogingen hun gelijk via de juridische weg te behalen. 'Wij hebben geprobeerd om via legale kanalen de situatie voor dieren te verbeteren. Deze haalden echter niets uit. De huidige crisis in de vleesverwerkende industrie toont opnieuw aan hoe ziek en giftig deze industrie is', staat in de brief waarmee het ALF in juni 1999 de brandstichting claimt in vijf vrachtauto's van het bedrijf Domburg Vlees in Bodegraven. Het is één van de negen acties die dat jaar namens het dierenbevrijdingsfront worden opgeëist. Het merendeel daarvan bestond uit bevrijdingsacties bij nertsfokkers. Verschillende van die bedrijven werden in dezelfde periode door Milieu-offensief bestreden. De actiegroep betrapte in die periode trouwens ook de gemeente Putten op fouten in het verstrekken van milieuvergunningen aan varkenshouder Wien van den Brink, de radicale voorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders. Twee bedrijven van de voorzitter moesten hierdoor afzien van de voorgenomen uitbreiding. Van den Brink sloot zich onlangs aan bij de lijst Fortuyn en werd op een verkiesbare plaats gezet voor de Tweede Kamer. Tijdens zijn studie in Wageningen was Volkert van der
G. lid van het Inter Universiteir Overleg Diergebruik,
een club van studenten die dierproeven weigerden en
die bij voorkeur zouden verbieden. Frans Stafleu, tegenwoordig
hoogleraar bij het Centrum voor Bio-ethiek en Gezondheidsrecht
van de Universiteit Utrecht was oprichter van dat overleg
en stelt vast dat er vooral 'hele nuchtere, redelijke
studenten' bij zaten, naast een klein aantal radicalere
types met wie het moeilijk discussiëren was. Ook Coenraad Hendriksen, hoogleraar aan het Nationaal Centrum Alternatieven voor Dierproeven van de Utrechtse universiteit kent de wereld van radicale dierenactivisten goed. Zelf was hij lange tijd adviseur van de Nederlandse Bond voor bestrijding van Vivisectie (NBBV), die later opging in de vereniging Proefdiervrij. Ook al denkt die club soms dogmatisch, zegt hij, 'ze blijft altijd in het nette'. De meeste radicale actievoerders voelen zich er daarom ook niet in thuis. Heftige acties zoals het in brand steken van slagerijen,
vleesauto's en slachthuizen worden al enkele jaren in
Nederland gehouden. Vergeleken bij Engeland, waar proefdiercentra
met slotgrachten en metershoge hekken zijn beveiligd
en aanslagen aan de orde van de dag zijn, zijn de acties
hier nog mild, zegt Hendriksen. Gewelddadige acties voor
dieren |