In 2011 werd er in Nederland 23 miljoen ton stront over de weg vervoerd. Om die hoeveelheid te vervoeren waren 770.000 verkeersbewegingen nodig. Dit betekent dat bij een werkweek van vijf dagen en een werkdag van acht uur er op een gewone werkdag elke minuut zes vrachtwagens stront onderweg zijn in Nederland. Zo verdwijnen er gigantische stromen Brabantse varkens- en kippenstront in de noordelijke akkerbouw. In het verleden verscheen het rapport Grond voor Grondgebondenheid van de noordelijke milieufederaties en Groningen Tegen Bio-industrie (GTB). Zij lieten zien, dat de veestapel van de drie noordelijke provincies anno 1996 al meer mest produceerde dan in de landbouw kan worden afgezet bij een min of meer ecologisch verantwoord mestbeleid. Zie ook kaart van mestoverschot naar regio.
Verplaatsing van vee naar het Noorden In 1999 werd voorgesteld om ter ontlasting van andere,
zwaar met ammoniak overbelaste provincies 500 bedrijven
met rundvee naar de noordelijke provincies te verplaatsen.
Die zouden er dan in het Oldambt in de provincie Groningen
bij kunnen, want daar is een lokaal mesttekort. Een
"lokaal" mesttekort betekent alleen maar dat
er in een bepaalde gemeente meer landbouw dan veeteelt
wordt bedreven. MINAS en de Nitraatrichtlijn In mest zit behalve fosfaat ook nitraat. Het grondwater
onder vrijwel alle zandgronden in Nederland bevat te
veel nitraat of zal over enige tijd overbelast zijn.
In 1997 werd in Drenthe in 40 procent van de metingen
de drinkwaternorm in filters op 9 en 24 meter diepte
overschreden. Meer weidenIn ons land kan de gewenste toename van grasland eigenlijk alleen maar door verdringen van akkerland tot stand komen. Als - om de gedachten te bepalen - het areaal aan grasland in Groningen, Friesland en Drenthe met tien procent moet worden uitgebreid, is daar 32.000 hectare land voor nodig. Dat is net zoveel als het hele areaal aan wintertarwe in de provincie Groningen, iets minder dan het complete areaal aan consumptie- en fabrieksaardappelen in Drenthe. Ammoniakbeleid> In de beginjaren van het mest- en ammoniakbeleid heeft men geprobeerd de ergste schade aan bossen en natuurgebieden te voorkomen door eisen te stellen aan de afstand tussen intensieve veehouderijen en het dichtstbijzijnde natuurgebied. Hoe meer dieren, hoe groter de afstand. Het bevriezen dan wel doen afnemen van het aantal kippen en varkens, zoals beoogd door de Wet Herstructurering Varkenshouderij (WVH), heeft echter in Brabant en Limburg veel meer effect. Omdat de overheid vindt dat door het aanwijzen van concentratiegebieden de negatieve invloed van de bio-industrie voldoende beteugeld is, wil men de ammoniakwetgeving afschaffen. Daarmee valt helaas elders een instrument weg om de natuurgebieden tegen een overmaat aan intensieve veehouderij te beschermen. Als de bescherming van de huidige ammoniakwet wegvalt zouden bedrijven met intensieve veehouderij in de buurt van de helft van de nu nog beschermde gebieden weer kunnen uitbreiden tot de maxima die het ruimtelijke beleid toestaat. Het oorspronkelijke idee was dat men met extra beleid de Ecologische HoofdStructuur, binnen de grenzen of ook in een zone daarom heen veevrij zou kunnen worden, bijvoorbeeld door bedrijven uit te kopen of te doen verplaatsen. De Tweede Kamer heeft zich daar echter tegen verzet. Het is maar zeer de vraag of de provinciale overheid nog enige bevoegdheid krijgt om de hier en daar sterk met ammoniak vervuilde delen van de provincie te saneren. Volgens de gebruikelijke politieke opvattingen is alles boven Zwolle zo "schoon" dat hier niets meer hoeft te gebeuren. Een diervriendelijke provincie Bedrijven die (leg)kippen echt de ruimte geven gaan
uit van 1 m2 grasveld per kip. Het totale aantal kippen
in de drie noordelijke provincies bedroeg anno 1998
16,4 miljoen. Als die allemaal buiten mogen lopen is
daarvoor 1642 hectare nodig. Dat komt overeen met 5%
van het totale areaal aan maïs in de regio. Niet
te verwaarlozen, mooi is anders, maar het is te overzien. Tot zover het artikel van Bert Stoop en Klarissa Nienhuys. (de tekst is een bewerking van een artikel verschenen in Noorderbreedte maart/april 2000). Mest is een lucratieve handelIn midden en zuid-Nederland wordt meer mest geproduceerd
dan men daar kan uitrijden. Men zit er zelfs zo mee
omhoog dat zij geld toegegeven om het in Noord Nederland
te mogen uitrijden. Er zijn in het verleden lucratieve mestcontracten gesloten
tussen boeren uit het Zuiden en afnemers
uit het Noorden. Ook mesttransporteurs pikken
uiteraard een graantje mee. Nederland is
ingedeeld ivm MKZ in een aantal compartimenten. |
De graanrepubliek is het
verhaal van de twintigste eeuw, gesitueerd
in het grimmigste stukje Nederland.
Frank Westerman gaat honderd jaar terug, naar de vergeten opstand van 1892, toen de verpauperde knechts de kapitale boerderijen van het Groninger land omsingelden. In het voetspoor van Sicco Mansholt neemt hij de lezer mee van de executieverkoop van de hoeve Torum in 1922, via het verzet in de Wieringermeer naar het naoorlogse Brussel en Berlijn, om vandaar terug te keren naar de kleidorpen achter de Waddendijk. Reizend door de tijd laat Westerman zien hoe de grote ideologieen het boerenerf als een windhoos hebben beroerd, en hoe de neergang van de Groninger graanbaronnen noodlottig is verbonden met de opkomst van het geslacht Mansholt. Dit boek is te koop op bol.com: |