logo RvawL

Contactblad Relatie Mens en Dier januari 2010

Dit is het Contactblad "Relatie Mens en Dier" van de belangengroep en stichting Rechten Voor Al Wat Leeft.

Onderwerpen

Nieuwjaar

Wij willen weer beginnen met u allen een gezond en voorspoedig 2010 te wensen! Een bewogen jaar ligt weer achter ons. Een jaar met grote teleurstellingen, maar ook met positieve ontwikkelingen. Dat bijvoorbeeld miljoenen varkens per jaar nog steeds met CO2-bedwelming mogen worden gemarteld voor ze worden geslacht, en de vele wetenschappelijke bewijzen tégen deze methode ons uit handen werden geslagen, heeft ons diep geraakt en blijft ons bezighouden. Het jaar 2009 stond in het teken daarvan. En zo zijn er vele andere zaken, zoals het ondeugdelijke wetsvoorstel Wet Dieren, en het onbedwelmd ritueel slachten…. Op het moment dat wij dit schrijven is het Islamitische Offerfeest juist achter de rug. Hebt u er ook zulke ellendige dagen door gehad? Maar er zijn ook lichtpuntjes. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de Tweede Kamer heeft gestemd vóór een nertsenfokverbod (nú de Eerste Kamer nog!). Ook zijn wij blij met de oprichting van de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden (www.hulpinbeslaggenomenhonden.nl), een samenwerkingsverband tussen Comité Dierennoodhulp, Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren en Rechten voor al wat leeft. De werkgroep heeft al een aantal ter dood veroordeelde, kerngezonde en aardige honden gered uit ellendige situaties én van het dodelijke spuitje. Ze zijn weer terug bij de eigenaar of hebben een nieuw goed tehuis gekregen. Ook positief is de goede samenwerking die wij, óf permanent óf incidenteel, met andere dierenorganisaties hebben. Zo zijn wij onlangs samen met anti-jachtorganisatie De Faunabescherming opgetrokken tegen de z.g. "Hubertusmis". Hierover kunt u in dit nummer uitvoerig lezen. En verder hopen we zoals altijd dat het nieuwe jaar een beter jaar zal worden voor de dieren, maar dat zal in grote mate afhangen van het politieke klimaat. En dat is nog steeds niet gunstig voor de dieren. Maar desondanks gaan wij door, met de hulp en steun van u allemaal. Veel moed in het Nieuwe Jaar!

Hubertusmis in Obdam

Op diverse plaatsen in ons land, vooral in het Zuiden, wordt jaarlijks in de R.K. kerk de Hubertusmis gevierd. Hierbij worden jagers en hun jachthonden door de pastoor gezegend in de hoop op een goede jacht. Maar ook in het Noorden, in de R.K. Sint Victorkerk in het Noordhollandse Obdam, zou op 8 november 2009 deze mis "gevierd" worden. Alle jagers uit Noord-Holland én daarbuiten waren hiertoe uitgenodigd. Kent u de Hubertuslegende? In ons contactblad van januari 2008 hebben we deze legende in het kort verteld mét de betekenis ervan. Sint Hubertus (7e eeuw na Chr.) wordt in de R.K. kerk de patroonheilige van de jacht genoemd, maar deze titel is eigenlijk helemaal verkeerd, en hiermee wordt de dieren in het wild, maar ook Sint Hubertus, groot onrecht aangedaan! In de legende bekeerde de verwoede jager Hubertus zich juist van de jacht, toen hij bij een hert dat hij op het punt stond te doden, een lichtend kruis tussen het gewei zag verschijnen. Hij doodde het hert niet. Vanaf dat moment veranderde Hubertus zijn levenswandel, doodde geen dieren meer, en werd bisschop. Vanwege zijn bekering werd hij heilig verklaard en heette hij voortaan Sint Hubertus. In plaats van 'patroonheilige van de jacht' zou hij dus eigenlijk 'beschermheilige van de dieren' moeten heten en als zodanig moeten worden herdacht. Toen wij vernamen dat de Hubertusmis in Obdam gehouden zou worden, hebben wij de Obdamse pastoor een brief gestuurd waarin wij hem wezen op de ware betekenis van de Hubertuslegende, en wij deden hem de volgende suggestie: "Wat zou het mooi zijn (en o.i. ook correcter) als Sint Hubertus jaarlijks in de kerken zou worden herdacht, niet als patroonheilige van de jacht, maar juist als degene die zich van de jacht bekeerde! Niet om het eerste, maar om het laatste is hij immers heilig verklaard!" In zijn antwoord liet de pastoor ons weten dat het bij de Hubertusmis niet gaat om het verheerlijken van de jacht, maar "om het bewust omgaan met de schepping"! "Daarin", zo schreef de pastoor, "spelen 'wildbeheerders' al eeuwenlang een rol. De Nederlandse Bisschoppenconferentie heeft zich er positief over uitgesproken. Ik hoop dat u het gezag en de uitspraken van de Nederlandse Bisschoppenconferentie in deze erkent". De arrogantie! Op onze uitleg van de legende ging hij niet in.

Bezoek aan de Obdammer Hubertusmis (verslag)

Samen met een groepje mensen van Stichting De Faunabescherming togen wij op zondagmorgen 8 november jl. naar de Sint Victorkerk in Obdam. Wij waren ruim voor de mis aanwezig om enveloppen "met inhoud" uit te delen aan de toestromende kerkgangers. (De inhoud van de envelop bestond uit het "Schietgebed" van De Faunabescherming en "Sint Hubertus en de jacht" van Rechten voor al wat leeft. Beide teksten kunt u vinden op de site van De Faunabescherming: www.faunabescherming.nl. Klik op Home - "Jagerspropaganda in de R.-K. kerk"). Onder de kerkgangers waren veel jagers die zich voor de ontvangst van de "goddelijke" zegen in hun "zondagse" jagerstenue hadden gestoken, compleet met rijkelijk met speldjes versierde jagershoedjes. Zij waren vergezeld van hun jachthonden. De geweren moesten ze thuislaten, en dat bleek achteraf maar gelukkig ook… Veel van de jagers roken lont toen zij ons zagen uitdelen en wilden de envelop niet aanpakken. Eén van hen nam de envelop wél aan maar hield een brandende aansteker eronder en gooide het smeulende epistel op de straat…. In de kerk ontvouwde zich de grootste en meest hypocriete poppenkast die men zich maar kan voorstellen: Voorin de kerk stelden de jagers-jachthoornblazers zich op en speelden hun "dodenfanfare" (zoals wíj het noemen). Vóór hen stond een opgezette vos met een dode fazant in zijn dode bek. Naast de kansel zat een levende slechtvalk bovenop een groot reclamebord met naam en telefoonnummer van zijn eigenaar, een valkenier, met een touw vastgebonden aan de poten en met een kap op de kop over de ogen om het zeer stressgevoelige dier blind en daarmee rustig te houden. De lange, magere pastoor grapte: "Hij zit verlekkerd naar mij te kijken, maar er zit niet veel vlees aan mij". Dit was wel een heel wrang grapje, want de vogel kon door de kap helemaal niet kijken. Het arme dier moest wel het oorverdovend lawaai van de jachthoornblazers ondergaan die vlak achter hem stonden. De jachthonden lagen achterin de kerk te janken en te piepen. Waarschijnlijk waren zij de vertoning direct al meer dan zat. Daarna las de pastoor de Hubertuslegende voor. Hij noemde Sint Hubertus de patroonheilige van de jacht, maar merkwaardig genoeg las hij de legende precies zo als wij. Hij besloot zijn verhaal met de volgende woorden van Hubertus:"Vaarwel vrienden, nooit meer zal ik nog enig dier doden. Van nu af zal mijn leven anders worden". En daarna begon de pastoor te preken over wat de Heilige Hubertus ons hiermee wilde zeggen: dat de Schepper de mens de mogelijkheid had gegeven tot zijn recht te komen in de scheppingsorde, en dat de mens goed om moest gaan met de schepping. En dat het daarom toch zo goed en fijn was dat de jagers als wildbeheerders zo geweldig voor de schepping zorgden zodat de dieren niet de gewassen opaten die voor de mens bestemd waren. De pastoor was zó overtuigd van zijn eigen verhaal, dat de ónlogica en de tegenstrijdigheid van zijn conclusie over de betekenis van de Hubertuslegende hemzelf en de parochianen kennelijk geheel ontging….

Roofvogelshow

Daarna nodigde de pastoor de aanwezige valkenier, die een uil op zijn arm droeg, uit om zijn "roofvogelact" te vertonen. De arme uil, die al die tijd vastgebonden had gezeten, moest z'n kunsten vertonen door, onder luid applaus van de gelovigen, enkele keren, met de touwtjes nog aan zijn poten, heen en weer te vliegen tussen het voorste en achterste deel van de kerk, om dán weer op de uitgestoken gehandschoende arm van de pastoor, en dán weer op die van de valkenier te landen. Daarna mocht een havik hetzelfde doen. Na dit spektakel bliezen de jachthoornblazers nog een nummertje en de mis was afgelopen.

Zegening van jagers en honden loopt uit op oorlog

Vervolgens ging iedereen naar buiten en op het kerkplein stelden de jagers zich weer netjes op en bliezen speciaal voor de jachthonden de "hondenfanfare". Ze bliezen zó hard dat de arme honden horen en zien vergaan moet zijn. Ze piepten en jankten, waarschijnlijk omdat hun gevoelige oren de harde en schelle klanken niet konden verdragen. Daarop ging de pastoor over tot de zegening. Hij liep daarbij enkele malen langs jagers en honden, hoog zwaaiend met de wijwaterkwast. Na deze plechtigheid ging de pastoor langs de honden met een grote mand met krentenbollen (de z.g. "Hubertusbroodjes"). Ja lezers, u zult het niet geloven, maar deze krentenbollen waren speciaal voor de honden bestemd! In plaats van een kluif bood de jacht- en jagersminnende pastoor de honden een vegetarische krentenbol aan! Of deze krentenbollen in de monden van de honden of in die van hun baasjes verdwenen konden wij niet zien omdat er vóór ons veel mensen met hun fototoestel hoog boven hun hoofd het merkwaardige tafereel aan het fotograferen waren. Eén van de vertegenwoordigers van De Faunabescherming, die bij ons groepje hoorde, wilde de verrichtingen van de valkenier fotograferen, die ook buiten nog een act aan het opvoeren was met zijn vogels. Dit was voor twee van de jagers, die de leden van De Faunabescherming al hadden herkend van vorige jachtevenementen, net even te veel. Woedend besprongen zij de fotograferende faunabeschermer van achteren en wilden hem het fototoestel uit de handen rukken. Als de echtgenote van het slachtoffer, en nog iemand van het groepje, er niet tussen gekomen waren om de jagers tot stoppen te manen, zouden er ongelukken gebeurd zijn. Maar het fototoestel was kapot. Eén van deze twee jagers was dezelfde die vóór de mis de hem aangereikte envelop in brand had gestoken. Het slachtoffer en zijn echtgenote hebben de volgende dag van deze aanval aangifte bij de politie gedaan. U begrijpt nu waarom wij blij waren dat de jagers geen geweren bij zich hadden! Opvallend was, dat niemand van de andere jagers ingreep, terwijl ze ernaar stonden te kijken. Zij laten het kennelijk gewoon gebeuren als eén van hun collega's een tegenstander van de jacht molesteert. Toen een aanwezige journalist van RTV-NH aan de pastoor vroeg of hij zich niet verantwoordelijk voelde voor het gebeurde, legde de pastoor de verantwoordelijkheid bij ons. "Dan moeten die mensen hier maar niet komen demonstreren! Wíj houden hier onze mis en hebben de jagers en honden gezegend en zíj lopen hier voor de kerk te demonstreren en stemming te maken! Wáár begint dan het kwaad?" "Maar die mensen zeggen dat u mensen zegent die schepselen van God doodschieten! U bent toch voor de verdrukten?", probeerde de journalist. "Ja", zei de pastoor, "maar ik ben ook voor de schepping. De Schepper heeft de mens het beheer over de schepping gegeven, en de "wildbeheerders" doen dat heel goed!" In het Noordhollands Dagblad vertelde de pastoor later dat hij een jager in z'n parochiekerk had met wie hij eens mee was geweest toen deze op jacht ging. Toen was hij op het idee gekomen om deze mis te houden. Hoe dan ook, de jagers zullen erg blij zijn met pastoor Vlaar te Obdam. In een tijd dat er steeds meer kritiek komt op de jacht (omdat steeds meer bekend wordt dat álle jacht gewoon plezierjacht is) kunnen deze heren wel wat steun en promotie gebruiken. Wij vermoeden dan ook sterk dat de pastoor er door hen wel rijkelijk voor beloond zal worden met van tijd tot tijd een geschoten dier voor in de braadpan. (Ook de plaatselijke slager zal hem wel zo af en toe een carbonaadje of zo toestoppen, want ook dáárvoor maakt de pastoor flink reclame. In januari 2009 heeft in dezelfde kerk een slagersmis plaatsgevonden, waarbij de pastoor zelf het hakmes hanteerde om als een echte slager een groot stuk vlees te lijf te gaan. Er werden stukjes rookworst en broodjes ham uitgedeeld. Ter opluistering van deze mis waren twee levende varkens ten tonele gevoerd die vóór het altaar in een grote kooi in het stro lagen. Later vernamen wij dat er speciaal voor deze mis twee varkens waren geslacht. Maar dit terzijde.)

Hubertusdiner

Een week later lazen wij op internet: "Afgelopen weekend was het wederom weer lekker druk in De Brink (dorpshuis van Obdam - red.). Vrijdagavond (6 november, dus vlak voor de Hubertusmis - red.) werd het tweede themadiner gehouden, namelijk het Hubertusdiner. Als hoofdgerecht werd er wild geserveerd. Gelukkig waren actievoerders van De Faunabescherming en Rechten voor al wat leeft van dit diner niet op de hoogte. Anders hadden zij wel een weekend lang in Obdam kunnen protesteren tegen de jacht en alles wat daarmee samenhangt". Als men toch eens besefte hóeveel leed men de dieren aandoet! De veelal aangeschoten dieren (vanwege het z.g. "weidelijk" jagen) zijn niet direct dood! Ze liggen dikwijls lang te kermen van pijn en angst en worden dan nog levend en bloedend door de jachthonden tussen de tanden gegrepen om uiteindelijk door de jagers te worden doodgeslagen. Is het niet diep-treurig en walgelijk dat er R.K. kerken zijn die dit propageren in een Hubertusmis met goedkeuring van de bisschoppen? En dan nog wel onder het mom van "bewust omgaan met de schepping" of met het argument zoals de bisschoppen dat zo'n 15 jaar geleden aan De Faunabescherming schreven, dat in de Hubertusmis slechts "dank aan God wordt gebracht voor de mogelijkheden die Hij mensen biedt tot hun recht te komen in zijn scheppingsorde…".

Aantallen

In de envelop die wij in Obdam uitdeelden zaten ook de volgende gegevens van De Faunabescherming: Wat hebben de jagers in Noord-Holland afgeschoten in 2008 In de winterperiode: 3.500 kolganzen - 11.000 grauwe ganzen - 10.000 smienten. In de zomerperiode: 15.000 grauwe ganzen. Over heel 2008: ca. 300 meerkoeten - ca. 350 knobbelzwanen - ca. 500 vossen - 74 reeën - 37 damherten. Deze cijfers worden door de jagers zelf verstrekt. Er wordt echter geen controle uitgevoerd door onafhankelijke instanties. Jagers zijn de uitvoerders en controleurs van hun eigen beleid.
GANZEN VERJAGEN In Friesland loopt momenteel een proef met het verjagen van ganzen met behulp van een Border Collie. Op 12 november 2009 was dit te zien in een NOVA-uitzending. Overwinterende ganzen strijken vaak neer op terreinen waar ze ongewenst zijn, zoals op weilanden. Tot op heden worden deze ganzen bestreden door afschot, maar ook door vergassing. Dit laatste is in de afgelopen jaren diverse malen gebeurd. Hierbij werden de ganzen in grote groepen bijeengedreven om vervoerd te worden naar een ruimte waar ze werden vergast met pure CO2. Deze 'edele taak', het vangen én het vergassen was toebedeeld aan Duke Faunabeheer te Lelystad, die op deze wijze tienduizenden ganzen op zeer wrede wijze heeft omgebracht. Enige tijd geleden hebt u daarover in ons contactblad uitvoerig kunnen lezen. De CO2-dood is een verschrikkelijke, langzame verstikkingsdood. Maar ook de jagers lieten zich niet onbetuigd (zie hier vlak vóor de aantallen ganzen, alleen al in Noord-Holland, en alleen al in 2008!) En ook de jagers gaan, zoals u weet, niet zachtzinnig te werk: vanwege het z.g. 'weidelijk' jagen schieten de jagers de vogels alleen in de vlucht waardoor de dieren meestal aangeschoten op de grond terechtkomen. Wat er verder met de dieren gebeurt hebt u hiervoór kunnen lezen. Wij zijn dan ook blij met deze proef, die van november 2009 tot mei 2010 duurt. Het is een stap in de goede richting. De werkwijze is als volgt: Door middel van fluitsignalen wordt de Border Collie naar de plek gestuurd waar grote groepen ganzen zitten. De hond jaagt de ganzen op in de richting van een z.g. gedooggebied, waar de dieren met rust worden gelaten, ongestoord kunnen fourageren en kunnen uitrusten van hun lange en uitputtende trektocht. Als deze proef slaagt is het de bedoeling dat deze methode in het vervolg zal worden toegepast i.p.v. bejagen of vergassen. Voor Duke Faunabeheer en de jagers waarschijnlijk wel teleurstellend (inkomstenderving voor Duke en minder plezier voor de jagers!) maar wel hoopgevend voor vele duizenden ganzen! En daar gaat het maar om! De proef is een initiatief van het Faunafonds, een overheidsinstantie, die aan agrariërs vergoedingen uitbetaalt voor geleden landbouwschade door vogels of andere dieren.
MINDER PIJN BIJ DIERPROEVEN Hoe lang het nog gaat duren voor het in de praktijk toegepast mag gaan worden is nog maar de vraag, maar aangetoond is dat men bij het testen van nieuwe pijnstillers voor mensen de proefdieren minder pijn kan laten lijden door de dieren onder narcose te brengen. Tot op heden krijgen de proefdieren juist geén narcose, omdat men de pijnreacties moet kunnen waarnemen. In augustus promoveerde dierenarts en bioloog Matthieu Sommers aan de Radboud Universiteit te Nijmegen op zijn proefschrift waarin hij aantoont dat bij genarcotiseerde proefdieren toch pijnregistratie in de hersens is waar te nemen. Sommers is werkzaam bij het Centraal Dierenlaboratorium en is als proefdierdeskundige verbonden aan deze universiteit. Door functionele beelden van de hersenen (MRI) toe te passen zouden ook minder dieren nodig zijn voor hetzelfde onderzoek. "De MRI-beelden van dieren", aldus het ANP-bericht op internet (nu.nl/wetenschap) van 29 augustus 2009, "zijn te vergelijken met MRI-beelden van pijnpatiënten. Het gaat hierbij om medicijnen voor mensen die chronisch of na een operatie pijn lijden. Op deze manier zijn volgens Sommers pijnstilling bij het dier en de mens te vergelijken. Sommers stelt dat zijn methode het welzijn van proefdieren verbetert.
"KUNST" TEN KOSTE VAN DIEREN Steeds vaker horen we van 'kunstenaars' (in onze ogen zieke geesten) die levende of speciaal daarvoor gedode dieren gebruiken voor hun bizarre 'kunst'uitingen. Bekend is inmiddels de z.g. 'kunstenares' Tinkabell die haar eigen kat de nek omdraaide om van het vachtje van het dier een tas te maken. Andere voorbeelden: een hond zonder eten en drinken vastketenen in een expositieruimte en langzaam laten sterven, een goudvis in de verf dopen en op een doek laten doodspartelen, hamsters opsluiten in een loopbal en ze zo urenlang in een ruimte laten rondtollen, uitheemse dieren in een dierenwinkel opkopen en loslaten in een soortóneigen omgeving waar ze tot sterven gedoemd zijn. Op 19 september 2009 waren we samen met Comité Dierennoodhulp aanwezig in Tilburg om ons protest te laten horen en pamfletten uit te delen tegen het optreden van de Oostenrijkse 'kunstenaar' Hermann Nitsch, die op die dag met gebruikmaking van bloed en ingewanden van een varken dat speciaal hiervoor was besteld en geslacht horrortaferelen zou schilderen tijdens het Tilburgse cultuurfestival Incubate. Het optreden van Nitsch, bijgenaamd 'de slager van Prinzendorf', zou oorspronkelijk plaatsvinden in de kapel van het Clarissenklooster in Tilburg, maar naar aanleiding van het feit dat Comité Dierennoodhulp en Rechten voor al wat leeft al in een eerder stadium aan de bel trokken en aangifte deden van dierenmishandeling tegen de 'kunstenaar', de organisatoren van het festival en het College van B en W van Tilburg dat dit festival subsidieerde, en wij hier de nodige publiciteit aan gaven, was Nitsch met zijn bloederige aktiviteiten bij nader inzien toch niet meer welkom in de kapel en moest er een andere locatie voor hem worden gezocht, wat uiteindelijk wel lukte. Het optreden is helaas alsnog doorgegaan. Ondanks kamervragen van de Partij voor de Dieren gaf minister Verburg van LNV aan geen bezwaren te hebben. Alles mag en kan nog steeds in Nederland als het om dieren gaat.
WETSVOORSTEL "WET DIEREN" - Hoorzitting Tweede Kamer Op 2 september 2009 vond een hoorzitting plaats over het wetsvoorstel "Wet Dieren". Van bijna alle kanten was er ontevredenheid, niet alleen van dierenorganisaties, maar ook wetenschappers en dierenartsen leverden kritiek. De 23 dierenorganisaties, w.o. Rechten voor al wat leeft, verenigd in de Coalitie Dieren Organisaties Nederland (CDON) verwijten de minister dat zij in het wetsvoorstel niet het welzijn van de dieren centraal stelt, maar vooral hun economische waarde. Dat hebben de organisaties eind augustus/begin september enkele dagen lang tot aan de hoorzitting door middel van het uitspreken van 81 radiospotjes luid en duidelijk laten horen, kennelijk niet tot plezier van de minister van LNV en de CDA-leden van de Vaste-Kamercommissie Landbouw. Het begrip "intrinsieke waarde van het dier", dat in de huidige Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWvD), althans op papier (helaas niet in de praktijk!), nog een belangrijke rol vervult, wordt in het nieuwe wetsvoorstel slechts eén maal genoemd maar wordt nergens in het voorstel verder uitgewerkt. Waar nu de GWWvD al slecht functioneert door té weinig controle, té weinig sancties bij overtredingen, in het nieuwe voorstel vinden we nergens de ambitie om juist deze zwakke plekken te gaan aanpakken. Hoofddoel van de nieuwe wet lijkt niet te zijn verbetering van dierenwelzijn maar verdere verhoging van de productie. Ook Annelies Freriks, professor Dier en Recht aan de Universiteit van Utrecht vond dat het de minister ontbreekt aan visie. "Verburg had in de Wet Dieren een fundamentele herziening kunnen doorvoeren van de manier waarop mensen met dieren behoren om te gaan. De tijd is daar rijp voor gezien de maatschappelijke discussies over dierenwelzijn. Dat zie ik niet terug in de wet". De dierenartsen, tijdens de hoorzitting vertegenwoordigd door Prof. Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Kon. Ned. Mij. voor Diergeneeskunde (KNMvD) benadrukten vooral dat het wetsvoorstel weinig mogelijkheden biedt om misbruik en verkeerd gebruik van diergeneesmiddelen, m.n. antibiotica, in de veesector aan te pakken. Prof. Hellebrekers wees hierbij op het gevaar voor de volksgezondheid en voedselveiligheid. SP-kamerlid Krista van Velzen oordeelde hard over het voorstel: "De ambtenaren hebben hun taak, het aantal bestaande wetten te verminderen en alles onder te brengen in één wet, uitgevoerd maar nergens blijkt ambitie voor een nieuwe visie op de omgang met dieren". Op 24 oktober 2009 publiceerde Trouw een artikel van Sandra van de Werd namens Comité Dierennoodhulp en Rechten voor al wat leeft onder de titel "Wie beschermt de dieren als daar geen goede wet voor is?" Een gedeelte nemen wij hieruit voor u over: "Hoe komt het dat de media zich enkel lijken te richten op extreem dierenrechtenactivisme en dat zij geen aandacht besteden aan wat er nu werkelijk in de politiek speelt: het opheffen van de enige toch al armzalige dierenwelzijnswet die wij hebben? Is het desinteresse omdat het "maar" dieren zijn en het onze eigen portemonnee niet raakt? Wij vinden dit een schande omdat het hier over miljoenen dieren gaat die net als ieder mens uniek zijn, gevoel hebben, angst, pijn en stress kunnen ervaren en daarom een intrinsieke waarde hebben. Dieren die nu intens lijden omdat er wettelijk te weinig bescherming voor hen is waardoor er nauwelijks ingegrepen en gestraft kan worden en die door de nieuwe Wet Dieren in de toekomst nog veel minder beschermd zijn. Dieren hadden al niet veel: de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, een raamwet die in 1992 is aangenomen en 17 jaar na dato nog altijd grotendeels ingevuld moet worden. In plaats van nadere invulling en evaluatie verzon minister Verburg wat anders: voor het gemak wordt dierenwelzijn in één wet gepropt met productie-aangelegenheden (dit laatste als hoofddoel), en weigert de minister werkelijk belangrijke extra's ter bescherming van de dieren toe te voegen. Dit in tegenstelling tot bijoorbeeld Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Engeland en België die wel degelijk een aparte dierenbeschermingswet hebben. "Een duif mag best de kop afgerukt worden", antwoordde minister Verburg in december 2008 op kamervragen nadat wij gevangen duiven door een 'kerstman' lieten bevrijden en op het dak van een flatgebouw twee duiven vonden met een afgetrokken kop. Aan de bio-industrie wordt door haar geen paal en perk gesteld, in tegendeel: productie-verhoging is haar parool! Zelfs mogen konijnen van haar door een zestienjarige als hobby in een schuur op bio-industriële wijze gemest worden om te verkopen voor de slacht. De huisvesting die wij destijds aantroffen was pure dierenmishandeling: de veelal zieke dieren konden zich niet strekken en zaten opgepropt in kleine kooien op een draadgazen bodem in een bijna donkere schuur. Desondanks weigert de minister regels te stellen voor particulieren voor het huisvesten en doden van dieren. Iedereen mag zijn gang maar gaan. Minister Verburg wil de verantwoording leggen bij de dierhouderij-sectoren en bij particuliere dierhouders. Maar zolang zij geen regels opstelt gaan mensen hun gang en hoeven zij hun verantwoording niet te nemen om zorg te dragen voor een goede levenskwaliteit voor hun dieren. Voor de sector productiedieren en een ieder die winstgevend belang bij dieren heeft opent zij de poorten vrijwel zonder belemmeringen. Het belangrijkste ontbreekt in de nieuwe wet: dieren krijgen er niet de status van levende wezens met bewustzijn en gevoel en de overheid onttrekt zich geheel aan haar morele verplichtingen om zich actief in te zetten voor hun welzijn en de bescherming daarvan".
VERDOVING VOOR BIGGENCASTRATIE Wij waren al het hele jaar niet blij met de verdoving die de mannelijke biggen sinds 1 januari 2009 krijgen voor de castratie. Het CO2-gasmengsel dat gebruikt wordt is niet geschikt voor dit doel. Nu lazen wij op 25 november 2009 in Trouw onder de kop "ANESTHESISTEN TEGEN HOLLANDSE CASTRATIE BIGGEN" dat de AVA (Association of Veterinary Anaesthesists), een mondiale organisatie van dieranesthesisten, dat de CO2-verdoving niet deugt voor castratie van biggen. In hun verklaring stelt de AVA dat het CO2-gas de biggen pijn bezorgt, o.m. door irritatie van de luchtwegen. Ook worden tijdens de verdoving spiertrekkingen en stress waargenomen. De AVA baseert zich op diverse wetenschappelijke studies. Ook de napijn wordt er niet door weggenomen. AVA-bestuurder Hans Nieuwendijk noemt castratie een van de meest pijnlijke ingrepen die men zich kan voorstellen. De overheid zou het castreren nu toch eindelijk helemaal moeten verbieden! In 'BOERDERIJ' van 17 november 2009 lazen wij over een varkenshouder die zijn varkens óngecastreerd aflevert aan Slachterij Westfort in Gorinchem. En hij is niet de enige. De vermarkting van het z.g. 'berenvlees' loopt via De Hoeve BV, ketenregisseur voor de afzet van Milieukeur-varkensvlees. Binnen deze keten is men in 2007 al gestopt met castreren. Dekker: "Westfort test de beren op berengeur. het aandeel 'stinkers' blijkt met 1 procent vrij laag. Dat vlees wordt verwerkt in producten die niet in de braadpan komen, dan ruik en proef je de berengeur niet". (Dat was 30 jaar (!) geleden al bekend, dat slechts 1 procent van de mannelijke varkens de berengeur had - red.)
TWEEDE KAMER VOOR NERTSENFOKVERBOD Met een meerderheid in de Tweede Kamer (PvdA, SP, PVV, GroenLinks, D66 en PvdD) is op 2 juli 2009 een wetsvoorstel van SP en PvdA voor een verbod over tien jaar op het fokken van nertsen aangenomen. Het verbod moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Met name de compensatie-regeling zou nog een struikelblok kunnen zijn. De fokkers zouden nog tien jaar door mogen gaan en zullen daarna geen financiële compensatie krijgen. In Nederland worden zo'n kleine 5 miljoen nertsen per jaar in kleine kooitjes gefokt en met koolmonoxide in een gaskist vergast. Nederland staat op de derde plaats in de wereld van de nertsenbont-producerende landen. China en Denemarken staan op de eerste en tweede plaats. Wij hopen vurig dat de Eerste Kamer zal instemmen met het fokverbod. De Amerikaanse nerts, die voor het fokken wordt gebruikt, leidt in de natuur een leven op het land én in het water en voedt zich met vogels, vissen en andere kleine dieren. In de nertsenfokkerijen krijgen ze een brij van slachtafval te eten. Verder houden ze zich de hele dag bezig met wanhopig piepend tegen de wanden en het gaas van hun kooien te krabben om te kunnen ontsnappen uit hun levenslange hel. En dit alles alleen maar voor mensen die willen pronken door zich uit te dossen met andermans vel! Want voor de kou hoeven we immers allang geen bont meer te dragen!
DONS Zag u ook "Vroege Vogels" op 24 november 2009 op de televisie? Zo niet, dan hebt u niet gezien hoe ganzen op Hongaarse en Poolse ganzenboerderijen levend worden geplukt om dons te verkrijgen voor onze dekbedden, kussens en donsjassen. Wat we zagen is de gruwelijkheid ten top! Bij de speciaal daarvoor gefokte ganzen worden niet alleen de loszittende veertjes "geoogst", maar het dier wordt volkomen kaal geplukt, hetgeen extreem pijnlijk is. Men behandelt de dieren eigenlijk of ze al dood zijn. Tijdens het plukken terwijl men het dier tussen de knieën klemt scheurt de huid open, stukken huid worden gewoon afgescheurd, vervolgens worden de poten van de dieren vastgebonden en de wonden worden onverdoofd weer dichtgenaaid. Als de veren weer zijn aangegroeid moeten de arme dieren weer dezelfde marteling ondergaan, en dat gaat zo vier keer in hun leven. Als men de mensen die dit verschrikkelijke werk doen bekijkt: ze zitten en lopen en kijken volkomen afgestompt of het heel gewoon is waar ze mee bezig zijn. Hoe ver kan de mens gaan als men aan dieren geld kan verdienen! Een Nederlandse donzen-dekbeddenfabrikant werd in het programma om zijn mening gevraagd. Deze man reageerde uiterst hypocriet. Hij schoof de verantwoordelijkheid op de dierenbescherming, die moest zorgen dat dit soort toestanden niet zou plaatsvinden. Beste lezers, we kunnen maar eén ding adviseren: koop géén dekbedden, kussens of jassen die gevuld zijn met dons! Er is geen enkele garantie op dat dit dons niet afkomstig is van dieren die zo gruwelijk moeten lijden.
BRIEF AAN DE DIERENASIELEN De Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden (waar zoals u weet ook "Rechten voor al wat leeft" deel van uitmaakt) heeft op 30 november 2009 de volgende brief gestuurd aan alle dierenasielen in Nederland: "Wij sturen u hierbij ter informatie namens de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden het verhaal van onze recente ervaringen met het testen van het gedrag van inbeslaggenomen honden toe. Wij zijn ook benieuwd naar úw ervaringen hiermee. Wij hebben het afgelopen jaar herhaaldelijk moeten constateren dat honden na een al dan niet volledig afgenomen agressietest (voortijdig afgebroken omdat de hond niet uit de kennel te halen was, of te agressief was om zonder gevaar voor de omstanders getest te worden) ten onrechte een euthanasie-advies kregen. Het heeft ons veel moeite gekost om Justitie ervan te overtuigen dat de resultaten van de in een opslag afgenomen gedragstest een verkeerd beeld kunnen opleveren. In een aantal gevallen heeft Justitie op ons verzoek ermee ingestemd dat de honden opnieuw getest werden nádat ze gedurende een periode van enkele weken tot rust konden komen in een andere omgeving. Ondergebracht in die andere omgeving, waar onmiddellijk werd begonnen met het opbouwen van een persoonlijke relatie en vertrouwensband met de hond door een vaste verzorgster, en de hond wel contact had met een soortgenoot, bleek na een viertal weken dezelfde (!) test een heel ander beeld van de hond te geven. Op onze website www.hulpinbeslaggenomenhonden.nl (in het zwartboek) staan de honden Boran, Boby, Gino en Ruby. Al deze honden kregen een herhaald euthanasie-advies nadat zij (na inbeslagname) in de opslag verschillende keren getest waren met een volgens het ministerie hoogwaardige test (risico-assessment) door gedragsdeskundigen. Door bemiddeling van ons of een advocaat van de eigenaar van de hond zijn deze honden met toestemming van Justitie bij de opslaghouder weggehaald en naar de interne opvang van probleemgevende honden van Martin Gaus te Lelystad gebracht. Nadat deze honden een aantal weken bij Martin Gaus verbleven, daar een maatje kregen en een verzorg(st)er die hen veel tijd en persoonlijke aandacht gaf, zijn al deze honden alsnog voor dezelfde gedragstest geslaagd. Dit laat zien dat de omstandigheden waarin een hond zich bevindt (en het ontbreken van een voor de hond belangrijke vertrouwenspersoon) een test in hoge mate kunnen beïnvloeden. Inmiddels is de zesde hond met een euthanasie-advies bij Martin Gaus geweest om te herstellen en is hierna geslaagd voor de test. U heeft zelf ongetwijfeld door uw werken met honden meermalen de ervaring opgedaan dat het voor een hond al vanaf de eerste dag traumatiserend kan werken wanneer hij vanuit een huiselijke situatie met mensen die hij vertrouwt, achtergelaten wordt in een kennel of in een asiel met alleen vreemde mensen om zich heen. Wanneer de hond om wat voor reden dan ook geïsoleerd raakt, omdat hij geen vertrouwensband kan opbouwen met het personeel, kan hij de wereld buiten zijn kennel als uiterst bedreigend ervaren. De hond kan daardoor wantrouwend, angstig of agressief reageren. Wanneer de hond vervolgens getest wordt vanuit die situatie is de kans groot dat de uitslag negatief is. Krijgt zo'n hond echter de kans om in een nieuwe situatie een vertrouwensband op te bouwen, en wordt de hond pas daarna getest, dan is de kans groot dat de uitslag positief is, zo is meermalen gebleken. Wij zijn blij dat Justitie de laatste tijd steeds vaker toestemming heeft gegeven om een hond uit de traumatiserende situatie te halen voordat hij opnieuw getest wordt. Wij zijn benieuwd naar uw ervaringen op dit terrein en zijn van onze kant graag bereid u desgewenst te helpen door bij Justitie te bepleiten om inbeslaggenomen honden eerst tot rust te laten komen. Het bovenstaande kan uiteraard ook van toepassing zijn op honden die niet inbeslaggenomen zijn, maar wel in een dierenopvangcentrum zitten. Er zijn honden die in de asielsituatie gestresst raken. Als deze honden een gedragstest moeten ondergaan, dan zouden ook zij het beste eerst enkele weken bij een gastgezin tot rust moeten kunnen komen om pas daarna met de begeleider/ster van het gastgezin erbij een gedragstest te ondergaan. De begeleider/ster die de hond in huis heeft meegemaakt kan daarbij belangrijke informatie over de hond verschaffen. Mocht u zelf niet over gastgezinnen beschikken, dan kunt u altijd contact met ons opnemen om een goede plek voor resocialisatie voor de hond te vinden. In afwachting van uw reactie…".
ONZE ZWERFKATTENPROJECTEN Het is een zeer vruchtbare zomer geweest in het afgelopen jaar. Niet alleen de natuur bloeide weliger dan anders, ook zijn er meer zwerfkittens geboren dan in voorgaande jaren. Op het moment dat we dit schrijven zijn de mensen van onze zwerfkattenprojecten nog druk bezig met het vangen van de inmiddels grootgeworden, óngecastreerde en geslachtsrijpe katten om ze vervolgens te laten castreren, een goed tehuis voor ze te zoeken of anders toe te voegen aan de bestaande groep buitenlevende katten die dagelijks wordt verzorgd met voer, water en een onderkomen in bijv. kattenhuisjes. De dierenartsrekeningen en het voer worden door ons betaald. En de kosten zijn deze keer hoger dan vorige jaren vanwege het grote aantal zwerfkittens. Wat zou het toch mooi zijn als iedere katteneigenaar zelf de verantwoording op zich zou nemen zijn/haar eigen kat/poes te laten neutraliseren. Maar helaas is het nog lang niet zover.

Wij vragen uw hulp

Vanwege de hoge kosten die wij hiervoor moeten maken zijn wij zo vrij weer een acceptgirokaart in te sluiten en wij hopen dat u misschien iets voor dit doel wilt overmaken, niet in plaats van de jaarlijkse donatie maar als extra gift! De acceptgiro voor uw jaarlijkse donatie zult u in het aprilnummer aantreffen. Mogen we op uw extra hulp rekenen? Zeker nu in het koude en natte jaargetijde willen we zo min mogelijk zwerfkatten op straat.

Wat gemeentes zouden kunnen doen

Eén van onze zwerfkattenprojecten kwam met een prachtig idee. Zij schreven de eigen wethouder (van o.a. dierenwelzijn) een brief die wij hieronder verkort weergeven: "KATTEN, PROBLEEM EN OPLOSSING" Onder de gezelschapsdieren is de groei van de kattenpopulatie het grootst. Volgens onderzoeksgegevens vindt er in 10 jaar tijd een stijging van 50% plaats! Overvolle asiels en toenemende overlast van katten zijn het gevolg. Uit tellingen van de GGD blijkt dat er alleen al in Rotterdam zo'n 20.000 zwerfkatten zijn. Landelijk zijn het er volgens de Dierenbescherming minstens 150.000. Oorzaken: mensen die hun dieren verwaarlozen of bij verhuizing hun kat(ten) achterlaten. Het komt ook veel voor dat buurtbewoners die overlast ondervinden katten ontvreemden om ze elders te dumpen. Ongecastreerde zwerfkatten kunnen bovendien zeer snel in aantal toenemen. Een ongecastreerde poes kan met gemak 8 kittens per jaar krijgen en vanaf een leeftijd van 6 maanden zijn poezen al geslachtsrijp en planten ze zich voort. Vroeger werden pasgeboren kittens vaak gedood door de eigenaar, maar tegenwoordig worden ze dikwijls na 8 weken op een parkeerplaats, bedrijfsterrein of in een park of woonwijk aan hun lot overgelaten. Vooral de laatste paar jaar is er een sterk toenemende tendens om katten en kittens uit de auto te zetten. Behalve overlast van bijv. nachtelijk katergezang vanwege de krolse poesjes en de stank van sproeiende ongecastreerde katers kunnen door voortplanting ook ziektes als katten-aids van het ene dier op het andere worden overgedragen, waarna de kittens eveneens besmet kunnen zijn. Gedumpte katten kunnen in hun zoektocht naar voedsel vuilniszakken openkrabben en nestjes kittens krijgen in struikgewas, openstaande schuurtjes, loodsen of onder containers. Katten die buiten worden geboren kunnen meestal na 3 maanden niet meer worden gesocialiseerd en bij mensen geplaatst.

Castratie

Dat nog steeds velen hun poes of kater niet laten castreren kan vaak komen door gemakzucht, onverschilligheid of denkbeelden dat het voor een poes gezond is een nestje te krijgen. Ook is het "zo leuk voor de kinderen", "het is toch de natuur van zo'n dier", "die kittens raak ik heus wel kwijt". Het zijn veelgehoorde, maar niet goed doordachte argumenten. Soms hebben mensen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond bezwaar tegen castratie. Maar ook vaak zijn het de kosten waar men over valt. En als de onderhouds- en verzorgingskosten dan ook nog tegenvallen belandt het dier al gauw in het asiel maar heel dikwijls op straat, want in sommige steden worden mensen die afstand van hun kat willen doen of die een kat gevonden hebben door de asiels op wachtlijsten geplaatst. Bovendien ondervinden asiels veel concurrentie van internetsites als Marktplaats waarop men de mooiste, liefste of kleinste katjes kan uitzoeken en gratis afhalen, terwijl men in een asiel al gauw 90 euro moet betalen voor een geënte, gecastreerde en gechipte kat. Een ongunstige ontwikkeling voor de asiels, voor de woonwijken (overlast) en last but not least voor de katten zelf, want het zwerfkattenbestaan is hard.

Zwerfkattenproject

In onze gemeente hebben wij als vrijwilligers het probleem aangepakt door zwerfkattenpopulaties te laten castreren en chippen. Tamme dieren en kittens zijn herplaatst bij liefhebbers, en wilde en verwilderde dieren zijn teruggezet en hebben op diverse plaatsten een onderkomen gekregen in de vorm van een pipowagen, schaftkeet, blokhut, caravan, hondenhok of tuinbox. Hier kunnen ze eten, schuilen en slapen. Door regelmatige controle van deze huisjes door de vrijwilligers wordt de groep zo goed mogelijk onder controle gehouden. Deze methode is niet alleen diervriendelijk maar ook het meest effectief. Zo is op eén van de terreinen een populatie van 40 katten in 14 jaar teruggebracht naar 4. Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren was na een bezoek aan ons zó enthousiast dat zij deze methode in het hele land aanprijst. Ook hebben we een goede samenwerking met Stichting Amivedi en de Dierenambulance.

Probleem

Het mag duidelijk zijn dat we in een neergaande spiraal zijn beland, waarin de problematiek alleen maar wordt versterkt. Het aantal huiskatten neemt toe, het laten castreren en chippen is nog steeds geen gemeengoed, overlast neemt toe, het aantal zwerfkatten groeit, de asielen worden voller, het aantal dieren dat op straat belandt of daar blijft wordt daardoor weer groter etc. Nog even en de situatie is net zoals in Zuid-Europese landen waarin veel verwaarloosde zwerfdieren in het straatbeeld een normaal verschijnsel zijn. Willen we dat? Zo niet, hoe kan het tij worden gekeerd of wat kan de gemeente doen om dit te voorkomen?

Oplossing

Al jarenlang wordt castratie en registratie van huiskatten d.m.v. een microchip aanbevolen, maar zeer velen volgen dit advies helaas niet op. Gechipte katten kunnen bij vermissing snel met hun verzorgers worden herenigd. De reinigingsdienst in onze gemeente beschikt zelfs over een chiplezer voor het geval er dode katten worden gevonden, zodat de eigenaar kan worden ingelicht. Uitgebreide voorlichting over castratie en registratie heeft tot nu toe onvoldoende resultaat gehad. Om verergering van overlast van huis- en zwerfkatten te voorkomen, kan de gemeente een actieve rol spelen om het castreren en chippen van katten sterk te bevorderen. De APV kan een instrument zijn om dit probleem aan te pakken. D.m.v. een verordening zou de gemeente katteneigenaren kunnen verplichten tot castratie en chippen als hun katten in de openbare ruimte komen. Wil men dat niet, dan heeft men altijd nog de mogelijkheid om de kat binnen te houden of alleen op eigen (afgeschermd) terrein uit te laten. Deze maatregel brengt geen extra kosten voor de gemeente met zich mee. Sommige dierenartsen zullen na ingang van de verordening tijdelijk hun tarieven willen reduceren om de drempel tot castratie en chippen nog meer te verlagen. Wanneer ongechipte en ongecastreerde katten in de openbare ruimte worden aangetroffen zouden deze door particulieren of de dierenambulance naar het asiel kunnen worden gebracht alwaar de eigenaar zijn/haar kat kan afhalen na betaling van de castratie en registratie. Gezien de sociale controle door buurtbewoners die hinder ondervinden van ongecastreerde katten zal men zich aangespoord voelen om de APV na te leven. Door castratie en chippen van katten in de openbare ruimte verplicht te stellen middels de APV wordt niet alleen overlast verminderd, ook het aantal (gedumpte) kittens en zwerfkatten zal sterk afnemen. Het asiel kan dan de deuren openhouden in de vakantie-periode i.p.v. al een maximale bezetting bereikt te hebben nog voordat de zomer begint". (Misschien een voorbeeld voor úw gemeente? - red.).
ANBI Dikwijls krijgen wij de vraag voorgelegd van donateurs of "Rechten voor al wat leeft" wel een ANBI-instelling is. Ja, wij zijn een ANBI-instelling, d.w.z. dat wij door de Belastingdienst zijn aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling. Dat brengt het volgende met zich mee.
  • Een ANBI hoeft geen successierecht of schenkingsrecht te betalen over erfenissen en schenkingen die de ANBI ontvangt in het kader van het algemeen belang.
  • Als een instelling door de Belastingdienst is aangewezen als een ANBI, kan een donateur giften van de inkomsten- of vennootschapsbelasting aftrekken, als het totaal van zijn/haar giften in een jaar boven een drempelwaarde uitkomt.

De Stichting Rechten voor al wat Leeft.

Auteur .

pijl omhoog