Anna van Beek begint bij het dier |
Waarom kom ik voor dieren op?Geschreven door Anna van Beek.
Waarom juist steeds weer voor hen, en minder, of niet, voor al die mensen zonder
huis, eten of gezondheid? Menig sloppenwijk-kind zou
wat geven voor de maaltijd die een Westers huisdier
dagelijks krijgt opgediend. Is een dier kwetsbaarder
of hulpelozer dan een mens? Waarom kies ik elke keer
weer, al gedurende mijn hele leven, voor het dier als
een beroep wordt gedaan op mijn vrijwilligerstijd, inzet
en/of geld? Misschien simpelweg omdat je ergens een
keuze moet maken, en niet al het wereldleed op je schouders
kunt torsen? Of is het zo dat nergens het onrecht en
leed zo 100% duidelijk en schrijnend is als wanneer
een weerloos dier wordt mishandeld? Een sloppenkind
is, hoe zwaar zijn leven ook is, in ieder geval een
lid van de diersoort mens. Hetgeen de kans dat hij zijn
leven lang in het donker in een kleine kooi wordt opgesloten
of dat er pijnlijke en beangstigende medische experimenten
met hem worden uitgevoerd toch aanzienlijk verkleint.
Mocht een dergelijk lot hem al ten deel vallen, dan
is dat in ieder geval strafbaar, en bestaat de kans
dat andere mensen het voor deze soortgenoot opnemen.
Bij dieren daarentegen, zeker in de Westerse wereld,
is de situatie omgekeerd. Hier geldt het recht van de
mens om een dier economisch optimaal te benutten, hetgeen
in nietsontziende industriƫle verwerking van dieren
is ontaard, en geldt zelfs de wettelijke plicht voor
producenten van medicijnen om dieren te vergiftigen,
open te snijden, te verminken of psychisch te kwellen,
alvorens een nieuwe uitgevonden stof op mensen mag worden
uitgetest. Aan het misbruik van dieren ligt zeker voor
een deel de overtuiging van veel mensen ten grondslag
dat een dier onderschikt is aan de mens. Maar ik geloof
dat onwetendheid een nog veel grotere factor is in het
mogelijk maken, en houden, van de voor mij persoonlijk
onverteerbaarste vormen van dierenmishandeling, namelijk
dierproeven en bio-industrie. |
En het is hier dat ik een kans zie om mijn verontwaardiging
en machteloze woede om te zetten in iets opbouwends,
namelijk door zoveel mogelijk informatie te proberen
te geven over de puur economische
machten achter de farmaceutische industrie en de vlees-
en zuivelindustrie. Ik ben er van overtuigd dat
ieder mens en elk volk in staat is om terzijnertijd
de gruwelijkste dingen met andere mensen uit te halen,
als het toestaat dat zoiets onschuldigs en weerloos'
als een dier in gevangenschap wordt uitgebuit en mishandeld.
Het Duitse volk is na de Tweede Wereldoorlog tot in
den treure aangevallen op haar repliek "Wir haben es
nicht gewusst". Persoonlijk denk ik dat de grote massa's
inderdaad niet hebben geweten welke misdaden er in hun
naam werden begaan. En dat er wel degelijk groots in
gang gezette misstanden rechtgezet kunnen worden, als
eenmaal maar genoeg mensen door de leugens, propaganda
en reclame van enkelen hebben leren heen zien (vergelijk
bijvoorbeeld het succes van de anti-kernenergie-beweging). |
Samengevat geloof ik dat het
wel mogelijk is om op een ethisch verantwoorde manier
met dieren samen te leven, overal ter wereld, als mensen
maar eenmaal weten welke misstanden er zijn, waardoor
die er zijn, en welke zeer voor de hand liggende alternatieven
er voorhanden zijn. Onderzoekers en boeren laten niet
graag cameraploegen toe in hun laboratoria en geluidsdichte
stallen, en dat is niet voor niets. Wat niet weet, wat
niet deert; ook in ons land en overal elders wordt 'von
nichts gewusst', en daardoor kunnen diepgewortelde misstanden
blijven bestaan en miljardenwinsten over de ruggen van
dieren gemaakt blijven worden. Ziehier dus mijn motivatie
om mij voor organisaties in te zetten die de rechten van
dieren verdedigen: iedereen mag van mij zijn eigen mening
hebben, maar aan mij zal het niet liggen, dat mensen 'nergens
van geweten' hebben.
En op een of andere manier geloof
ik dat een maatschappij die verantwoordelijkheid neemt
voor haar zwakste en meest afhankelijke leden (lees: dieren),
vanzelf ook beter met mensen zal omgaan. |
|
|
|
|
|