Kanttekeningen bij (com)passie |
Het boeddhisme heeft het vaak over compassie, over mededogen, over de ontwikkeling daarvan in de menselijke ziel.
Dit dus in tegenstelling tot passie.
Bij passie kun je snel fanatiek worden, geƫmotioneerd, verblind waardoor je niet meer helder ziet en hoort.
De passie van Calvijn was er mede de oorzaak van dat andersdenkenden dan hij, op de brandstapel eindigden.
De fundamentalisten zijn erg gepassioneerd gelovig net als de Ku Klux Klan.
Kortom gepassioneerdheid leidt nogal eens naar onverdraagzaamheid.
Ook Hitler was een gepassioneerde man.
Een belangrijk aspect van (Zen)meditatie is juist de onthechting van de hartstochten.
Daarvoor in de plaats ontstaat dan een kalme geest die tot inzicht leidt en last but not least tot mededogen.
Het moge duidelijk zijn dat mededogen c.q. compassie van een heel andere orde is dan passie.
In dit laatste geval is de uitspraak dat de weg naar de hel vaak geplaveid is met goede voornemens misschien ook wel van toepassing. |
Vergelijk een stil meer maar met een door de wind woest
opgestuwd meer.
Het woeste meer wordt geheel en al door zichzelf in
beslaggenomen terwijl als je een klein kiezeltje in
het stille meer gooit het meer dat duidelijk zal laten
merken.
Vergelijk in dit geval ook emotie en gevoel.
Het woeste meer is a.h.w. geheel al door zichzelf in
beslag genomen, gepassioneerd, terwijl het stille meer
ontvankelijker, gevoeliger is. Genoemde twee begrippen
worden binnen onze cultuur vaak op een hoop gegooid.
Net zoals liefde en sex bijvoorbeeld.
Onze cultuur lijkt nog niet ontwikkeld genoeg om zich
van dit onderscheid tussen gevoel en emotie bewust te
zijn.
Jezus lijkt me ook meer de figuur van het mededogen
dan van de passie, hoewel ik me kan voorstellen dat
theologen hierover een gepassioneerd debat zouden kunnen
voeren.
Kortom enige kritiek op het begrip passie lijkt me niet
overbodig.
Over de personen die genoemd worden wil ik er graag
even Maria Magdalena uitlichten.
In een onlangs verschenen boekje van de hoogleraar
in de theologie Auke Jelsma wordt zij ook genoemd.
Het boekje heet: Doorgevingen van Jezus.
Jezus, die in een soort visioen aan Auke Jelsma verschijnt,
praat daarin ook over wie Maria Magdalena eigenlijk
was. Daar blijkt Maria Magdalena een paranormaal hoog
ontwikkelde vrouw te zijn. En hoewel ze erg veel van
elkaar hielden hadden ze nooit een erotiese relatie
want daar had Jezus, volgens eigen zeggen in dat boekje,
geen tijd voor. Het ontbreken van elke vorm van pathetiek,
volgens mij familie van de passie, droeg voor mij
bij aan het waarheidsgehalte van dit geschrift.
Tot zover Ruud Steenbergen. |
Voor wie wil weten in hoeverre zijn of haar opvattingen overeen komen met het boeddhisme of andere levensovertuigingen, doe via deze link een test. |
|
|