Hoe men omgaat met dieren bij de opleiding diergeneeskunde |
Onderstaand verhaal van Annette werd ons gestuurd rond het jaar 2000.
Inmiddels is er het een en ander veranderd. Vindt u dat ook? Stuur ons een e-mail. We lezen graag dat er tegenwoordig meer respect wordt getoond voor dieren.
Door Annette van Weezel Errens.
Toen ik 18 was ben ik, meteen met de eerste keer meeloten,
ingeloot voor de studie diergeneeskunde. Dit had ik
niet verwacht, onthutst van de omslag in mijn leven
(ik wilde immers een jaar naar het buitenland) en mijn
hele omgeving blij voor mij, dat mijn wens als kind
werkelijkheid kon gaan worden: ik zou dierenarts worden.
Voor aanvang van de eerste studiedag moesten we niet
alleen 18 pasfoto's inleveren maar ook een contract
tekenen dat je akkoord ging met alle proeven en handelingen
op dieren die je gedurende je opleiding zou tegenkomen.
Ik vroeg me toen wel even af wat dat te betekenen had,
maar ik had het te druk met dingen als een kamer en
microscoop regelen en gewoon student zijn, om hier lang
bij stil te staan. |
De tijd vloog en al snel kwam het kuikenpracticum.
We waren van tevoren al ingelicht dat als je de kuikentjes
niet mee naar huis nam, ze dan door de versnipperaar
zouden gaan. Dit deden ze om je gevoel voor dieren te
testen.
Voor het practicum gingen we nummers met pinnen door
de vleugeltjes van de kuikentjes prikken. Er was wel
over nagedacht dat er niet te veel kuikens waren, wat
tot gevolg had dat de kuikens hun vleugeltjes bijna
niet meer konden bewegen omdat er zoveel nummertjes
inzaten. Ik heb toen geen kuikentje mee naar huis genomen
en er is er uiteindelijk geen een door de versnipperaar
gegaan. Ook in het eerste jaar kregen we met een groepje
van 4 studenten een dode hond. Dit waren meestal in
beslag genomen pitbulls die dan later werden afgemaakt.
De bedoeling was dat we in 2 semesters deze hond helemaal
zouden ontleden tijdens de bouw- en functie-practica.
Wij hadden onze hond Tarzan genoemd en, ook al was die
dood, toch was ik een beetje aan hem gehecht. Toen we
bij een practica zijn kop doormidden moesten zagen met
een ordinaire houtzaag, ben ik toch uit respect voor
hem en mijn maaginhoud maar even een sigaretje op de
gang gaan roken. Ook was ik enigszins geschrokken toen
de hond van een andere groepje opeens 4 pups in haar
buik bleek te hebben.
Bij een ander practica moesten we bij een koe met een
fistel (pensdop) haar pens leeghalen zodat we de penscontracties goed konden voelen. De faculteit had 3 van dit soort
koeien waar de studenten mee konden oefenen en waar
zij pensvloeistof van afnamen om zieke koeien te transfauneren.
Het was voor mij een duidelijk teken dat koeien geen
domme beesten waren omdat er altijd standaard 1 student
van top tot teen onder de pensvloeistof zat, omdat die
ene koe wist bij welke aantrekking van de buikspieren
dit effect te bereiken was. Als dit jou gebeurde stonk
je dus een week naar pens. |
Tijdens mijn eerste jaar brak ook de varkenspest
uit. Ik heb daar gelukkig nooit aan mee gewerkt. Maar
als je de verhalen hoorde waarmee de studenten die daar
wel (voor 35 gulden per uur) aan meewerkte, werd je misselijk.
Een student moest van een dierenarts een varken doodmaken
door de inhoud van een abces intraveneus in te spuiten.
Wat mij ook opviel was dat de meeste studenten die aan
de lopende "elektrocuteer" band stonden de
eerste dagen het nog over varkens hadden maar naarmate
zij dit werk langer volhielden, zij meer met het vernietigen
van massa bezig waren waar alleen de technische en logistieke
aspecten van het proces van belang leken.
In mijn tweede jaar werden de practica wat grover.
Voor het vak topografische anatomie moesten we eerst
een levende koe en pony bekijken en bevoelen waarna
ze op een later tijdstip dood in het rek hingen om de
binnenkant te bekijken. Ik heb deze practica's
wel altijd erg interessant gevonden maar vond het toch
niet zo leuk voor die dieren die hiervoor geofferd werden
(maar dit waren er 2 voor 175 studenten). Later dat
jaar kregen we een spierpracticum, waar de docent eerst
met een levend ratje in zijn handen wegliep om vervolgens
met alleen nog het kloppende hartje terugkwam (1 op
10 studenten). Ook gingen we tijdens een keuzevak hamsters
infecteren met leverbotslakjes om ze vervolgens dood
te maken en hun levers te pureren en daar allemaal proefjes
mee te doen (dit onderzoek had geen bijdrage aan wetenschappelijk
onderzoek, alleen voor de student, die kon dan zien
wat er precies gebeurde op fysiologisch gebied. Dit
stond overigens ook al uitgebreid in diverse boeken
beschreven). |
Zelf hield ik in die tijd tamme ratjes
als huisdier. Ik weet nog goed dat toen op een dag Lotje
(zo heette mijn ratje) zo oud was dat ze waarschijnlijk
niet langer dan nog een paar dagen te leven had, ik
haar lijden niet meer kon aanzien. Ik besloot haar zelf
dood te maken. Dit is toen zonder strijd heel netjes
met behulp van ether gelukt. Maar het rare was dat ik
me vooral ontzettend trots voelde dat ik in staat was
mijn eigen huisdier dood te maken zonder daarbij een
droevige emotie te krijgen. Nu word ik zeker een goede
dierenarts dacht ik toen.
In mijn derde jaar ging ik op stage geitenverlossen.
Dit is het gedeelte van het vak waar de droom van "het
dierenarts zijn" uit is ontstaan. 's Nachts
je bed uit om dan geiten te helpen met de bevalling
van hun lammetjes in de schuur, terwijl het buiten van
dat gure winterweer is. Een ontzettend leuke stage heb
ik toen gehad waar ik de hele week bezig ben geweest
met de verzorging van de lammetjes en moeders. Alleen
kwam aan het eind van de week meneer de opkoper de lammetjes
halen voor ƒ2,50. Niemand zit namelijk op al die
lammetjes te wachten die voor de melkproductie geboren
moeten worden. Op de melk zit overigens ook niemand
te wachten maar de overheid subsidieerde bedrijven die
een geitenmelkerij opstartten of overschakelden van
koemelk naar geitenmelk.
In ieder geval zag ik toen hoe meneer de opkoper mijn
lammetjes in de wagen schopte, ik heb ze er toen zelf
maar met tranen in mijn ogen rustig ingezet, want ik
wist ook wel ongeveer hoe de toekomst er voor deze ongewenste
diertjes uit zou zien.
Op een latere stage bij een dierenarts heb ik geholpen
met de geboorte van een kalf. Dit was voor mij de eerste
keer en ik was best emotioneel betrokken bij het gebeuren.
Erg spijtig vond ik het alleen wel dat de moeder niet
bij haar kind mocht blijven. Het kalf ging direct na
de geboorte de kist in en moeder mocht haar melk inleveren.
Ik vroeg me af of dit nou de industrie was die ik ging dienen. |
Bij een college ziektekunde kwam er op een
gegeven moment discussie over dat voor het verkrijgen
van de juiste diagnose van een leveraandoening je eerst
een echo kon maken en als je er dan nog steeds niet uit
was dan nam je een biopt van de lever. Bij de faculteit
diergeneeskunde ging het anders, eerst nam men een biopt
en dan de echo. Mijn opmerking dat de dierenarts dan het
dier onnodig ongerief aandeed werd van tafel geveegd,
want zo werkte de administratie nou eenmaal bij de gezelschapsdierenkliniek
van de faculteit.
De onvrede begon bij mij toe te nemen en ik ben met een
opleiding acupunctuur begonnen. Toen werd mij pas echt
duidelijk in welke zin wij werden opgeleid om de belangen
van de industrie te dienen. Zolang je je als student nog
niet met alternatieve geneeswijzen bezighoudt geloof je
nog dat de enige faculteit diergeneeskunde van Nederland
de waarheid spreekt. Door een overvol studieprogramma
krijg je ook amper de gelegenheid om te ontdekken dat
er meerdere wegen naar Rome leiden. Dit stoorde mij ernstig
en ook dat je in de laatste 3 jaar van de opleiding voornamelijk
bezig bent met het herhalen van die ene waarheid van de
faculteit, namelijk dat we antibiotica corticosteroïden
toepassen of als het economisch niet meer interessant
is, we het dier doden. We moesten echt letterlijk bij
tentamens het toe te passen farmaceutische preparaat noemen
als het goede antwoord. |
Toen ik eind 1999 een week lang het slachthuis
in moest en daarvoor moest tekenen dat ik mijn mond dicht
zou houden was de maat vol voor mij. Ik ben toen ook acuut
vegetariër geworden na die week.
Dierenartsen die vol trots de nieuwe kippenstort machine
laten zien en "dit is zoveel beter voor de
kippen", ze krijgen veel minder kneuzingen
op het traject van de vrachtwagen tot het mes waardoor
er veel minder vlees hoeft te worden afgekeurd wegens
blauwe plekken.
Bij het runderslachthuis viel er net op het moment dat
ik er stond, een koe die niet geraakt was met de kogel
in haar voorhoofd, door het gat, haar strot werd er dus
doorgesneden terwijl ze nog bij bewustzijn was, maar dit
gebeurde normaal nooit werd mij verteld. Ook was er "zo³
handig", een man die in een daklozen opvangtehuis
in de buurt zat. Deze man kwam voor een broodje kroket
de hele dag de koeien die stonden te wachten voor de slacht
opjagen met de stroomprikker.
In het varkens slachthuis werd er ook geen rekening gehouden met het welzijn van
de varkens, in die zin dat varkens met dusdanige abcessen
die het risico liepen te springen ergens in het slachtproces
er door de dierenarts werden uitgehaald. Deze dieren werden
dan verplaatst (zij konden dan meestal ook bijna niet
meer lopen van de pijn) om dan 48 uur later (zonder eten
of drinken en met allerlei vreemde dieren in een hok)
nog eens een keertje op een noodslacht plaats te worden
geslacht, waar in 99% van de gevallen het vlees wordt
afgekeurd (maak ze dan meteen af als je als dierenarts
in het belang van het dier handelt).
In Nederland werden er toen 1,3 miljoen dieren per dag
geslacht voor voornamelijk de export. Naast dat deze dieren
een onwaardig leven hebben gehad en de belasting voor
het milieu die deze industrie tot gevolg heeft, houden
we de derde wereld landen arm met onze overproductie.
Dierenarts worden en dan collega worden van mensen die
deze industrie goedkeuren en de medicijnen leveren aan
deze industrie zodat zij in stand kan blijven zou ik mezelf
nooit vergeven. |
Bij een werkcollege ethiek moesten we antwoord
geven op de vraag: "waarom het moreel verwerpelijk
is om direct na het seksen de mannelijke vleeskuikens
door de versnipperaar te halen omdat het economisch niet
interessant is om deze dieren af te mesten (vrouwtjes
hebben een hogere voederconversie)". Het antwoord
van mijn medestudenten was dat dit beter was voor de mannelijke
diertjes want als ze 6 weken in zo'n schuur moeten
zitten (wat de vrouwtjes doen) dat dat helemaal niet leuk
is. Mijn opmerking dat we naar mijn idee zaten te praten
over een druppel van een emmer die al lang over was gelopen
werd aangevallen met "oh heb je haar weer" en
"wat naïef het was van mij om te denken dat
de dierenarts er voor het dier was". |
Het leek er even op dat ik mezelf ging verliezen
in de opleiding tot dierenarts, gelukkig werd ik
op tijd wakker en heb voor mijn geweten gekozen
door niet met deze opleiding op de manier zoals
deze werd aangeboden door de faculteit door te gaan.
Toch heb ik geen spijt dat ik zoveel heb gezien
van ons handelen met dieren en de rol van de dierenarts
daarin. De bio-industrie is totaal doorgedraaid
maar wij zijn hier wel allemaal
verantwoordelijk voor, daar kun je niet maar
één partij de schuld van geven.
Het lijkt nu wel door het bovenstaande te lezen dat
het alleen maar vreselijk is om diergeneeskunde te studeren,
maar tijdens de opleiding zijn er ook wel een heleboel
leuke momenten geweest, met een overvol studentenleven
heb ik een aantal plezierige jaren in Utrecht gehad.
Het is jammer dat de faculteit diergeneeskunde zover
is gegaan in haar verzet tegen een student met een eigen
mening in het belang van het dier. |
|
|
|
|
|