We zijn allemaal verantwoordelijk voor dierenrechten
Naar een optimaal verantwoord gedrag ten aanzien van dieren
Uit vrijwel alle bijdragen aan Animal Freedom
spreekt dat het startpunt ten aanzien van ons handelen
ten opzichte van dieren zou moeten zijn: het
recht van dieren op vrijheid. Vrijheid om zich natuurlijk te gedragen en naar hun aard te leven.
Dit recht wordt pas ten volle
gehandhaafd en het belang van het dier het meest gediend
wanneer we geen dieren meer eten, geen huisdieren meer
in gevangenschap houden en alle dieren in de vrije natuur in
een natuurlijke balans leven, met voldoende ruimte, in
een natuurlijke omgeving, met alleen natuurlijke vijanden.
Maar ook in een samenleving, waarin nog wel huisdieren
zijn en dieren nog wel worden gegeten kunnen we een aantal
zaken doen om het dierenrechten beter te garanderen.
Wie zijn verantwoordelijk voor dierenrechten?
Het moge duidelijk zijn dat de verantwoordelijkheid
voor dierenrechten op allerlei niveaus ligt.
Bij de kiezer, die met zijn stem politieke invloed
kan uitoefenen.
Bij de consument,
die bij de dagelijkse keuze en de bereiding van het
voedsel elke dag opnieuw de kans heeft om een verantwoord
menu samen te stellen. Verantwoord betekent ook dat
men bereid is om zich te verdiepen in de bereidingswijze
van alternatieve maaltijden.
Bij de supermarkten en fast-food-ketens die via hun grote aanbod en lage prijzen de consumptie
van vlees vergroten. Zouden zij alleen lokaal vlees
mogen inkopen van een minimaal niveau qua dierenwelzijn, dan kan een dam worden opgeworpen tegen
internationale handel in bio-industrievlees.
Bij belangengroepen
van consumenten en producenten die door voorlichting
en onderhandelingen beeldbepalend en attitudevormend
zijn. Het laatste geldt ook voor de media (journalisten,
reclamemakers, entertainers, enz.).
Bij de kerk die mede bepaler is van normen en waarden.
Bij de controlerende instanties. Een varkenshouder
wordt hooguit 1 keer in de zeventien jaar gecontroleerd
op het welzijn, terwijl de meerderheid van de varkenshouders
één of meer aspecten van het varkensbesluit
overtreedt (uit het jaarverslag van de Algemene Inspectiedienst).
Bij de politiek, die (inter)nationale afspraken
kan maken over behandeling van dieren en vastlegging
van grondrechten van dieren, bijv. via de WTO.
Door internationale handel
in vlees tegen te gaan, wordt bio-industrie ontmoedigd
en de biologische veehouderij gesteund.
Bij de overheid, die regulerend kan optreden tegen
uitwassen in de markt en in de huisvesting van dieren.
De overheid beheert het belastinggeld en moet er voor
waken dat zij geen oneigenlijke subsidie geeft aan
zaken, die ongelijkheid vergroten of die onfatsoenlijke
toestanden ondersteunen.
Bij de veehouder en de huisdierbezitter, als
degenen die de kwaliteit van het leven van het dier
inhoud geven en onder controle hebben.
Naast een verantwoordelijkheid heeft een vleesetende consument ook een belang bij een lage prijs voor het vlees. Daardoor is er een groot verschil tussen wat de burger met de mond belijdt en als consument doet.
Ook bedrijven hebben economische
belangen in de exploitatie van dieren, bijvoorbeeld
de banken, de toeleveringsbedrijven, de vleesverwerkende
industrieën, de veevoederindustrie,
de horeca enz..
Door de overproductie, gericht op export, in de intensieve
veehouderij zijn vleesprijzen (inter)nationaal lager dan
verantwoord is. Het houdt Nederland tegen om internationaal
druk uit te oefenen op andere landen, omdat ons land zelf
ook boter op het hoofd heeft ten aanzien van dierenwelzijn.
De laatsten (degenen die dieren houden) in deze opsomming
hebben meer verantwoordelijkheid te dragen dan degenen die niet direct met dieren te maken hebben.
Sinds de ontwikkeling naar meer verantwoordelijkheid
voor het individu wordt de rol van bewakers van de moraal
als de kerk en de overheid steeds kleiner. Deze ontwikkeling
is goed, maar er moeten instanties over blijven om ervoor
te waken dat kwetsbare partijen niet de dupe worden.
De WTO (World Trade Organization) probeert zoveel mogelijk
markten toegankelijk te maken voor internationaal handelsverkeer.
Dit is nadelig voor dierenwelzijn, omdat landen die
zich daaraan het minst gelegen laten liggen, kunnen
produceren tegen de laagste kostprijs.
De beschermende rol is in eerste instantie weggelegd
voor de overheid. Natuurlijk kunnen anderen de overheid
helpen bij het bewust maken en houden van de bevolking
over de omgang met dieren. Dit geldt voor de kerk,
scholen, maatschappelijke
instanties enz….
Boeren presenteren zichzelf graag als "slachtoffer"
en "stroman": van de banken, de veevoederindustrie,
van de afnemers. Het is slechts om de aandacht af te
leiden van hun primaire verantwoordelijkheid. Elke boer
die stopt met intensieve veehouderij draagt bij in het
verminderen van dierenleed.
Zelf verantwoordelijkheid nemen
Iedereen is (op meerdere niveaus) verantwoordelijk,
wat het weer gemakkelijk maakt om deze verantwoordelijkheid
af te schuiven. We moeten elkaar op deze verantwoordelijkheid durven
aan te aanspreken, maar helaas is dit geen favoriete
bezigheid van de gemiddelde Nederlander. Een oppakken
van onze verantwoordelijkheid op meerdere terreinen
tegelijk is de boodschap, oftewel een integrale aanpak;
er is niet één manier.
Iedereen kan iets voor dieren doen
Wacht niet af tot anderen beginnen, iedereen kan vandaag
(thuis en op het werk of op school) beginnen met
het geven van een goed voorbeeld. Je kunt zelf
veel doen voor dieren en dat kan nog leuk
zijn ook.
Zoals in een bekend Postbus 51-spotje wordt gezegd:
"de samenleving
dat zijn wij, de samenleving dat ben jij!
Dit artikel is onderdeel van een reeks over drogredeneringen en demagogie.
Sommige argumenten worden vaak gebruikt, maar zijn niet geldig.
Dat gebruiken van de zogeheten drogredenen doen voor- en tegenstanders van dierenrechten.
We zetten deze ongeldige argumentenop een rij en plaatsten daar het tegenargument bij.
Dit ten behoeve van een heldere en eerlijke dialoog.
Er zijn verschillende types drogredenen.
Zij worden expres of per ongeluk toegepast in een discussie.
Wees je daarom bewust van de uitgangspunten en integriteit van een opponent. Er zijn verschillende manieren om te reageren op drogredeneringen. Hier zijn enkele algemene tips.
Blijf rustig en emotieloos. Drogredeneringen zijn vaak bedoeld om emoties op te wekken, dus het is belangrijk om rustig te blijven en je emoties in bedwang te houden.
Identificeer de drogredenering. Probeer te begrijpen welke soort drogredenering wordt gebruikt, zoals een ad hominem-aanval of een afleidingsmanoeuvre.
Weerleg de drogredenering. Probeer de drogredenering te weerleggen door feiten te presenteren of logische argumenten te geven.
Blijf op het onderwerp. Probeer terug te keren naar het onderwerp waarover de discussie gaat en probeer de discussie te houden op een rationeel niveau.
Wees voorbereid. Als je weet dat je gaat praten met iemand die vaak drogredeneringen gebruikt, kan het nuttig zijn om voorafgaand aan het gesprek bepaalde feiten en argumenten te verzamelen om op terug te vallen.
Een leerzaam boek over drogredenen te herkennen en te weerleggen schreef Paula Steenwinkel. Voor wie zuiver wil redeneren en reageren en beu is van discussie-trucjes. Drogredenen, herkennen en weerleggen (bol.com).