Ondernemers in de agrosector die ongeveer 50% (70% de binnenwateren niet meegerekend) van het oppervlakte van ons land gebruiken, dragen 1,3 procent bij aan de werkgelegenheid. |
Animal Freedom roept
op tot een regionaal ingestelde landbouweconomie
en om de grenzen te sluiten voor de import
en export van vlees en zuivel afkomstig
uit de bio-industrie. Waarom willen we dat
en wat zijn de gevolgen? Wie meer wil weten over de details achter de cijfers waarmee alle berekeningen zijn gemaakt, wordt naar dit overzicht van de exportcijfers van 2019 of naar het overzicht van alle gehouden dieren in ons land. Een tweede oproep is om in de landbouw alleen nog maar biologisch (nog liever ecologisch) te gaan werken. Dit levert een verbetering van het dierenwelzijn op, met name door het stoppen van de internationale transporten van levende dieren. Niet alleen levert het meer vrijheid op voor de dieren, maar ook voor de veehouders die nu in de tang worden gehouden door de veevoeder- en vleesverwerkende industrie. Het wezen van export van dierlijke producten is dat je de kostprijs van het houden van landbouwhuisdieren zo laag mogelijk probeert te houden zodat je goedkoper produceert dan je collega's in het buitenland en hun dus weg kunt concurreren op hun eigen markt. Deze doelstelling levert dierenleed op in eigen land en scheve ogen van veehouders in het buitenland die minder inkomen hebben. Eigenlijk is de intensieve veehouderij om deze redenen een asociale bedrijfstak, te meer omdat in eigen land en in de Derde Wereld ruimte en milieu moet wijken voor de productie. |
De varkenshouderij
Een productie uitsluitend voor de
nationale consumptie kan worden bereikt
door per bedrijf minder varkens te
houden en het varken in een natuurlijk
tempo te laten groeien, zoals gebruikelijk
is in de biologische veehouderij.
De varkens hebben dan ook meer stalruimte
en een uitloop naar buiten. Deze meer
extensieve wijze van varkens houden
zou aan evenveel varkenshouders werk
geven als nu. In de vleesverwerkende
industrie kost het echter werkgelegenheid. De melkveehouderij
|
Inkomenspositie Het is duidelijk dat een krimp van
de veestapel voor de veehouderij moet
worden gecompenseerd door een hogere
prijs van het product. Bij voorkeur
wordt deze compensatie geboden door
een gezond marktmechanisme. Een protectionistische
maatregel (het sluiten van de grenzen
of althans regionalisering), normaal
gesproken ongewenst, is nu zowel in
het belang van het dier, het milieu
als de gezondheid van de consument. Door het sluiten van de grenzen voor vlees en zuivel voorkomen we al deze problemen en met het afschaffen van de diverse subsidies betekent het voor de Nederlandse boer en consument uiteindelijk winst. MestkuikenhouderijKuikenvlees wordt bijna evenveel gegeten als rundvlees. Net als bij de varkens geldt dat er grofweg drie keer zoveel wordt geproduceerd als in eigen land geconsumeerd. Een omzetting van intensief naar biologisch zou het aantal bedrijven kunnen handhaven op het niveau van 1230, mits de gemiddelde bezetting zou dalen tot een kwart of een derde van de populatie. Het is denkbaar dat analoog aan de melkveehouderij het vlees van overjarige, maar niet uitgeknepen leghennen zou worden gegeten in plaats van de nu speciaal gekweekte "turbo"mestkuikens. Zoals bekend worden deze arme diertjes niet ouder dan zes weken. Misstanden tijdens internationale diertransportenCIWF-nl heeft een film gemaakt over de export van koeien naar een ver slachthuis met EU-subsidie. Tijdens de ellenlange internationale diertransporten bezwijken vele dieren, zie deze filmrapportage. Geld besparenWanneer Nederland een einde maakt aan de bio-industrie gaat dat de belastingbetaler veel geld besparen. Dat lijkt tegen de recente manier van economisch redeneren in te gaan, maar is het niet. |
Meer lezen? Klik hier voor het onderwerp "export" in weblogs. |