In ons land worden veel meer dieren gehouden dan nodig is voor de nationale en regionale consumptie. Het overschot wordt geƫxporteerd.
De tabel hieronder geeft een aantal kerncijfers weer over de intensieve en biologische melkveehouderij in Nederland.
N.B.
De cijfers, gepresenteerd in dit artikel, zijn weliswaar niet de actuele cijfers, maar de teneur is sindsdien niet veranderd.
In de eerste kolom vindt u bepaalde
aspecten, bijvoorbeeld hoeveel vlees een gemiddelde
Nederlander eet. De tweede kolom onder "1999"
geeft vervolgens het gemiddeld gebruik voor 1999 (88 kg).
Hoewel dat jaar al weer ver achter ons ligt, is de aan de relevantie ondertussen niet veel veranderd.
Berekend over alle Nederlanders levert
dat de benodigde hoeveelheid vlees in kg op uit
de derde kolom. De laatste kolom geeft commentaar
en verduidelijking.
De tabel maakt duidelijk wat de aantal gehouden dieren zijn
als alle intensieve veehouders zouden omschakelen
naar biologische bedrijfsvoering, alleen gericht
op de nationale markt, zonder export. Los van
bedrijfseconomische gevolgen betekent dit ook
een groter ruimtegebruik binnen en buiten de stal.
In de tabel wordt het benodigde aantal biologische
rundveehouders berekend, er van uitgaande dat
het slachtgewicht en de consumptie van rundvlees
in Nederland gelijk zou blijven, ondanks te verwachten,
hogere vleesprijzen. De meeste rijen zijn extra
en geven voor de berekening niet essentiƫle,
maar mogelijk interessante informatie.
Uit de tabel kunt u afleiden dat de modale Nederlander
per jaar ongeveer eendertigste koe eet, waaruit
valt te berekenen hoeveel biologische melkveehouders
daarvoor nodig zijn (gegeven het gemiddelde aantal
koeien per bedrijf).
jaar |
1999 |
totaal
jaarlijks |
opmerkingen |
hoeveelheid
kg vlees per hoofd beschikbaar voor gebruik |
88 |
1.320.000.000 |
inclusief varkens-
en pluimvee etc. |
gemiddelde
bruto consumptie rundvlees pp in kg |
18.3 |
274.500.000 |
|
gemiddelde
netto consumptie rundvlees pp in kg (exclusief kalveren) |
17 |
255.348.837 |
exclusief vetrandjes
en bot |
gemiddelde
netto consumptie kalfsvlees pp in kg |
1.3 |
|
|
totaal
aantal runderen in Nederland |
4.300.000 |
908.940 |
melkvee en grazers (zoogkoeien),
soms in natuurgebieden |
hoeveelheid kg mest |
63.000.000.000 |
13.000.000.000 |
dunne en vaste mest |
permanent
aantal gehouden melkkoeien in Nederland |
1.500.000 |
450.000 |
een melkkoe wordt gemiddeld
4 tot 5 jaar |
aantal
kalfjes jaarlijks geboren, zowel uit melkkoeien
als uit vleeskoeien |
1.650.000 |
400.000 |
een kalf wekt jaarlijks
de melkgift op, helft is mannelijk |
aantal
biologische bedrijven met rundvee |
373 |
11.281 |
In 2004:
305 biol. melkvee houders
160 biol. vleesrund houders |
aantal
intensieve veehouderijen met rundvee |
45.000 |
|
|
gemiddeld
aantal melkkoeien in de intensieve melkveehouderij |
55 |
|
grote bedrijven hebben
250 melkkoeien |
gemiddeld
aantal koeien per biologisch bedrijf |
35 |
|
plus evenveel
jongvee |
gemiddeld
aantal koeien per hectare weiland |
1-2 |
35 ha |
voor een gemiddeld biologisch
bedrijf als wei benodigd |
bruto jaarlijkse
productie aantal bio-industrie runderen |
867.000 |
|
incl. melkvee e.d. |
levend
uitgevoerd |
56.000 |
0 |
|
levend
ingevoerd |
122.000 |
0 |
|
aantal
slachtingen volwassen runderen per jaar |
933.000 |
|
|
aantal
slachtingen van kalveren per jaar |
852.000 |
|
afkomstig uit eigen land |
slachtgewicht
koe in kg |
500-600 |
|
meestal melkkoeien, vleesrassen
zijn iets zwaarder |
productie
in kg |
297.000.000 |
|
|
hoeveelheid
kg vlees per gemiddeld geslachte koe |
302 |
|
|
werkelijk
consumeerbaar per koe in kg |
242 |
|
zonder kop en na ontbening |
|