Dinsdag 20 februari stond voorop de Volkskrant: 'Biotech durft door publieke opinie niet te investeren'. Toen ik dat las viel mij spontaan het beeld te binnen van een klassieke psychologische thriller. U kent dat wel: een film die begint met een gelukkig stel dat in een lieflijk dorpje woont, maar waar langzamerhand de sfeer verkilt en de relatie uiteindelijk uitloopt op een angstige omgang met elkaar, gevolgd door een dramatisch slot. Het begint met een klein voorval, maar geleidelijk ontstaat er een vicieuze cirkel van wantrouwen dat wantrouwen voedt. Iedereen raakt bevangen door angst en achterdocht en niemand houdt schone handen. De kijker zou wel willen roepen dat de ander het niet zo slecht bedoelt, maar gaat op den duur toch ook zelf twijfelen over de integriteit van dan eens de ene dan weer de andere partner. Dit soort films hebben iets tragisch: we zien een noodlot zich voltrekken en we kunnen er niets tegen doen. We staan er machteloos bij met rillingen op de rug. |
Boer, consument en biotechnoloog: een klassieke thriller Met toestemming overgenomen. Een bewerking van dit artikel verscheen in de Volkskrant van zaterdag 24 februari 2001. Dr Dick G.A. Koelega, "wetenschappelijk staflid
biotechnologie en ethiek bij het Instituut Kerk en Wereld
in Driebergen". Het artikel bouwt voort op een boek dat vorig jaar
uitkwam: |
De relatie tussen bedrijven die biotechnologisch voedsel op de markt willen brengen en de consument ontwikkelt zich naar mijn mening ook volgens dit patroon. Een ooit gelukkige en wederzijds vertrouwen en plezier gebaseerde relatie tussen consument en boer (die ik hier voor het gemak als model neem voor de hele voedingssector), is de afgelopen jaren ontaardt in een grimmige strijd en verwijdering. Er is niet één oorzaak of schuldige voor aan te wijzen, het ging ergens in de tijd mis. Er verscheen een bericht dat de boer het grondwater vervuilde en roofdieren vergiftigd werden door opeenhoping van pesticiden in hun vet. De consument ging naar de wetenschapper en de burgemeester in het dorp en eiste meer onderzoek en strengere regels. Maar doordat er vanaf dat moment beter gemeten werd ontdekte men dat er nog meer mis was en dat landbouwgif bijvoorbeeld ook in ons voedsel achterbleef. Het wantrouwen sloop naderbij: de consument vertrouwde haar partner niet meer blind, en de boer raakte kregelig van de consument die in zijn ogen zulke emotionele en onredelijke kritiek begonnen te hebben op zijn wijze van werken. Hij deed toch zo zijn best! Vervolgens had het scenario een aantal rampen in petto die de relatie verder verstierden: kwik in vissen, varkenspest, salmonellabesmetting, BSE. Op verjaardagsfeestjes begon de consument openlijk kritiek te ventileren over haar huisgenoot en deels ongefundeerde verdachtmakingen tegen hem te spuien: straks kan ik niets meer eten, met al mijn eten lijkt wel iets mis te zijn, hij bedriegt me en vertelt me niet alles. En een hernieuwde vraag om hulp aan de wetenschapper leverde alleen maar tegengestelde berichten op: de bespoten appel werd soms wel veilig bevonden, dan weer niet. Zo slonk op den duur ook het vertrouwen in hem, die zich bovendien steeds vaker aan de boer bleek te verhuren en zo zijn onpartijdigheid leek te verliezen. En zelfs het vertrouwen in de burgemeester daalde doordat diverse incidenten duidelijk maakten dat hij helemaal niet zo goed op de hoogte was van alles wat er mis was met voedsel en zijn eigen regels niet bleek te kunnen of willen handhaven. Niet alleen in huis, maar nu ook in het dorp werd de sfeer zo steeds beklemmender. Hitchcock had het niet beter kunnen ensceneren. In die setting verscheen de afgelopen jaren bovendien een op het eerste gezicht vriendelijke maar ook wat vreemde gast op het toneel: de biotechnoloog (de personificatie van de sterk groeiende biotechnologische sector). Een nieuwe buurman die van buiten het dorp kwam en, naar gaandeweg bleek, rare dingen deed in zijn huis en later ook in zijn tuin. Ieder die het maar horen wilde hield hij voor bezig te zijn iets heel moois en nuttigs te maken, Maar het zag er soms vreemd uit en er kwamen berichten over ecologische verstoringen in zijn tuin. Of de berichten waar waren, kon de consument niet goed nagaan. En de buurman kon zelf de berichten ook niet afdoende ontzenuwen, hoezeer hij ook zijn best deed. Daarop dacht de consument: waar rook is zal ook wel vuur zijn. Bovendien kwam ze er achter dat die nieuwe buurman bleek samen te werken met haar huisgenoot, in wie ze haar vertrouwen meer en meer had verloren. Zo groeide ook haar wantrouwen tegen hem. |
Hoe zal deze film verdergaan? Zullen de boer en de biotechnoloog er toch in slagen aan de consument hun nieuwe producten te verkopen of zullen al hun inspanningen tevergeefs blijken te zijn en zullen ze wellicht failliet gaan? Zal het wantrouwen tussen hen nog verder toenemen en wellicht catastrofaal eindigen? Of zullen ze na een goed gesprek met elkaar - zoals bedoeld is met het door het Ministerie van LNV onlangs gestarte maatschappelijke debat onder leiding van oud-minister Jan Terlouw - vrede sluiten en in hersteld onderling vertrouwen verdergaan? Ik weet het niet, ik heb geen inzage in het scenario. Maar wie heeft dat wel. Het eind van het scenario moet in feite nog geschreven worden en wij doen daar allemaal aan mee. Ik wil wel een paar steentjes proberen bij te dragen aan een mogelijk gelukkiger vervolg. Ik ga er van uit dat we niet meer kunnen verwachten dat alles weer wordt zoals vanouds. Daarvoor is de relatie teveel beschadigd en is de consument te mondig en te goed ge?nformeerd geworden. |
Ook speelt een rol dat er gronden voor onzekerheid zullen blijven bestaan.
Steeds duidelijker wordt bijvoorbeeld dat de inzet van
nog meer wetenschap en technologie het risico dat ons
iets overkomt in het leven niet langer meer verkleint,
maar eerder vergroot. Het risico dat een oogst wordt aangevreten
door parasieten proberen we tegen te gaan door pesticiden
te gebruiken. Daarmee blijken we echter ons grondwater
te vervuilen. Als we, om dat risico tegen te gaan vervolgens
herbicide resistente gewassen gaan inzetten, scheppen
we daarmee weer een risico op ecologische verstoringen.
En als we om dat risico te verkleinen een omvangrijke
meet- en controle-instantie in het leven roepen, blijkt
dat we het risico gaan lopen afhankelijk te worden van
een verstikkende bureaucratie die bovendien ook nog eens
zelf feilbaar is en tegengestelde geluiden laat horen.
Met andere woorden: steeds duidelijker wordt dat er sprake
is van een wet van behoud van risico. |
Tot wat voor vervolgscenario
geven dit soort observaties nu aanleiding? Geven ze aanknopingspunten
om de sfeer van onderlinge angst en wantrouwend te verminderen.
Ik hoop van wel en ik laat mijn fantasie even de vrije
loop. |
Wat de consument betreft zie ik zo voor me dat die op den duur wat meer bij zichzelf
te rade zal gaan. Ze komt er dan achter dat het toch
niet helemaal eerlijk is om zo wantrouwend en kritisch
te zijn tegenover de boer en de biotechnoloog. Ze gaat
inzien dat zij immers voor een belangrijk deel haar
eigen ambities proberen te realiseren. Zij wil immers
een lang, gezond en welvarend leven. Zij is zelf na
God en het hiernamaals vaarwel gezegd te hebben het
idee gaan omarmen dat dit leven het enige is dat ze
heeft en dat er geen herkansing komt of een feestje
aan gene zijde van de dood. Zij wil dit leven zelf tot
een feest maken en alles er uit halen. Op den duur zal
ze gaan inzien dat zij het ook zelf is geweest die,
om ervoor te zorgen dat haar feestje niet verstoord
zou worden, de boer, de biotechnoloog en de burgemeester
heeft ingeschakeld als bodyguards. Zo komt ze geleidelijk
tot het besef dat ze eigenlijk een gemeenschappelijk
ideaal hebben: risicoloos leven als adam of eva. Maar
dan breekt ineens bij haar het besef door dat dat een
fictie is! Ze bedenkt zich dat het leven immers altijd
omgeven is door onzekerheid, van voor de schoot tot
na het graf en dat dat altijd zo zal blijven. Dat ze
bestaat is de grootste zekerheid die ze ooit zal krijgen.
Daarin ziet ze dan ook een verbondenheid met haar bodyguards.
Ook zij zitten in dat zelfde schuitje. En mischien besluit
ze dan om daarover eens met hen in gesprek te gaan.
Vanuit het gegroeide inzicht dat de kwetsbaarheid van
het bestaan dragelijker wordt naarmate je realistischer
bent en eerlijker naar elkaar. |
Farmer, consumer and bio-technologist: a classic thrillerI read an article in the Dutch Volkskrant, headed: 'Biotech afraid to invest due to public opinion'. Immediately I thought of classic psychological thrillers. You know the type: a movie that starts with a happy couple living in a charming village, where slowly the atmosphere chills and the relationship ends in a fearful and dramatic conclusion. It starts with a little thing, but gradually a vicious circle ensues, feeding distrust with distrust. Everyone is gripped by fear and distrust and nobody keeps their hands clean. The viewer would like to call out that the other person doesn't mean so bad, but as the story develops he starts to doubt the integrity of both partners himself. This kind of movie has a tragic element, and we see fate at work without being able to do something about it. We stand by powerlessly and with chills running down our spine. |
Farmer, consumer and bio-technologist: a classic thriller Reproduced with permission. A version of this
article was published in the Dutch Volkskrant of Saturday
24th February 2001. The article elaborates on a book that was published
in 2000: |
In my opinion, the relationship between companies that market biotechnological foodstuffs and the consumer is also developing according to this pattern. What was once a happy relationship between consumers and farmers (who I will use as a model for the entire food sector for the sake of convenience) based on mutual trust, has in the last few years ended in bitter struggle and removal. I cannot point to a single cause or guilty party, but somewhere along the line things went wrong. There was a report on farmers polluting ground water and poisoning animals of prey by the accumulation of pesticides in their body fat. Consumers went to see the scientist and the mayor of the village and demanded more research and stricter rules. But, because there was stricter supervision from then on, people found out that more things were amiss, and that for instance agricultural toxins were present in our food as well. Distrust reared its ugly head: consumers no longer blindly trusted their partner, and farmers got touchy with consumers, who started spouting - in their eyes - emotional and unreasonable criticisms on their way of working. Didn't the farmer try his best! Next in the scenario were a number of disasters that spoiled the relationship even further: mercury in fish, swine fever, salmonella contamination, BSE. Consumers started spouting their partly unfounded accusations toward their house mates openly at birthday parties: it won't be long before I can't eat anything anymore, it seems there's something wrong with all I eat, farmers cheat me and don't tell me everything. And a renewed appeal for help to the scientist only resulted in contradictory reports: sprayed apples were deemed safe one moment, and unsafe the next. This eventually also diminished their faith in him, and on top of that the scientist started to increasingly rent himself out to farmers and seemed to lose his impartiality. And even the consumers' faith in the mayor lessened, because various incidents showed that he wasn't nearly as informed as he made out to be about everything that was wrong with food, and did not seem to be able or willing to enforce his own rules. The atmosphere, not just in the house but in the entire village, became ever more oppressive. Hitchcock couldn't have staged it better. In that setting, a somewhat strange - but at first sight friendly - guest has appeared on the stage in the last few years: the bio-technologist (the personification of the rapidly growing biotechnological sector). A new neighbor who came from outside the village and, as it turned out over time, did strange things in his house and later in his backyard. He told everyone who would listen that he was making something very beautiful and useful, But it sometimes looked strange, and there were reports on ecological disruptions in his garden. Whether these reports were true, the consumer had no real way of knowing. And the neighbor himself wasn't able to truly refute these reports, no matter how hard he tried. Then the consumers thought, where there's smoke there must be fire. Besides, they found out that their new neighbor was cooperating with their housemate, in whom they had lost trust more and more. Thus, their distrust against him also grew. How will this movie end? Will the farmer and the bio-technologist
succeed in selling new products to the consumers, or
will all their efforts prove to be in vain and will
they go bankrupt? Will the distrust between them increase
further, and end possibly catastrophically? Or will
they have a good talk - as intended with the debate
in the Ministry of Agriculture, lead by former Minister
Jan Terlouw - and make peace and again trust each other
enough to go on together? I don't know, I don't have
the script with me. But then, who has? The end of the
script basically still has to be written, and we are
all a part of it. I would like to carry my own weight
in bringing about a possibly happier ending. Another factor is that grounds for insecurity will
remain. It is becoming ever more obvious, for instance,
that more science and technology no longer decrease
the risk of something happening to us, but instead increase
it. We try to limit the risk of our crops being eaten
by parasites by using pesticides. But apparently this
pollutes our ground water. If we then start applying
herbicide resistant crops to prevent this, we create
another risk of ecological disruptions. And if, to limit
that risk, we set up a sizeable controlling body, we
become dependent on a suffocating bureaucracy that is
fallible and makes contradictory statements itself.
In other words: it's becoming ever more clear that there
exists a law of a maintaining of risk. What kind of sequels does this kind of observation
lead to? Do they supply handholds to lessen the atmosphere
of mutual fear and distrust? I hope so, and allow me
to let my imagination run away with me. For consumers I predict that they will eventually
consult with themselves more. They will find out that
it isn't completely honest to be so distrusting and
critical toward the farmers and bio-technologists. They
will see that, after all, they are trying to realize
the consumer's own ambitions to a great extent. Consumers
want to lead long, healthy and prosperous lives. After
saying goodbye to God and the afterlife they have started
to embrace the idea that this life is the only life
they have, and that there will be no second chance,
or a party on the other side. They want to make this
life into a party and get as much out of it as they
can. They will finally start to realize that it was
partly their own fault because they called in the farmer,
the bio-technologist and the mayor as their bodyguards
- so that their party would not be disturbed. And so
they gradually realize that in fact they have a common
ideal: a life as Adam or Eve, without risk. But then
suddenly they realize it is all fiction! They remember
that life is always surrounded by insecurity, from pre-school
to the grave, and that it will always be that way. The
fact that they exist is the greatest security they will
ever get. And there lies the connection to their bodyguards.
And they are in the same boat. And maybe the consumers
then decide to talk to them about it. From their insight that the vulnerability of existence becomes more bearable when you are more realistic and more honest to each
other. |