Het dier als wachter van de menselijke passie |
De mens kan zich een voorstelling maken van het lijden van anderen.
Daarom mag hij de ander niet aandoen wat hij zelf als een mogelijkheid tot lijden zou kunnen ervaren.
Aangezien we niet weten hoe een dier pijn ervaart, moeten we ervan uitgaan dat het dier dezelfde pijn voelt als wij zouden voelen in zo'n situatie.
Dat is de ondergrens van mijn ethiek.
In die zin drukt de natuur ons permanent op onze verantwoordelijkheid.
Toch ontkom je er niet aan deze ethiek te schenden, alleen al om te overleven.
De indianen vroegen hun prooi om vergiffenis.
De westerse mens heeft hiervoor de erfzonde bedacht.
De uitdrijving uit het paradijs was de introductie van de kennis van goed en kwaad, waardoor het leven zijn essentie kreeg.
In een gedetermineerde wereld kun je niet vrij kiezen en dus ook geen mensenleven leiden.
In feite was het verlies van de paradijselijke toestand een positieve gebeurtenis.
God heeft zijn zoon Jezus Christus naar de aarde gestuurd om te kunnen ervaren wat het betekent om mens te zijn.
Wat het betekent om een lichaam te hebben dat kan lijden.
Er bestaat een interpretatie van de kruisdood van Jezus, dat hij op het moment van sterven zich door God verraden voelde en de eenzaamheid van het lichamelijk lijden als absoluut ervoer (J. Hillman: Verraad en verlangen, 1984).
Vandaar zijn uitroep: "mijn God, mijn God waarom heeft u mij verlaten"?
In Jezus heeft God het lijden van de mens ervaren en heeft zich weer met de mens verzoend.
Daarmee zijn alle zonden van de mensheid vergeven.
Hiermee heeft de lichamelijkheid een autonome positie in het westers christelijke denken verworven. |
In het lichamelijke zitten miljoenen jaren evolutie en is nog veel gecompliceerder proces dan de hele geestelijke ontwikkeling van de mens.
Wat weten we er in feite van?
En wat weten we van spirituele ontwikkeling?
We weten te weinig en om geen mogelijkheden tot kennis kwijt te raken moeten we alleen al voorzichtig met de natuur omgaan.
Misschien is God wel het lichamelijke!
In het lichamelijke ervaar je de echte grenzen. Door middel van je lichamelijke
angsten ontdek je de intiemste waarheid. Onze verantwoordelijkheid
ligt dus in het feit dat we ons kunnen inleven in het
lijden van een ander mens en dat van het dier. Waarom
we dat vermogen gekregen hebben weet ik niet, maar een
feit is dat we het hebben.
Ik wil nu iets vertellen over mijn relatie met mijn hond Nouscha.
Van deze "relatie" heb ik geleerd dat haar
logica een andere is dan die van mij. Zij kent alleen
het logische connectief "en". Zij koppelt
op een eenduidige manier de ene gebeurtenis aan de andere.
Het moeten wel gebeurtenissen zijn die voor haar van
belang zijn en de koppeling moet binnen een paar seconden
plaatsvinden. Ik daarentegen meen dat er een wet oorzaak
en gevolg bestaat, hetgeen een typisch menselijk product
is. In feite is er in de natuur geen oorzaak en gevolg.
Alles is zoals het is. Dat "weet" mijn hond
beter dan ik en dat is vaak de oorzaak van misverstanden
tussen ons. Zij houdt er een sobere consequente filosofie
op na, dat je alles moet nemen zoals het komt. Een mens
doet dat meestal niet en dat is de voornaamste oorzaak
van zijn lijden. Daarom heeft hij religies bedacht die
dit lijden aannemelijk moeten maken. De mens heeft de
vrijheid wel of niet te lijden. Voor de mens kan het
lijden een Passie worden. Een dier heeft die vrijheid
niet. Kan niet voor het een of het ander kiezen.
Wij hebben gekozen voor een "omgang" met dieren
die voor ons profijt heeft. Het dier heeft niet voor
de omgang met de mens gekozen en heeft van die omgang
geen enkel profijt. Wij zijn dus verantwoordelijk voor
die omgang. We dienen die verantwoordelijkheid serieus
te nemen door ons in het dier te verdiepen en erachter
proberen te komen wat haar belangen zijn en die zo goed
mogelijk te behartigen. Dat betekent dat wij ons in
de positie van het dier moeten verplaatsen; het dier
kan zich niet in onze positie verplaatsen. In die zin
zal de relatie met het dier altijd asymmetrisch zijn.
Wij moeten "geven" en het dier hoeft ons in
principe niets terug te geven.
We zitten met het probleem dat de mens als soort zo
succesvol is geworden, dat het tegen ons begint te werken.
De ruimte op deze planeet is beperkt geworden en de
natuur wordt steeds meer teruggedrongen. Het dier terugdringen
in aparte gebieden lijkt een aardige optie, maar werkt
van geen kant. Op dezelfde manier dacht de westerse
mens de indianen en de aboriginals in reservaten op
te sluiten waar ze zogenaamd hun eigen cultuur konden
behouden. Wij kennen de voorwaarden te slecht die noodzakelijk
zijn om iedere dieren-, of plantensoort volledig tot
zijn recht te kunnen laten komen. We zijn niet in staat
de evolutie in een korte tijd over te doen. De enige
oplossing is dat de mens zelf terugtreedt en er zich
van bewust wordt dat zijn succes zijn ondergang wordt.
Een andere mogelijke gebeurtenis is dat natuur toch
nog zo sterk is om terug te slaan. BSE, klimaatverandering,
aids etc. zijn duidelijke voorbeelden dat de natuur
niet helemaal passief ons geweld over zich heen laat
komen. Maar of we daar nou op moeten wachten
?
Uiteindelijk zal blijken dat de grootste Passie aller
tijden de bewustwording van de mens is: de mens die
erachter komt dat hij voor zijn succes een verschrikkelijke
prijs heeft betaald.
Auteur Ted van Loon.
Zie ook het artikel van Ted op Animal Freedom: "dieren onder voogdij". |
|
|
|
|
|