Ervaren vissen en wormen pijn?
Dit is een vraag waarover niet alleen vissers en dierenvrienden van mening verschillen, maar ook wetenschappers.
Het definitieve antwoord, als we het al ooit zullen vinden, kan nog lang op zich laten wachten.
Voorlopig zullen we het moeten doen met een speculatie op basis van bestaande kennis.
Belangrijke argumenten die tegen pijnervaring van vissen pleiten zijn
de volgende.
- De vis en de worm reageren op pijn via een reflexmatig mechanisme.
- De hersenschors van de vis is slecht ontwikkeld.
Toelichting bij 1.
Wanneer je je hand brandt aan het gasfornuis, trekt je arm zich terug
voordat je er erg in hebt. Het duurt een paar honderdste van een seconde
voordat je je bewust bent van de pijn, maar gelukkig zorgen reflexen (die
via de ruggengraat lopen) ervoor dat de arm zichzelf daarvoor al heeft
teruggetrokken. Evenzo controleert je hersenstam voortdurend je houding,
zonder dat je je daar bewust van bent. Er zijn wetenschappers die het
fenomeen van onbewust reageren doortrekken naar de pijnervaring van vissen.
Volgens hen reageren vissen reflexmatig op pijn zonder dat er bewustzijn
aan te pas komt.
Toelichting bij 2.
Qua structuren verschillen de hersenen van vissen en zoogdieren niet veel,
maar met name de verhoudingen ervan lopen uiteen. Zo heeft de vis een
matig ontwikkelde hersenschors. Aangezien de hersenschors belangrijk is
voor bewuste ervaringen is voor sommigen de verleiding groot om aan te
nemen dat vissen geen bewustzijn, en dus geen pijnervaring, kennen.
Geen van beide argumenten is steekhoudend.
Wellicht de meest belangrijke functie van bewustzijn is het anticiperen
op onverwachte of nieuwe situaties. Wanneer je over straat loopt en in
gedachten bent verzonken ben je niet bewust van het verplaatsen van je
benen, maar wanneer je recht op een muur afloopt zul je toch moeten uitwijken.
Op dat moment focust je bewustzijn zich op het probleem (de muur) en je
komt met een oplossing (er omheen lopen). Op een dergelijke manier is je bewustzijn constant bezig met anticiperen op situaties.
Wanneer een vis geen pijnervaring kent, houdt dat in dat hij zich niet
bewust kan worden van de pijn, en dat het gedrag dat volgt op de pijn
geheel onbewust is. Stel je eens voor dat je zelf geen pijnervaring zou
kennen. Wanneer je je teen stoot merk je dat je voet zich terugtrekt in
een reflex, maar je ervaart de pijn niet. De teen die wellicht gekneusd
is heeft rust nodig, maar omdat je de pijn niet ervaart, zul je er geen
aandacht aanbesteden. Daardoor ben je niet in staat om bewust je gedrag
aan te passen om je gekneusde teen rust te geven. Dus, ondanks dat je
lichaam reflexmatig op de pijn reageert, is het essentieel om je gedrag
aan te passen aan de pijn. Dat kan alleen wanneer je de pijn bewust ervaart.
Het tweede argument biedt ook geen oplossing. Ten eerste bewijst het
feit dat de hersenschors noodzakelijk is voor bewuste ervaringen in dieren
met een hersenschors niet dat dieren zonder hersenschors geen pijn ervaren.
Zij bezitten mogelijk andere hersenstructuren die verantwoordelijk zijn
voor bewuste ervaringen. Ten tweede heeft een vis wel degelijk een hersenschors.
Een kleine hersenschors lijkt eerder te stroken met een mindere mate van
bewustzijn, dan met geen bewustzijn.
Eén hersenstructuur blijkt in zoogdieren nog belangrijker voor
de bewuste ervaring, dan de hersenschors, namelijk de thalamus. Grote
delen van de hersenschors kunnen (bijvoorbeeld ten gevolge van een hersenbloeding)
beschadigd raken waardoor bepaalde dingen niet meer bewust ervaren kunnen
worden. Ze leiden echter nimmer tot het verlies van het gehele bewustzijn!
Dat gebeurt alleen wanneer de thalamus beschadigd is. De thalamus ontvangt
bovendien de informatie van de zintuigen en stuurt deze door naar de hersenschors.
De meest gangbare theorie is dat de thalamus bepaalt waar we onze aandacht
op vestigen. Wanneer we een muur tegemoet lopen zorgt de thalamus ervoor
dat we de muur op tijd bemerken. De thalamus is een hersenstructuur die
alle gewervelde dieren bezitten. Vissen dus ook!
Aangezien het welhaast noodzakelijk lijkt voor de vis om pijn te kunnen
ervaren en hij een hersenschors en thalamus bezit, lijkt de meest voor
de hand liggende conclusie dat de vis wel pijn kan ervaren. Het is alleen
wel hoogst aannemelijk dat de pijnbeleving van de vis minder complex en
genuanceerd is dan die van bijvoorbeeld mensen (wat niet betekent dat
de maximale pijnervaring van de vis minder groot is). |
Wormen zonder pijn aan vishaakje is fabel
Dierenbescherming 08-02-2005.
De media die over het onlangs verschenen wetenschappelijk Noors onderzoek
hebben bericht, waaruit zou blijken dat wormen aan de vishaak geen pijn
ondervinden, zijn te kort door de bocht gegaan.
De Dierenbescherming heeft het rapport aan een nader onderzoek onderworpen
en komt tot een andere slotsom. In zijn conclusies geeft het desbetreffende
onderzoeksteam namelijk aan dat zij geen 100 procent zekerheid kunnen
geven en daarom de dieren het voordeel van de twijfel moeten krijgen.
Met andere woorden, we moeten er nog steeds van uitgaan dat de dieren
pijn lijden, tenzij onomstotelijk bewezen wordt dat er géén
pijn wordt geleden.
De Noorse regering heeft opdracht voor deze studie naar pijn, ongemak
en stress bij ongewervelde dieren gegeven, met het oog op een voorgenomen
wijziging in de Noorse dierenbeschermingswet. Ons inziens moet de Noorse
regering dan ook de conclusie van de onderzoekers overnemen en de dieren
het voordeel - en niet het nadeel - van de twijfel geven.
Onder ongewervelde dieren vallen tal van wezens, van insecten tot week-
en schaaldieren. Omdat dit een zeer diverse groep is, met even zovele
eigenschappen en kenmerken, mag nooit een eensluidende conclusie voor
de gehele groep worden getrokken. Dat gebeurt nu helaas nog wel: veel
mensen nemen voetstoots aan dat ongewervelde dieren geen pijn voelen omdat
ze, in tegenstelling tot zoogdieren, geen grote hersenen hebben om de signalen te herkennen. |
Interne links: |
Kan
een vis pijn en stress ervaren? |
Externe links: |
Persbericht Raad van Dierenaangeledenheden: Vis kent
pijn, angst en stress: eisen voor doden vis opgesteld |
Literatuur: |
Bogen, J. (1995) 'On the neurophysiology of consiousness:
I. An overwiew'. Consciousness and Cognition (4(1): 52-62
Randall, D.J., Burggen, W., French, K. (1997) 'Animal physiology:
mechanisms and adaptions, 415-16. W.H Freeman and company. |
|