Homepage
Nederlands

Stankklacht leidt tot onderzoek mestdumping

Stankklachten van inwoners uit een dorp in Noord-Holland leidde eind augustus 2009 tot een onderzoek van de Algemene Inspectiedienst (AID, nu NVMA) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar het dumpen van mest.
Tekst: A. Aantjes, Algemene Inspectiedienst Bron: Magazine Dier en Milieu van de Vereniging Politie Dieren en Milieubescherming.

Inwoners melden stankklachten bij de Politie Noord-Holland Noord. Milieuspecialisten Rossy en Sijm onderzoeken de klachten en constateren dat er varkensdrijfmest op een weiland wordt uitgereden. De mest wordt door diverse tankwagens aangevoerd.
In het weiland staat lang gras en onkruid. Dit lijkt vreemd, omdat mest in de meeste situaties wordt uitgereden op kort gras. De handhavers onderzoeken of de mest wel emissiearm op het weiland wordt aangewend.
Wanneer er sprake is van grasland zegt het Besluit gebruik meststoffen dat drijfmest minimaal in strookjes van maximaal vijf centimeter breed op de grond tussen het gras moeten worden aangebracht. De bemester moet het gras oplichten of zijdelings wegdrukken en dan de drijfmest op de grond leggen. Hier blijkt dat niet het geval. De bemester op het land wordt gevoed door een mestpomp met een slang die als een navelstreng de mest uit de tankwagens pompt. Door het lange gras worden de slangen van de bemester los getrokken, waardoor de drijfmest uit de slangen over het gras loopt.

Af en aan

De trekkerchauffeur kan niets anders dan stoppen of de bemester boven het gras houden en dus de mest niet emissiearm aanwenden. De tankwagens rijden af en aan en zij besluiten dat de mest dan maar niet emissiearm aangewend moet worden. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt en het uitrijden wordt stilgelegd om verdere overtredingen te voorkomen. Er blijken tenminste acht vrachtwagens meerdere keren af en aan te rijden en er zijn sinds zes uur in de ochtend inmiddels twaalf vrachten van 38 ton mest gelost en verspreid op het weiland. De Algemene Inspectiedienst (AID, nu NVMA) van het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit wordt gebeld.

Gebruiksnormen

Controleur Kempenaar en controle vakspecialist Aantjes van de AID Inspectie West Nederland gaan ter plaatse en raadplegen via het Digitaal Dossier de gegevens van het perceel bij Dienst Regelingen (DR). Boer B. is op 15 mei 2009 als gebruiker van het perceel geregistreerd. Aan de hand van de door de boer opgegeven oppervlakte en de forfaitaire gehalten in varkensdrijfmest berekenen de controleurs hoeveel mest er in totaal is uitgereden. Boer B. gaf op dat de oppervlakte van zijn percelen grasland 8,89 hectare betreft.

Bij varkensdrijfmest bedragen de gehalten stikstof en fosfaat normaliter 7 en respectievelijk 3,9 kilogram per ton. Naar schatting zou er inmiddels 215 kilogram netto dierlijke mest per hectare zijn gebruikt. Immers, de twaalf vrachten met elk inhoud van 38 ton bevatten samen 3192 kilogram stikstof. Per hectare is dat 359 kilogram stikstof bruto. Dit wordt vermenigvuldigd met een werkingcoëfficiënt van zestig procent om tot de netto hoeveelheid van 215 kilogram stikstof per hectare te komen. De norm is 170 kilogram. De hoeveelheid fosfaat bedraagt 200 kilogram. Slechts de helft daarvan, 100 kilogram per hectare is toegestaan.
Er is dus een vermoeden dat ook de gebruiksnormen worden overtreden. De gebruiksnormen geven de maximale hoeveelheid aan die een ondernemer mag gebruiken voor het bemesten van hun gewassen met stikstof en fosfaat. Zowel DR als de AID controleren de gebruiksnormen en andere voorwaarden aan het vervoeren van mest. Handhaving vindt plaats via bestuursrecht.

Fictieve afnemer

Bij de chauffeur van een nog wachtende tankwagen worden twee Vervoersbewijzen Dierlijke Mest (VDM) ingezien en gefotografeerd. Op deze VDM's staat niet Boer B. als afnemer van de mest vermeld, maar een mesthandelaar uit het oosten van het land. Uit onderzoek in het Digitaal Dossier blijkt dat er op 27 augustus 2009 niet twaalf maar vijftien vrachten mest bij dit perceel een AGR/GPS losmelding hebben gedaan. Drie Brabantse vervoerders hebben ieder een vracht varkensdrijfmest met een onjuist VDM aangevoerd. Ook op 24 augustus blijken bij vijf lossingen onjuist ingevulde vervoersbewijzen te zijn gebruikt.
Tot slot toont het Digitale Dossier aan dat er op 16 juni zestien vrachten op het perceel zijn gelost. De daarbij horende VDM's blijken ook niet naar waarheid opgemaakt. Er staat een andere, fictieve, afnemer op de VDM's.
Door de onjuiste afnemer ook bij DR te melden, komt de mest niet op naam bij de werkelijke gebruiker. Gebruiker?
In totaal werd er dit jaar op het perceel van Boer B. bijna vijf keer de toegestane hoeveelheid fosfaat gebruikt.
Omdat gebruiksnormen per jaar per bedrijf worden bepaald moet het grondgebruik goed worden onderzocht. Het gebruik moet volgens de wettelijke rekenregel (beginvoorraad plus productie plus aanvoer minus afvoer minus eindvoorraad) per jaar en per bedrijf worden vastgelegd.
Maar, wie gebruikt nu eigenlijk dit perceel? Dat blijkt niet zo eenvoudig. Boer B. weet namelijk van niets. Hij heeft eind mei 2009 van de eigenaar van het perceel gehoord dat het gebruik niet meer bij hem ligt. De eigenaar neemt het perceel namelijk zelf weer in gebruik om deel te nemen aan ruilverkaveling. De overheid kocht het perceel op 15 juni 2009, de oplevering moest op 28 augustus (de dag na de melding van de stankoverlast) plaatsvinden. Vermoedelijk wilden de voormalige eigenaar en de mesthandelaar voor deze oplevering nog mest aanvoeren en uitrijden. De afnemer van de mest krijgt daar immers voor betaald. De voormalige eigenaar nam dus mest af terwijl hij daar helemaal geen gebruiksruimte voor had. Die ruimte hoort immers bij Boer B.
De AID maakte een bestuurlijke rapportage van de geconstateerde feiten en zegden de vervoerders een last onder dwangsom aan voor het niet naar waarheid opmaken van VDM's. Bij een overtreding van de gebruiknormen legt DR een boete op van zeven euro per kilogram stikstof en elf euro per kilogram fosfaat. In dit geval komt dat neer op vele tienduizenden euro's.
Meer informatie: B. Rossy, Milieuvakspecialist, Regionaal Milieu Team Politie Noord-Holland Noord


logoEr is in de wereld meer verborgen dierenleed dan de laatste minuut van een dierenleven bij de slacht. Een dier lijdt ook aan verveling in een dichte stal. Een dier heeft recht op een natuurlijk en vrij leven.

Wanneer u Stichting Animal Freedom wilt steunen, leest u hier hoe u dat kunt doen.

Stichting Animal Freedom.
Auteur .

Onze hoofdartikelen in boek, in een overzicht of op een aparte mobielvriendelijke site.

Naar onze reactie op de actualiteit op Facebook.

Privacy verklaring.

pijl omhoog