Homepage
Nederlands-English

Hoogleraar Dier en Recht begrijpt dierenactivisten wel

ZUIDHORN - "Terroristen? Welnee". Professor Dirk Boon (1949-2019), bijzonder hoogleraar Dier en recht vanaf 1 maart 1997 en gewoon hoogleraar Dier en recht vanaf 1 september 2001 aan de Universiteit van Utrecht, ziet de wens van de Tweede Kamer om dierenactivisten als terroristen te boekstaven, veel te ver gaan. "Het is burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat mag, als een onderwerp heel netelig ligt, wat mij betreft nog best ver gaan".

"Hoogleraar begrijpt dierenactivisten wel"

door 2003-10-03 in het dagblad Trouw. Verwijst naar "dierenactivisten zijn geen terroristen" door in de Verdieping van Trouw op 22 oktober 2003.
Dirk BoonVoor Boon gaat activisme pas te ver bij geweld tegen mensen en bij 'grote vernielingen'. Maar hij heeft wel begrip voor de radicalisering onder voorvechters van dierenrechten. "De frustratie wordt zo groot, dan gaat er eens een McDonald's in de fik. Ik kan dat wel begrijpen". Boon kent wel een aantal radicale mensen. "Het zijn allemaal goedbedoelende jongemannen".
Voor de hoogleraar is de dierenrechtbeweging niets anders dan andere emancipatiebewegingen waren. "Ik noem dan abortus, euthanasie, kernenergie, stakingsrecht. Elke keer is er een sterke roep om politiek ingrijpen, het gaat om principiële keuzes. Het geeft een strijd die tientallen jaren duurt".
Dirk Boon houdt zich sinds de jaren zeventig bezig met de rechtspositie van dieren. Hij studeerde erop af, promoveerde. Sinds 1997 is hij twee dagen in de week professor in Utrecht. Tot op heden is Boon tot zijn spijt de enige gespecialiseerde jurist in Nederland die zich met dieren bezighoudt. "Ik had in de jaren tachtig nog de goede hoop dat velen mij na mijn promotie zouden volgen. Dat dierenrecht zou uitgroeien tot een echte discipline. Maar hoewel dat bij milieurecht wel gebeurde, bleef dierenrecht achter".
En waar Boon alleen bleef in de universitaire wereld, bleven de buitenparlementaire voorvechters van dierenrechten roependen in de woestijn. Boon: "Er is geen enkele vooruitgang.
Met dieren is een aantal tergende dingen aan de hand. Zoals in de bioindustrie". "In de bioindustrie worden 130 miljoen dieren gehouden. Die leven onder erbarmelijke omstandigheden. De afgelopen dertig jaar wordt daar tevergeefs aandacht voor gevraagd. Dat zij maar nooit gehoord worden, leidt bij sommige mensen tot een enorme frustratie. Voor hen zijn dieren als hun naasten. Ze gaan van opgekropte woede over de schreef: gooien ruiten in, bezoeken een fokkerij. Maar is dat een delict? Het is van een heel andere orde dan messentrekkers en bolletjesslikkers. Ik kan wel wat meevoelen met deze mensen. Er zijn grenzen aan wat je met dieren mag doen". Die liggen bijvoorbeeld bij de inzet van proefdieren. "Ik sta er niet van versteld dat daarover bij veel mensen verontwaardiging heerst. De 7000 mensen in ons land die zich bezighouden met de 700.000 proefdieren die we per jaar gebruiken, willen niets prijsgeven. Het is bijna onmogelijk om na te gaan hoe een dierproef wordt verricht en waarom. Zij zeggen: 'Omdat we ons niet bloot willen geven aan terreur'".
"Hetzelfde gaat op voor de veehouderij. Daar worden 130 miljoen dieren gehouden, maar als je door Nederland rijdt, zie je er niets van. Veehouders hebben zich onzichtbaar gemaakt. Vanwege besmettingsgevaar mag niemand de stallen in. Zij zeggen: 'De consument wil goedkoop vlees, en de consument vraagt om diervriendelijke producten, om minder dierziekten'. Zonder openheid worden die twee ongelooflijk boos op elkaar". De communicatiestoornis heeft desastreuze gevolgen, meent Boon. "Zo ontstaat vanzelf radicalisering. Maar het gaat te ver om te spreken van fundamentalisme.
Nu is Volkert van der G. het boegbeeld geworden van wat slecht is, maar zijn werkwijze bij Milieu Offensief dwingt bewondering af. Hij heeft in zijn korte loopbaan 1200 procedures aangespannen, waarvan hij 90 procent won. Daarmee zette hij kwaad bloed bij gemeenten en provincies, maar die hadden er zelf een potje van gemaakt".

Dierenactivisten zijn geen terroristen

Geweld van actievoerders accepteert de samenleving als een vervelend gegeven. En schade die voetbalvandalen aanbrengen, hoeven zij niet te betalen. Maar vernielingen door dierenactivisten krijgen nu plots het predikaat 'terroristisch'.
Dierenactivisme is geen terrorisme. De Grote Van Dale: 'het plegen van) gewelddaden (individuele of collectieve aanslagen, gijzelingen, verwoestingen) ter demoralisering van de bevolking om een politiek doel te bereiken'.
Bij terrorisme in de moderne betekenis ligt de nadruk op de ondermijning van de rechtsstaat. Daar is bij dierenactivisme helemaal geen sprake van.
Ik heb onderzoek gedaan naar sociale en politieke acties na de Tweede Wereldoorlog. Veel van deze acties gaan gepaard met het toebrengen van vernielingen. Voetbalvandalisme is een goed voorbeeld. Onlangs werd de Ajaxbus in de hens gestoken. Ik hoef niet uiteen te zetten welke schade is ontstaan door de kraakbeweging. Ik herinner mij nog levendig de staat van beleg die in de Provo-tijd in Amsterdam schering en inslag was. Rellen, opstand, activisme, protest, het zijn allemaal loten aan de sociale en politieke stam. Vernielingen in Rome tijdens Europees overleg. Vernielingen op andere plaatsen in de wereld tijdens wereldberaad over globalisering.
Als de meerderheid der Tweede Kamer van oordeel is dat dierenactivisten terroristen zijn, zoals onlangs bleek, dan ontkom ik niet aan de indruk dat voetbalvandalen en andere opstandelingen daar eveneens toe gerekend moeten worden.
Het is een gegeven dat in het verleden niet hard opgetreden is tegen allerlei vormen van vandalisme. Als supporters elk weekeinde dezelfde voetbaltrein slopen, waarom wordt de schade dan niet verhaald op de veroorzakers? Als het voetbalvandalisme noodzaakt tot het inzetten van vele politieagenten op zondag, waarom wordt de voetbalclub dan niet gedwongen om voor de politie-inspanning te betalen? Dat gebeurt niet - althans onvoldoende mijns inziens - en toch moeten dierenactivisten als terroristen worden vervolgd en behandeld?
Anouchka van Miltenburg, VVD-kamerlid, wekt in een ingezonden stuk (Podium, 7 oktober) de indruk dat ik gewelddadigheden uit maatschappelijke frustratie goedkeur. Daar is geen sprake van. Zij reageert op een interview met mij in Trouw (3 oktober) maar in de eerste regels van dat interview staat: geen geweld en weinig vernielingen.
Ik sluit er echter mijn ogen niet voor dat veel acties met vernieling en met geweld gepaard gaan. Mits met mate lijkt een dergelijk optreden maatschappelijk aanvaard te zijn en lijkt iedereen de materiële schade voor lief te nemen. Ik heb nog nooit gehoord dat de daders van vernieling aan herdenkingsmonumenten opgespoord en vervolgd zijn. Hetzelfde geldt voor de Marokkaanse jongeren die onlangs een spoor van vernieling hebben getrokken door Amsterdam-West direct na de herdenking van de Marokkaanse jongen die door een politieagent was doodgeschoten. Klaarblijkelijk wordt in deze samenleving door politie, openbaar ministerie en bestuur dit soort vernieling gewoon gedoogd. Het hoort er nu eenmaal bij. Niemand die zich er druk over maakt dat de individuele sigarenwinkelier zijn schade niet vergoed krijgt van zijn verzekering en dat hij te benauwd is -angst voor repressie - om de schade op de veroorzakers te verhalen. Klaarblijkelijk moeten wij flink zijn en alle materiële schade zelf dragen.

Veel maatschappelijke vraagstukken worden op den duur tot een oplossing gebracht. Dat kan een paar jaar duren en soms wel veel langer. Voor het voetbalvandalisme dat sinds de zeventiger jaren de kop heeft opgestoken is nog nooit een adequate oplossing gevonden.
De welzijnsproblemen bij dieren zijn de laatste veertig jaar kwalitatief en getalsmatig sterk toegenomen. In Nederland worden 150 miljoen dieren gehouden, bijna tien per Nederlander. Met het welzijn van het overgrote deel van deze dieren is het slecht gesteld.
De voornaamste problemen zijn te vinden in de houderij van productiedieren, waar op dit ogenblik circa 125 miljoen dieren aanwezig zijn. De intensieve veehouderij moet als een doodlopende straat worden beschouwd. Zij heeft de betrokken veehouders geen duurzame, economische positie verschaft, het landschap is vernield, het mestprobleem is nog altijd groot, er moet diervoeder worden geïmporteerd uit verre buitenlanden dat geproduceerd is op een oppervlakte die zes keer zo groot is als het Nederlandse landbouwareaal, en het dierenwelzijn blijft onverminderd slecht.

Er bestaat een constant spanningsveld tussen producenten en consumenten, terwijl iedereen schoon genoeg heeft van de uitbraak en bestrijding van besmettelijke dierziekten de laatste jaren.
De meeste mensen zijn deze situatie beu. In hun huizen bevinden zich overigens 800 000 rashonden, waarvan het merendeel wordt geteisterd door ernstige erfelijke afwijkingen. Pijnlijke en ziekmakende erfelijke gebreken. Dan zijn er nog veel mensen die zich zorgen maken over het lot van 700 000 proefdieren die jaarlijks in Nederland worden verbruikt en over de stand van de natuur en het milieu. Door mijn leerstoel word ik regelmatig benaderd door mensen die emotioneel volkomen ontredderd zijn door de toestand waarin allerlei groepen dieren in onze samenleving verkeren. Zelf word ik niet geleid door dergelijke sentimenten, maar ik registreer heel goed de frustraties in allerlei geledingen van de samenleving. Het 'mens-diervraagstuk' is de laatste veertig jaar alleen maar groter geworden en ik kan dan ook enigszins begrijpen dat veel mensen heel erg gefrustreerd zijn geraakt over de vele problemen die zich bij dieren voordoen. Als agressie al ontstaat en een uitlaatklep vindt naar aanleiding van een verloren voetbalwedstrijd of een ander smetje op het verwende blazoen, dan ben ik er zeker niet verbaasd over dat ernstig gefrustreerde dierenliefhebbers actievoeren waarbij materiële schade wordt veroorzaakt.

Laat ik mij sterker uitdrukken: ik verbaas mij erover dat deze acties zo kleinschalig zijn gebleven en zo incidenteel plaatsvinden. Als morgen het Binnenhof zou worden bestormd en langdurig bezet gehouden door dierenbevrijders, dan kijk ik daar niet van op. Let wel: ik keur dat niet goed, ik registreer alleen maar en daarbij valt het mij op dat in onze samenleving zo veel agressie als vanzelfsprekend wordt geaccepteerd.
De term 'terroristen' dient voorbehouden te blijven aan personen en groepen personen die op vernielende en gewelddadige wijze trachten de democratische rechtsstaat en haar cultuur te ondermijnen. In onze samenleving zijn daarnaast allerlei vormen van gewelddadigheid en vernieling herkenbaar, individueel of in georganiseerd verband gepleegd die binnen de normale kaders van het strafrecht dienen te worden afgedaan. Daartoe behoort ook het dierenactivisme.

Lees op het weblog meer over actie voeren.

Stichting Animal Freedom.
Auteur .

Onze hoofdartikelen in boek, in een overzicht of op een aparte mobielvriendelijke site.

Naar onze reactie op de actualiteit op Facebook.

Privacy verklaring.

pijl omhoog