Wereldraad voor kerken over de bevrijding van dieren
Historische context
(enkele citaten uit het rapport betrekking hebbend op dieren) . (in het volledige rapport staat
hier meer over).
Er is een vernieuwing nodig die een eind maakt aan het
misbruik van individuele dieren in de bio-industrie
en in wetenschappelijke laboratoria .
Deze vernieuwing is afhankelijk van ons als de gemachtigden
van God en de Heilige Geest, die in en door het geheel
van de schepping werkzaam is.
Delen uit het rapport van
het overleg van de Afdeling Kerk & Samenleving van
de Wereldraad van Kerken (Genève) betreffende
de omgang met dieren.
Annecy, Frankrijk
10-16 september 1988.
Oorspronkelijke titel: Liberation of Life.
Vertaald en uitgegeven door Rechten
voor al wat leeft.
Inderdaad, het leven in al zijn vormen schreeuwt
om bevrijding, om vrijheid. Mensen over de gehele wereld
vechten om te worden bevrijd van het leed der onderdrukking,
veroorzaakt door armoede, geslacht, ras, ongunstige omstandigheden
en vele andere oorzaken. Deze bevrijding dient zich ook
uit te breiden tot de dieren, de planten en de aarde zelf,
die al het leven onderhoudt. Zo is "de bevrijding
van het leven", dat het thema is van dit rapport,
een wereldwijd pleidooi voor vrede en gerechtigheid voor
alle schepselen, die wij mensen nodig hebben voor ons
bestaan, maar die, wat van even groot belang is, waardevol
zijn in en voor zichzelf en voor God.
Als antwoord op de massale vernietiging
van alle levensvormen is een theologie nodig die dienstbaar
is aan de bevrijding van het leven. Een dergelijke theologie
zal een inzicht in de schepping moeten geven, dat uitstijgt
boven het arrogante antropocentrisme en dat respect bevordert
voor levensgemeenschappen in hun diversiteit en hun verbondenheid
met God. Bovendien moet de theologie die we nodig hebben
zich openstellen voor allerlei stemmen, van degenen die
al gehoord zijn, en in het bijzonder ook van degenen die
nog niet gehoord zijn.
Tot slot, misschien tegenstrijdig,
belooft deze nieuwe theologische visie diegenen te bevrijden
die, vaak onbewust, zich schuldig maken aan onderdrukking.
Juist zoals ze de slachtoffers, menselijke en andere levende
wezens, bevrijdt, kan een theologie voor de bevrijding
van het leven ook de bevoorrechten en machtigen bevrijden
uit hun zelfvoldaanheid en isolement. Een theologie die
zo de bevrijding van het leven dient, is een theologie
van gerechtigheid, vrede en respect voor de integriteit
van de schepping.
Een theologie voor de bevrijding van het leven
De ideeën zoals deze zijn uitgedrukt in de verhalen
over de schepping en Noach, en het daaruit voortvloeiende
denkbeeld van een universele verlossing hebben in hoge
mate betrekking op de situatie van nu. Alle schepselen
zijn op zichzelf waardevol, zowel voor elkaar als voor
God. Elk schepsel heeft daarom recht op respect van de
mens. De hele schepping in al haar rijke complexiteit
heeft een bijzondere waarde die verminderd wordt als bossen
worden veranderd in grasland en grasland in woestijn.
Het verhaal van Noach legt de nadruk op het belang dat
God hecht aan het behoud van alle soorten.
De waarde van
alle schepselen op en voor zichzelf, voor elkaar en voor
God, en hun onderlinge verbondenheid in een rijk geschakeerd
geheel dat een unieke waarde voor God heeft, vormen samen
de integriteit van de schepping .
In de boodschap van Jezus wordt een zeer hoge waarde toegekend
aan onze manier van omgaan met elkaar en vooral met de
zwakken en onderdrukten. "Voorwaar, Ik zeg U, in
zoverre gij dit aan een van deze mijn minste broeders
hebt gedaan, hebt U het Mij gedaan" (Mattheus 25:40).
Allereerst slaat deze tekst op onze houding ten opzichte
van onze medemensen, maar op de lippen van Jezus die spreekt
over de zorg van God voor het gras op het veld en voor
elk musje dat op de grond valt, behoren ook deze schepselen
tot "deze mijn minste broeders". In de honger
van miljoenen kinderen, in de eenzaamheid en de vernedering
van daklozen, in de rampzaligheid van de verkrachten,
in het lijden van de gemartelden, en ook in de angst en
pijn van ontelbare dieren die worden gebruikt voor menselijk
gewin zonder enige gedachte aan hun eigenwaarde, wordt
Christus steeds weer opnieuw gekruisigd (Efeziërs
1: 10).
Een ethiek voor de bevrijding van het leven
Een ethiek voor de bevrijding van het leven vraagt
erom het geheel van de schepping te zien in zijn integriteit
en vereist daarom respect voor elk schepsel. Respect
tonen jegens de medemens is de juiste benadering van
individuen als leden van de menselijke samenleving.
Vrede tussen naties en gerechtigheid, zowel binnen naties
als tussen de naties onderling, zijn van levensbelang.
Maar deze mensengemeenschap maakt deel uit van een grotere
levensgemeenschap, welks heil van groot belang is voor
het welzijn van de mensheid. Een ethiek voor de bevrijding
van het leven houdt in dat men zich bekommert om deze
grotere levensgemeenschap, niet alleen vanwege menselijk
belang, maar ook vanwege het belang van de andere, niet-menselijke
schepselen. De ethiek voor de bevrijding van het leven heeft vele
niveaus. Daar zijn o.a. de zorg
voor vrede en gerechtigheid,
voor de integriteit van de ecologische gemeenschap,
voor het handhaven van de biologische verscheidenheid en
voor het respect voor individuele dieren.
Een volledig ontwikkelde ethiek voor de bevrijding
van het leven zou inhouden dat elk van deze niveaus
in detail zouden moeten worden behandeld. Gelukkig heeft
men zich gedurende de periode dat de Wereldraad van
Kerken bestaat beziggehouden met de onderwerpen vrede
en gerechtigheid en een levendige discussie hierover
gaat nog steeds door. Om deze reden bestaat punt 1 slechts
uit een korte verklaring die verwijst naar deze meer
omvangrijke discussie. Punt 2 is een iets langere verklaring,
gebaseerd op vroegere discussies over een zichzelf handhavende
samenleving. Punt 3 behandelt heel in het kort het speciale
belang van drastische maatregelen die het uitroeien
van soorten door menselijk ingrijpen tegengaan.
Deze drie punten staan in relatie tot elkaar. Wanneer men
zich op een van deze drie gespreksniveaus beweegt, komen
de andere niveaus ook aan de orde. Hoewel de bezinning
op vrede en gerechtigheid begint met menselijke relaties,
zijn de verhoudingen met andere schepselen daar onafscheidelijk
mee verbonden. De gezondheid van het ecosysteem is van
wezenlijk belang voor dieren en mensen beide en geweld
tegen het ecosysteem houdt onderdrukking in van mensen
en uitroeiing van soorten. Het behoud van soorten is
noodzakelijk voor de dieren zelf maar evenzeer voor
menselijke doeleinden.
Punt 4 is van een geheel andere orde. Het stelt niet het nut van een juiste behandeling van dieren voor de mens ter discussie. Nee, het houdt juist in dat, zelfs
wanneer respect voor dieren niet direct nut of winst
voor de mens oplevert, Christenen die eerbied toch dienen
op te brengen. Wellicht verklaart dit gedeeltelijk het
stilzwijgend voorbijgaan aan dit onderwerp door de Wereldraad
van Kerken en door de meeste van haar lidkerken tot
op dit moment. Om dit verwaarloosde onderwerp extra
onder de aandacht te brengen wordt dit punt uitvoeriger
behandeld dan de andere.
Het verwerpt het antropocentrisch
denken door de integriteit van de schepping met grote
kracht te benadrukken. De thema's die dit vierde niveau
met de andere verbinden zijn de volgende twee: ten eerste,
dat de integriteit van de schepping vereist dat mensen
het heerschappij voeren over en uitbuiten van elkaar
en van de rest van de schepping opgeven als levensstijl
en, ten tweede, dat respect voor de integriteit van
de schepping een beroep op ons doet ons medeleven en
medegevoel dat wij hebben t.o.v. onze medemensen verder
uit te breiden, opdat wij ook in vrede en gerechtigheid
leven met de niet-menselijke schepselen, de dieren en
de planten.
De ethiek voor de bevrijding van het leven doet een
appel op Christenen om in actie te komen. In
het bijzonder de manier waarop dieren worden behandeld
is niet 'andermans zorg', maar het is een zaak van onze verantwoordelijkheid, zowel individueel als collectief.
Christenen zijn verplicht om zich met respect te gedragen
tegenover "deze mijn minste broeders en zusters".
Dit is niet slechts een kwestie van vriendelijkheid,
hoe prijzenswaardig deze deugd ook mag zijn. Het is
een zaak van strikte rechtvaardigheid.
In onze omgang
met dieren, direct of indirect, vereist de ethiek van
de bevrijding van het leven dat we dieren geven wat
hen toekomt, als schepselen met een van ons onafhankelijke
integriteit en waarde. Juist het feit dat ze niet voor
zichzelf kunnen opkomen of doelgericht kunnen handelen
om zich van de ketenen van hun slavernij te bevrijden, maakt de plicht van de Christenen om namens
en in het belang van hen te spreken en te handelen des
te groter en niet kleiner.
Oog in oog met deze nieuwe uitdaging - deze uitdaging
om alle leven te bevrijden, inclusief de dieren - moeten
Christenen twee dingen doen: Zoek
informatie.
Handel juist
De eerste opdracht dwingt ons om met de gewoonte van
onwetendheid te breken als het erom gaat hoe dieren
worden behandeld. Hij gebiedt ons om de waarheid op
te sporen, om het onzichtbare zichtbaar te maken en
het duistere aan het licht te brengen.
De tweede opdracht
is dat we van onszelf een levend voorbeeld maken van
gerechtigheid tegenover God's schepping, om vrede in
ons eigen leven te brengen net zoals we eraan werken
om vrede in de wereld tot stand te brengen. Ja, we zullen
de wereldvrede nooit kunnen bereiken als we de vrede
in onze eigen omgeving niet kunnen realiseren. We kunnen
de wereld nooit veranderen als we niet bij onszelf beginnen:
in de keuze van cosmetica en huishoudelijke producten,
van onze kleding, van ons voedsel, en van ons amusement.
De ethiek voor de bevrijding van het leven begint in
ons eigen huis.
Er is nog veel meer waarop we ons moeten bezinnen.
Wetten en instellingen die de onderdrukking van dieren
toestaan of stimuleren moeten worden opgespoord en veranderd.
De waarheid over de vele manieren waarop dieren worden
onderdrukt moet bekend worden gemaakt, om te beginnen
in de kerk zelf. Onze kinderen moeten worden aangemoedigd
in hun aangeboren gevoel voor en mededogen met dieren;
en dit betekent dat bepaalde traditionele praktijken
in het onderwijs, voornamelijk het gedwongen ontleden
van dieren, veranderd moeten worden.
Het is duidelijk dat we in de strijd voor de bevrijding van het leven
niet lafhartig mogen zijn.
Even duidelijk is het dat geen bewust Christen meer
om deze strijd heen kan. Als Paulus zegt dat "de
hele schepping tot nu toe heeft gekreund als in barensnood",
dan heeft hij het over de tijd waarin wij leven en over
onze levensomstandigheden. Want de dieren hebben geschreeuwd,
maar we hebben niet geluisterd. Nu horen we hen. Ze
schreeuwen om rechtvaardigheid. We zijn verplicht hierop
te reageren.
Conclusie
Het thema van dit rapport is "de bevrijding van
het leven". Steeds meer zijn Christenen gedurende
deze eeuw begonnen met het uitleggen van het evangelie,
het Goede Nieuws, in termen van vrijheid, zowel vrijheid
van onderdrukking als vrijheid om te leven met God en
anderen. Al te vaak, echter, bleef deze vrijheid beperkt
tot mensen, met uitsluiting van de meeste andere schepselen,
zowel als de aarde zelf.
Deze vrijheid kan niet zo beperkt
zijn omdat, als we andere soorten en het ecosysteem
vernietigen, mensen niet kunnen leven. Deze vrijheid
mag niet zo beperkt zijn, omdat andere schepselen, zowel
soorten als individuen binnen de soorten, verdienen
om te leven in en voor zichzelf en voor God. Daarom
roepen wij zowel Christenen als alle andere mensen van
goede wil op om te werken aan de bevrijding van het
leven, alle leven.