[Fragment uit Hugo Brandt Corstius - Eetgeenvlees gepubliceerd
in de Volkskrant 2 mei 2006].
U houdt van dieren. […] Als ik zeg dat
ik zeker weet dat u van dieren houdt, dan bedoel
ik helemaal niet alleen maar zo'n individuele
huisgenoot met een eigen naam, een eigen verjaardag
en een enkele slechte eigen gewoonte, zoals sterven
voordat u het doet. Ik heb het
niet over uw lapjeskat of uw langweiler, zelfs
niet over uw parkietjes in hun vrolijke vogelkooitje,
of uw konijntje of haasje of marmotje in zijn
gezellig getraliede hokje.
Nee, u houdt ook hartstochtelijk van olifanten
en giraffen, die zo lekker groot zijn met hun
neuzen en nekken. U kijkt graag naar zebra's
en vlinders met hun fantasierijke beschilderingen.
U geniet van het gewaggel der pinguïns en
het gefladder der zwaluwen. Misschien koopt u
zelfs een onderwaterbril om octopus en schildpad
naar elkaar te zien happen. Misschien staat u
zondags vroeg op om met vrienden door verrekijkers
meeuwen en leeuweriken te bewonderen, die zelf
hoog in de lucht, en zonder verrekijkers, naar
de grond kijken of daar misschien een lekkere
vette worm of een mals muisje valt te vinden.
[…]
U geeft graag geld aan de dierenbescherming.
U huivert als er in Groningen met een geweer
een mus wordt doodgeschoten. U vindt het heel
erg om te horen dat nog geen eeuw geleden melkboeren
een trekhond onder hun melkkar vastbonden en
dat arme beest de hele dag afbeulden.
Die melkboeren hadden zichzelf moeten afbeulen.
U vindt het heerlijk om met uw automobiel over
een zesbaansweg te rijden waaronder een eenbaanstunneltje
is gegraven voor das, eekhoorn en hermelijn.
[…]
U bent een beschaafd mens in een beschaafd land
met beschaafde goden, die elkaar bij de kerkdeur
voor laten gaan. U houdt van andere beschaafde
mensen, maar u houdt vooral van dieren. Dieren
zijn immers allemaal beschaafd - naar hun
eigen normen. U bent gek op ze, niet alleen op
hond en kat en paard en reiger, maar u houdt
ook ontzettend van koe en kalf, van kip en kalkoen,
van schaap en schelvis, van zalm en zwezerik,
van oesters en mosselen, van ossenstaart en varkenskop,
van biefstuk en tournedos, van hamburger en zuiglam.
U laat ze braden en bakken, of u braadt en bakt
en kookt en stoomt en zuigt ze zelf op en af
en in en uit.
[…]
Wat is het dan ontzettend vervelend en storend
als er aan uw tafel een lul zit, die door de
kokkinnen en koksmaatjes in de keuken, waar al
dat heerlijks met toewijding werd bereid, vol
afgrijzen en hoofdschudden gedoopt werd met de
schriknaam Eetgeenvlees.
Eetgeenvlees! Wat een genotbederver, wat een
halfzachte idioot, wat een bijgelovige sukkel
die zichzelf een idealist vindt, wat een zielige
aandachttrekker, die geenvleesenookgeenvis-eter,
die veganist, die get-ver-demde vegetariër.
Liefst zou u hem ter plekke willen villen, centrifugeren,
magnetroneren, met gloeiende jus overgieten,
tamponneren, aan stukken snijden en opeten.
[…]
Ik ben geen vegetariër. Het ligt veel eenvoudiger:
Ik Eet Geen Vlees.
[…]
Het verschil tussen de vleeseter en Eetgeenvlees
is dat de vleeseter zich aangevallen voelt door
Eetgeenvlees. Eetgeenvlees voelt zich niet bedreigd
door de vleeseters - hem eten ze heus niet
op, zelfs niet boven op de Andes, want hij smaakt
vast niet naar pens, hoofdkaas of niertjes, omdat
hij die lekkernijen nooit gegeten heeft.
Eetgeenvlees valt de dierendoders en dierenvreters
niet aan. Eetgeenvlees weet dat hij de vleeseter
niet moet proberen te bekeren. Maar de vleeseter
wil argumenteren met Eetgeenvlees. Hij wil bewijzen
dat Eetgeenvlees een misleide idealist is en een
domkop, die bovendien door zijn gedrag hem, de
vleeseter, op sluwe wijze als minderwaardig, wreed
en ongevoelig wil neerzetten.
[…]
Ik blijf het zinvol vinden om de moord op mensen
door andere mensen te vergelijken
met de moord op dieren door mensen. Misschien zijn er goede
redenen om het vermoorden van dieren iets minder
erg te vinden dan het vermoorden van mensen. Maar
is 'iets minder erg' een goede reden
om het iets minder erge dan maar miljardvoudig
uit te voeren.
Vleeseters beweren altijd dat ze ontzettend van
dieren houden, en snappen niet waarom ik in de
lach schiet. Ik zeg dan: 'Ik aai ook graag
een boterham met kaas'. De liefde voor dieren
is pas ontstaan in de eeuwen nadat we de mensentaal
hadden uitgevonden. Het bewijs daarvoor is dat
in elke mensentaal elke dierennaam
als scheldwoord wordt gebruikt. 'Kattig' en 'honds' gedrag
kent iedereen. Een stommerik noemen we 'ezel' of 'uil',
terwijl dat toevallig verstandige beesten zijn.
Een lelijke vrouw kan kiezen of ze liever 'koe' of 'paard' genoemd
wil worden, terwijl een man beledigd wordt met 'rund' of 'zwijn'.
[…]
Waar het op neerkomt is dit: wat bedoelen we
precies met het woord moordenaar? Vroeger (niet
eens zo erg lang geleden als je naar de vele, vele
eeuwen van de evolutie kijkt) bedoelden de mensen
met moordenaar: een mens die een ander lid van
zijn eigen stam om het leven brengt.
[…]
Ik bepleit net als Jezus een verdergaande verruiming
van het begrip 'onze stam'. Hij dacht
aan de mensen die toevallig geen joden waren,
ik aan de dieren die toevallig geen mensen zijn.
Andere dieren blijken met ons toch zeer veel
genen gemeen te hebben. De genetici (ook maar
mensen) schrokken een paar jaar geleden zichtbaar
toen ze, tegen al hun geleerde verwachtingen
in, onze genen gingen tellen en zagen dat onze
genenverzameling weinig scheelde met die van
aap en zwijn. Horen
alle beesten tot onze stam? Ook de mug,
de bacterie en de gifslang? Krijgen we dat gezeur
weer, net zoals de vraag of Eetgeenvlees leren
schoenen mag dragen. Wie eet er nou zijn schoenen
op?
[…]
Het geweten der mensen is keer op keer, eeuw
na eeuw, land na staat, religie na traditie,
continent na werelddeel, plooibaar gebleken en
het is dan ook op dat vreemde menselijke orgaan
dat 'het geweten' heet en dat nooit
ergens in ons lichaam is aangetroffen, dat ik
mijn hoop stel.
Eetgeenvlees is echt niet iemand die wil dat
u zich gaat schamen. Maar het kan nooit kwaad
om eens na te denken.