Ook het vleeskuiken wil joggen |
Dat zware vleeskippen doorgaans lui zitten
te wachten op de volgende portie voer, is geen natuurlijk
gedrag dat met fokken is geselecteerd. Ze willen wel bewegen,
maar het lijf kan niet mee.
Fokkerij is volgens promovendus Eddie
Bokkers doorgeschoten.
Jeroen Trommelen in de Volkskrant van 28 februari 2004. |
Kippen die worden gefokt voor hun vlees,
zijn zo geselecteerd op eten en groei dat hun welzijn
daardoor wordt aangetast. De dieren willen zich nog wel
gedragen als normale kippen, maar kunnen dat niet meer.
Hun overgewicht beperkt ze in hun gedragingen en dat leidt
tot frustratie en ziekten, net zoals bij kinderen met
een groot overgewicht.
Voor veel mensen zal bovenstaande conclusie geen verrassing
zijn, maar wetenschappelijk bewezen was zij tot dusver
niet. Aan die academische onzekerheid maakt het proefschrift
van de etholoog ir Eddie Bokkers nu een einde.
Snelgroeiende
vleeskuikens zijn daadwerkelijk ongelukkiger dan kippen
die langzamer mogen groeien, blijkt uit zijn onderzoek
waarop hij promoveert aan de Wageningen Universiteit.
Voor zijn proefschrift deed Bokkers vier jaar proeven
met verschillende soorten kippen. Hij vergeleek snelgroeiende
vleeskuikens (zogeheten broilers) die binnen zes weken
slachtrijp zijn, met legkippen en met soortgenoten die
half zo snel groeien en gebruikt worden in de biologische
vleeskuikenhouderij.
Hij testte hun honger- en verzadingsmechanismen, liet
ze vasten, beproefde hun motivatie om méér
voer te bemachtigen en liet de dieren hindernissen lopen
en andere inspanningsproeven ondergaan. Dat alles met
als doel te achterhalen waarom snelgroeiende vleeskuikens
zich zo lui gedragen als ze doen. Want dat is al jaren bekend: doorgefokte vleeskippen bewegen
zich nauwelijks en doen weinig anders dan vreten. Volgens
veel boeren en vleesproducenten gebeurt dat omdat ze niet
anders meer willen. Zitten en eten zou het "natuurlijke"
gedrag van de vleeskuikens zijn geworden - een nevenverschijnsel
van de genetische selectie waarbij de dieren door de jaren
heen geselecteerd zijn op snelle groei.
Die selectie heeft inderdaad spectaculaire resultaten
gehad, resumeert Bokkers in zijn proefschrift met de titel Behavioural motivations and abilities in broilers.
Moderne vleeskuikens groeien in zes weken van vijftig
gram naar tweeënhalve kilo. Dat is negen keer het
gewicht dat de voorloper van onze kip in de Aziatische
jungle bereikt. De afgelopen 25 jaar is men erin geslaagd
het gewicht van de vleeskip met een kwart te laten groeien
op relatief steeds minder voedsel. |
De huidige vleeskuikens worden gehouden
in groepen van tien-
tot dertigduizend dieren in schuren waar tussen de
18 en 23 kippen op één vierkante meter gaan.
In die stallen is het 23 uur per dag licht. Onder die
omstandigheden kunnen de dieren weinig meer dan rusten,
eten en drinken. Het lijkt ook alsof ze zich daar vrijwillig
toe beperken. Ze zijn bijvoorbeeld veel rustiger dan legkippen,
en pikken elkaar niet tot bloedens toe in de veren.
Wel leidt hun snelle groei tot fysieke problemen. Omdat
de kippen vooral zijn geselecteerd op groei van borstspieren
(voor de kipfil?), raken ze letterlijk uit balans.
Van het moderne vleeskuiken zit 20 procent van het gewicht
in de borstspieren. In commerciële kipperrassen van
voor de extreme selectie is dat 11,6 procent.
De combinatie van hoog lichaamsgewicht en de overmatig
zware kippenborst, maakt dat ze moeilijk kunnen lopen
en snel gewrichtsproblemen krijgen. Ze zakken dan letterlijk
door hun poten. |
De moderne vleeskip lijdt dus fysiek. Maar
lijdt ze ook geestelijk? Om dat te achterhalen zette de
Wageningse dierkundige snel groeiende vleeskuikens allereerst
in een prettige omgeving met voldoende leefruimte, zitstokken
en strooisel van goede kwaliteit. Daar werd hun gedrag
geobserveerd en vetgeleken met dat van langzaam groeien
de biologische vleeskuikens. Wat de kippen "echt" willen,
zou onder dergelijke optimale omstandigheden wel blijken.
In die plezierige omgeving bleek dat beide soorten kippen
ongeveer hetzelfde gedrag vertoonden, of in elk geval
dezelfde handelingen wilden verrichten. Het grote verschil
was dat de snelle groeieis een groot deel van hun gedrag
zittend afhandelden, waar de langzame groeiers dat lopend
of staand deden.
Alleen hun gewicht hindert de dieren
in de mogelijkheid hun normale gedrag uit te voeren, concludeert
Bokkers.
Ook uit andere proeven bleek dat de snel groeiende vleeskuikens
wel gemotiveerd zijn om hindernissen te overwinnen of
om moeite te doen voor lekkere hapjes, maar dat hun lichaamsgewicht
de belemmerende factor is om dat te bereiken. De combinatie
van alle experimenten rechtvaardigt de conclusie dat moderne
vleeskuikens worden gefrustreerd in hun normale gedragspatroon,
stelt hij. |
Dat de dieren maar door
blijven eten, komt overigens doordat hun verzadigingsmechanisme
is veranderd. Bokkers vergeleek de voeropname van snel
groeiende vleeskuikens dat van legkippen. Na een periode
van vasten kregen beide groepen volop voer aangeboden,
waarna alleen de vleeskippen van geen ophouden wisten.
0ok toen van honger geen sprake meer kon
zijn. "Ze eten niet meer omdat ze honger hebben, maar
omdat ze niet verzadigd zijn".
De logische oplossing zou zijn om de dieren op dieet
te zetten, maar dat is uiteraard strijdig met het doel
van de kippenhouder die na zes weken zoveel mogelijk
vlees aan de haak wil.
Toch moet er iets veranderen, vindt de promovendus.
"Vanuit het oogpunt van welzijn voldoet het huidige
systeem niet. Het doorselecteren op één
kenmerk is bij deze vleeskuikens te ver doorgeschoten.
Daar maak ik me grote zorgen over".
Een stap in de goede richting
zou zijn om de huidige vleeskuikenrassen te vervangen
door rassen die er twee weken langer over doen om hun
slachtgewicht te bereiken. Een aantal van de fysieke en
welzijnsproblemen zouden daarmee vermoedelijk verdwijnen.
"Daardoor worden die kippen iets duurder. Hopelijk is
de consument bereid het verschil te betalen, maar anders
moet het via wettelijke voorschriften".
Of dat werkelijk zal gebeuren, is de vraag. Want de kippenproducenten
blijven juist werken aan het fokken van soorten die steeds
méér kunnen voor minder.
Afgelopen januari
kregen de voedingsconcerns Nutreco en Hendrix Poultry
Breeders subsidie van het ministerie van Economische Zaken
voor een project dat is gericht op het fokken van "meer
robuuste leghennen". Ook de Wageningen Universiteit doet
daaraan mee.
Meer "robuuste" hennen blijven onverstoorbaar functioneren
wanneer de omstandigheden op het gebied van huisvesting,
klimaat ot voeding slecht zijn, zoals bijvoorbeeld in
de bio-industrie in de Derde Wereld.
Bokkers ziet het
hoofdschuddend aan. "Robuustheid is een nieuw woord voor
hetzelfde als voorheen: dieren die méér
produceren onder omstandigheden die niet perfect zijn". |
Lees op het weblog meer over vleeskuikens. |
|
|