Contactblad Relatie Mens en Dier juli 2002 |
Onderwerpen
|
Wordt het nog wel wat met welzijn legkippen?
Hoewel de huidige legbatterij in het jaar
2012 in de gehele Europese Unie verboden zal zijn en
er vanaf 2003 geen nieuwe legbatterijen meer mogen worden
geïnstalleerd, maken wij ons toch grote zorgen
over de toekomst van de legkippen. Twee gevaren liggen
namelijk op de loer: de Verrijkte kooisystemen en de
import van legbatterijeneieren uit Oost-Europa. De Verrijkte kooi Zeker,
het legbatterijverbod
zal doorgaan, en een groot deel van de pluimveehouders
overweegt nu al om van de batterij over te schakelen
op de scharrel- of volièrestal. Maar een ander
deel zal willen overgaan op de z.g. Verrijkte kooien,
die in vele EU-landen zullen worden toegestaan. Nederland
aarzelt nog: Minister Brinkhorst wilde de Verrijkte
kooien als tussenvorm tussen legbatterij en scharrel
niet toelaten, maar de Tweede Kamer was het daar nog
niet over eens. Want… hoe zit het dan weer met onze
concurrentiepositie, als Nederland als enige land de
duurdere scharreleieren produceert en de rest van de
EU wellicht voor het grootste deel de goedkopere verrijkte-kooi-eieren!
En toch, hoewel er berekend is dat de eierproductie
in dat geval voor de helft zich naar het buitenland
zou verplaatsen: wanneer Nederland de Verrijkte kooi
zou overslaan, zou dit ons sieren, en wellicht volgen
andere EU-landen ons voorbeeld! Ook Duitsland wil de
Verrijkte kooien niet! Een kooi is een kooi, en alle
kippen moeten uit de kooi! Dat is ook de mening van
de Duitse Landbouwminister Renate Künast.
Hoe ziet een Verrijkte kooi eruit? Wij
drukken hierbij nog eens een foto af die wij een aantal
jaren geleden maakten in het pluimveeonderzoekstation
Het Spelderholt te Beekbergen. De Verrijking t.o.v.
de huidige legbatterij zit o.a. hierin dat de ruimte
per kip 600 cm² is (batterijkooi 450 cm² per
kip). De minimale ruimte echter die een kip nodig heeft
voor de basisgedragingen op één plek,
zoals recht opstaan, vleugels uitslaan, toiletteren
en scharrelen is 800 cm². Het zal duidelijk zijn
dat de basisbehoefte om zich lopend of fladderend te
kunnen voortbewegen al helemaal niet kan worden bevredigd,
niet in een legbatterijkooi, maar evenmin in de z.g.
Verrijkte kooi. Verder is een paar centimeter boven
de gazen vloer een zitstok aangebracht, die enig soelaas
moet bieden voor het staan op de gazen bodem (hetgeen
een kwelling is voor het dier), er is een z.g. nestruimte,
maar dit is lang niet wat een kip nodig heeft om haar
ei kwijt te kunnen. Ook is er een scharrelbakje aanwezig,
waar één kip tegelijk in kan. De kleine
hoeveelheid strooisel (3 gram per kip) is hoogstens
toereikend voor enkele scharrelbewegingen per dag. Oude legbatterijen Bovendien worden nu reeds, door pluimveehouders
die al aan het overschakelen zijn, op grote schaal de
oude, straks verboden legbatterijen verkocht aan pluimveehouders in Oost-Europa, zoals Rusland,
Polen en Oekraïne. En dit proces zal doorgaan,
want in die landen wordt de legbatterij nog niet verboden.
Deze landen mogen straks wel hun legbatterijeieren op
de Nederlandse en andere EU-markten afzetten! De afschuwelijke
wereldhandelsverdragen bieden helaas deze vrijheid.
Het ergste scenario zou dan worden dat de duurdere scharreleieren
grotendeels in de winkelschappen zouden blijven liggen
als daar de veel goedkopere Oost-Europese legbatterijeieren
naast komen te liggen. In pluimveekringen bestaat de
angst dat legpluimveehouders straks, wanneer zij verplicht
zullen zijn scharreleieren te produceren, zullen worden
weggeconcurreerd door de Oost-Europese legbatterijeieren,
die hier op grote schaal aftrek zouden vinden en die
nota bene gelegd zijn in de legbatterijkooien die hier
zijn verboden, maar door onze legpluimveehouders zelf
aan hun Oost-Europese collega's zijn verkocht! Een wel
zeer ironische gedachte! Zijn we erg pessimistisch als
we ons afvragen wat al
onze inspanningen van zo'n dertig jaar geleden,
om het scharrelei van de grond te krijgen, voor nut
hebben gehad? Zeker, miljoenen kippen hebben in de afgelopen
dertig jaar een scharrelend bestaan mogen leiden, op
de grond, met strooisel en met ruime legnesten, waar
zij anders in de legbatterij hun trieste bestaan hadden
moeten uitdienen. Maar…, hoe gaat de toekomst eruit
zien? |
Castratie van biggen
Na het zeer hoopvolle bericht van november vorig jaar
over afschaffing van de onverdoofde
en zeer pijnlijke castratie van jonge biggen hebben
wij eind mei eens geïnformeerd bij het Ministerie
van Landbouw hoever het hiermee staat. Er was namelijk
in november 2001 stellig verzekerd dat binnen een kopgroep
van vijf landen: België, Duitsland, Zweden, Denemarken
en Nederland, een gezamenlijke werkgroep in een half
jaar een goed en bevredigend alternatief voor het castreren
zou kunnen aandragen, waarop een verbod op castratie
zou kunnen volgen. Wij vernamen nu, dat de periode van
een half jaar natuurlijk te kort was om tot een goed
alternatief te komen. Maar ons werd verzekerd dat men
er zéér actief mee doende was. Een stuurgroep
is bezig om diverse scenario's te bekijken die door
een expertgroep zijn onderzocht en waaruit een keuze
moet worden gemaakt. Ook zou gebleken zijn dat door
het niet-castreren welzijnsproblemen optreden, zoals
agressiviteit, waardoor de dieren elkaar gaan aanvallen.
Deze problemen moeten eerst worden opgelost voor tot
een alternatief kan worden besloten. Dit hadden wij
nog niet eerder gehoord. De discussie over al of niet
castreren en de noodzaak ervan loopt al zeker dertig
jaar, en wij hebben nooit anders gehoord dan dat castratie
nodig is om te voorkomen dat varkensvlees een berengeur
heeft. Dat de ingreep ook zou dienen om welzijnsproblemen
te voorkomen was voor ons nieuw! Of zou het weer een
addertje onder het gras zijn? Zal de stuurgroep straks
misschien zeggen: De welzijnsproblemen zijn niet op
te lossen, dus castreren blijft noodzakelijk? Ook hier
vrezen wij weer het ergste!
Op Youtube een filmpje over de behandeling van jonge biggetjes |
Verstoring nesten in broedseizoen
Half mei werden wij opgebeld door iemand die had gezien
hoe bomen en struiken langs een provinciale autoweg
machinaal werden gekortwiekt, nota bene midden in het
broedseizoen! Natuurlijk was een opgewonden en paniekerig
gefladder en getjilp van vele vogeltjes het gevolg:
zij hadden daar hun nestjes met eieren of zelfs al jongen.
De broedsels waren nu een makkelijke prooi voor o.a.
meeuwen en kraaien, welke dan ook in groten getale rondcirkelden
om hun slag te slaan. Het groen lag immers open en deze
vogels hadden nu makkelijk toegang tot de nestjes, die
zij eerst in het dichte gebladerte niet licht hadden
kunnen ontdekken. Bovendien: het lawaai van de elektrische
zaag was voldoende om de oudervogeltjes en hun jongen
de doodsschrik op het lijf te jagen! De persoon die
ons belde had zelf al naar haar gemeente gebeld, maar
zij werd verwezen naar de Provincie (Noord-Holland);
het betrof hier immers een provinciale weg. Het antwoord
dat zij daar kreeg was, dat men het zou uitzoeken. Toen
zij ons een dag later haar verhaal had gedaan, belden
ook wij de Provincie op en vroegen of de werkzaamheden
niet hadden kunnen worden uitgesteld tot na het broedseizoen.
Wij kregen te horen dat dat wel erg moeilijk zou zijn,
en dat uitstel veel geld zou gaan kosten. Bovendien
was de verkeersveiligheid op deze weg in het geding
door de vele uitstekende takken! Maar men zou eens informeren bij vogelverenigingen. Als die ook zouden adviseren het werk uit te stellen, dan zou men dit overwegen. Aan het eind van diezelfde middag werden wij opgebeld
door de Provincie: Diverse vogelverenigingen waren benaderd,
en alle hadden bevestigd dat onze mening de juiste was.
Hierop had de Provincie besloten dat met ingang van
de volgende morgen de werkzaamheden zouden worden stilgelegd,
en pas na 15 juli weer zouden worden hervat. Natuurlijk
waren wij blij, want zeer veel vogels zijn hierdoor
gespaard en heel wat vogelleed is voorkomen. Maar men
vraagt zich toch af waar het verstand en het gevoel
van de overheidsinstanties zit, om dergelijke werkzaamheden
niet zo te plannen dat de natuur en de dieren er geen
schade van ondervinden! |
Grazers in natuurterreinen
Ongetwijfeld herinnert u zich nog de vele publiciteit
rond de grote problemen die zich voordeden met honderden
paarden, runderen, edelherten en ree'n in de Oostvaardersplassen,
die daar waren uitgezet met het doel om in dit natuurterrein
paden en open plekken te creëren. In 1996 hebben
wij in ons contactblad hier uitvoerig aandacht aan besteed.
De problemen traden met name op in genoemd gebied, waar
vele tientallen runderen bleken te zijn omgekomen door
gebrek aan voedsel, waar paarden door het ijs waren
gezakt omdat zij naar drinkwater zochten, waar ernstige
verwondingen optraden door onderlinge gevechten die
ontstonden door onevenwichtige aantallen mannelijke
en vrouwelijke dieren, waar dieren soms vast bleven
zitten in de modder enzovoort. Het erge was dat de beheerder
(Staatsbosbeheer) geen hulp aan de noodlijdende dieren
bood, omdat men vond (evenals staatssecretaris Faber
van Landbouw) dat het hier ging om niet-gehouden dieren,
welke niet onder de Gezondheids- en Welzijnswet voor
Dieren zouden vallen. Men wilde hier de natuur volkomen
zijn eigen gang laten gaan zonder menselijk ingrijpen.
Een merkwaardige gedachtegang, aangezien men deze dieren
wel moedwillig in een situatie had gebracht waar zij
zich in een stukje namaak-natuur maar moesten zien te
handhaven.
Wij kunnen deze dieren dan ook niet als in-het-wild-levende
dieren zien, maar als dieren wier gezondheid en welzijn onder de verantwoordelijkheid van de mens vallen, in dit geval van Staatsbosbeheer.
In de Leidraad Grote Grazers wilde het ministerie van
LNV een beleidskader vormen voor de omgang met runderen,
paarden en schapen in natuurterreinen. Onderscheid wordt
gemaakt tussen "grote eenheden natuurgebieden"
en "overige terreinen". De eerste zijn de
grootste en meest natuurlijke terreinen, waaronder ook
de Oostvaardersplassen. Hier heeft de beheerder een
veel geringere beschikkingsmacht over de dieren en wil
men de dieren zich in hun eigen gedrag en populatieontwikkeling
laten ontplooien, zo min mogelijk in de natuurlijke
processen ingrijpen, zolang het dier voor ernstig en
uitzichtloos lijden wordt behoed. Met uitzichtloos lijden
wordt bedoeld dat het dier uiteindelijk aan een onherstelbare
verwonding, ziekte of gebrek zal sterven. Met ernstig
lijden wordt bedoeld dat het dier veel pijn heeft en/of
duidelijk tekenen van stress vertoont. Beide ter beoordeling
van de beheerder van het terrein, aldus de nota "Gezondheid
en welzijn van grote grazers in natuurterreinen"
van de KNMvD (Kon. Ned. Maatschappij voor Diergeneeskunde),
welke nota in de afgelopen zomer uitkwam. |
Kon. Ned. Maatschappij voor Diergeneeskunde
In eerdergenoemde nota legde de KNMvD haar standpunten neer betreffende de introductie en
de verzorging van landbouwhuisdieren, zoals paarden,
runderen, schapen en geiten in natuurterreinen. Hoewel
de Leidraad Grote Grazers spreekt over de "verantwoordelijkheid
van de mens voor de dieren in natuurterreinen",
blijven er voor de KNMvD redenen tot kritiek. Een citaat
uit de nota.
De zorgplicht van de mens voor het dier is wettelijk
geregeld in de GWWD (Gez.- en Welzijnswet voor Dieren).
Deze wet heeft in hoofdzaak betrekking op gehouden dieren.
Een uitzondering op de regel vormt artikel 36. Dit artikel
is van toepassing op gehouden en op in de vrije natuur
levende dieren. Lid 1 van art. 36 stelt: het is verboden
om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen
ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een
dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid
of het welzijn van het dier te benadelen. Artikel 36
lid 3 luidt: een ieder is verplicht hulpbehoevende dieren
de nodige zorg te verlenen. Het volgende artikel, art.
37, heeft uitsluitend betrekking op gehouden dieren.
Het luidt: Het is de houder van een dier verboden aan
het dier de nodige verzorging te onthouden.
Behalve dat het artikel aangeeft dat gehouden dieren
moeten worden verzorgd, maakt het ook duidelijk wie
daarvoor verantwoordelijk is: de houder.
Voor de beantwoording van de vraag of er - althans juridisch
beschouwd - sprake is van een zorgplicht dienen dus
de volgende vragen te worden beantwoord: In de eerste
plaats: Zijn bedoelde dieren gehouden dieren? Indien
deze vraag met ja wordt beantwoord, is artikel 37 van
de GWWD van toepassing en is het duidelijk dat de dieren
de nodige verzorging moet worden geboden. Indien de
dieren niet als gehouden doch als vrij in de natuur
levende dieren worden beschouwd, volgt als tweede vraag: Zijn de veroorzaakte pijn of letsel, dan wel de benadeling
van de gezondheid of het welzijn, gelet op het doel
waartoe de dieren zorg wordt onthouden, toelaatbaar?
Toegespitst op onderhavig geval gaat het om de vragen: zijn de grazers in de natuurterreinen gehouden dieren
en, zo niet, met welk doel wordt deze dieren zorg onthouden? In een brief aan de KNMvD stelt de staatssecretaris
van LNV dat het haar beleidslijn is dat aan elk dier
in een natuurterrein zorg wordt verleend. Naar de mening
van de staatssecretaris is de vorm waarin zorg wordt
verleend afhankelijk van de aard van het terrein en
van de omstandigheden waarin de dieren leven. Op grond
van de aard van de te nemen maatregelen die in de "grote
eenheden natuurgebieden" kunnen worden getroffen
heeft de staatssecretaris ervoor gekozen de grote grazers
op het punt van zorg, in het kader van de GWWD te beschouwen
als niet-gehouden. Tot zover het citaat.
De staatssecretaris verschuilt zich dus achter het argument
van beperkte beschikkingsmacht van de beheerder over
de dieren. Daarom dat in o.a. de Oostvaardersplassen
de hulpbehoevende dieren aan hun lot worden overgelaten.
De KNMvD stelt echter: Waar de beperkte beschikkingsmacht
over dieren als het argument voor een beperking van
de verzorging wordt aangevoerd, dient men zich te realiseren
dat het loslaten van deze beschikkingsmacht ook een
keuze is, m.a.w. de mens staat hier niet machteloos,
maar had ook kunnen besluiten in deze natuurterreinen
géén dieren uit te zetten. Nu de mens
hier toch wel voor heeft gekozen, is het volgens de
KNMvD zo dat men niet alleen ten opzichte van de populatie
dieren maar ook ten opzichte van het individuele dier
verantwoordelijkheid draagt, welke verder gaat dan het
doden van dieren die ernstig en/of uitzichtloos lijden.
De KNMvD verwerpt de in de toelichting op de Leidraad
gepresenteerde gedachte dat bij een herhaling van de
situatie in de Oostvaardersplassen er opnieuw niet wordt
bijgevoerd en enkel stieren die hevig lijden eerder
zullen worden gedood.
Tot slot nog een laatste citaat uit deze nota, waarmee
wij het van harte eens zijn: 'De redenering: de verzorging
van grote grazers in de "grote eenheden natuurgebieden"
kan worden beperkt want het zijn niet-gehouden dieren
want de beschikkingsmacht over de dieren is beperkt,
overtuigt niet indien men bedenkt dat de beperkte beschikkingsmacht
uit een eerder gemaakte keuze volgt. Voorafgaand aan
de introductie van bepaalde categorieën dieren,
zoals grote grazers, in natuurgebieden dient te worden
bepaald wat dit voor consequenties heeft voor de beschikkingsmacht
over de dieren in het gebied en daarmee voor de gezondheid
en het welzijn van de dieren'.
Wij hopen vurig dat de overheid haar beleid in deze
kwestie zal aanpassen aan de zienswijze van de KNMvD
en die van zeer veel Nederlanders. |
Nationale kinderviscompetitie afgelast
De nationale kinderviscompetitie, georganiseerd
door Hengelsportblad BEET, en gepland op 5 en
15 juni 2002, is afgelast. Terwijl de e-maildiscussie
tussen sportvissers, schoolkinderen, leraren en
de werkgroep "NIETINDEHAAK" gaande was
over de ethische aspecten van het hengelen, verscheen
het bericht in de pers dat Hengelsportblad BEET
afzag van de plannen voor deze grote landelijke
kinderviswedstrijd. Goed nieuws! Maar de motivatie
van waaruit dit besluit was genomen was niet,
omdat men bekeerd was tot een diervriendelijke
houding jegens de vissen. Nee, men zou, volgens
hoofdredacteur Bronsgeest van BEET bedreigd zijn
door actievoerders met telefoontjes en brieven,
vaak in felle en vunzige bewoordingen. Zo zouden
dierenbeschermers hebben aangekondigd om tijdens
de wedstrijden "gewapend met waterpistolen,
spandoeken en protestborden" rond te varen
in bootjes en het hengelen onmogelijk te maken,
en zouden alle tegenstanders van sportvissen opgeroepen
worden in actie te komen. Tot zover de krantenberichten.
Het bovenstaande is een voorbeeld van hoe er
wordt ingespeeld op de akelige sfeer die er thans
hangt rond iedereen die en alles wat met dieren-
en milieugroeperingen te maken heeft. Of de bedreigingen
werkelijk zijn geuit? Volgens het bericht Hengelsporttijdschrift
misbruikt moord op Fortuyn in het Nederlands
Dagblad van 27 mei jl. heeft Hoofdredacteur Bronsgeest
van BEET een actiegroep (Animal
Defense League) genoemd die van plan was om
gewapend met waterpistolen de deelnemers aan de
landelijke viswedstrijd op 5 juni onder vuur te
nemen. Volgens de woordvoerder van NIETINDEHAAK,
aldus het Nederlands Dagblad, was dat plan echter
lang voor de dood van Fortuyn een keer voor de
grap geopperd. Het zou nooit de bedoeling zijn
geweest om daadwerkelijk kinderen met water te
gaan beschieten. In elk geval is het wel frappant
dat deze berichten in de pers verschijnen in een
periode dat alle dieren- en milieugroeperingen
toch al in het verdachtenbankje zitten sinds de
moord op Pim Fortuyn. |
Gedoogbeleid
Natuurlijk is het goed dat vergaande gewelddadige acties
streng worden aangepakt. Wat gebeurd is op 6 mei 2002
is ronduit slecht en had nooit mogen gebeuren. Wie respect
heeft voor het leven van een dier, heeft het ook voor
het leven van een mens. Omgekeerd is het nog niet het
geval: Respect voor het menselijk leven impliceert nog
bij veel te weinig mensen ook respect voor het dierlijk
leven. Daar strijden wij dan ook voor. Maar niet met
agressie en geweld. Daar bewijzen wij de dieren al helemaal
geen dienst mee! Integendeel! Maar…, dan ook geen
gedoogbeleid meer ten aanzien van bijvoorbeeld gemeenten
die voor het starten van nieuwe of het uitbreiden van
bestaande bio-industrie'n vergunningen uitgeven die
in strijd zijn met de milieuwetgeving! Ten aanzien van
de vele, vele overtreders van artikel 36 van de Gezondheids-
en Welzijnswet voor Dieren, zowel instellingen als personen,
tegen wie men soms niet eens aangifte kan doen omdat
de politie dat weigert! Ten aanzien van de vele overtreders
van het Varkensbesluit, en van de vele veetransporteurs
die zich niet houden aan de voorgeschreven rusttijden
voor de dieren die zij vervoeren, en dagen achtereen
met hun levende lading door Europa jakkeren! En zo zouden
wij kunnen doorgaan. Wij moeten ons allemaal aan de
wetten en voorschriften houden: de dieren- en milieumensen,
maar dan ook iedereen, en zeker de overheid! Overigens: Van Animal Freedom vernamen wij dat een drietal groeperingen,
die jarenlang milieuvergunningen
voor bio-industrieën hebben aangevochten, t.w.
Milieudefensie Twente, Groningen tegen Bio-industrie
en Milieu Offensief Wageningen steeds minder werk te
doen krijgen. Enerzijds doordat de vergunningaanvragen
steeds zorgvuldiger en nauwkeuriger worden opgesteld,
om de milieuorganisaties geen kans te geven de verkregen
vergunning door de rechter nietig te laten verklaren,
maar anderzijds ook doordat de overheden het agrariërs
steeds moeilijker maken om een bio-industriebedrijf
te starten of uit te breiden. Een bewijs dat de drie
organisaties hun werk tot nu toe goed hebben gedaan.
De groepering Groningen tegen Bio-industrie heeft zichzelf
reeds overbodig gemaakt. Zij heeft vele nieuwkomers,
die in Groningen een bio-industrie wilden beginnen,
tegen kunnen houden. Bravo! |
Varkenspest
Als wij de berichten mogen geloven is de varkenspest
weer in aantocht. De bio-industrie zal weer zichtbaar
worden via de televisie. Hebben wij iets geleerd van
de vorige varkenspestperiode? Op 26 mei jl. zond de
VPRO-televisie het tweede deel uit van een documentaire
over de varkenspest in 1997, de aanpak ervan en de oorzaken.
Helaas hebben wij het eerste deel niet gezien, maar
de tweede uitzending was al voldoende om een indruk
te krijgen van de schandalige praktijken die werden
(en worden?) gehanteerd in de vee- en vleeswereld. De
drie kernvragen waar het in deze uitzending om ging
waren de volgende.
- Hoe kwam de varkenspest in Nederland?
- Waarom werd het vaccin niet gebruikt?
- Wie werden er rijk van de varkenspest?
In de uitzending kwamen de volgende antwoorden op deze
vragen naar voren.
1. Eén van de redenen dat varkenspest in Nederland
vaste voet kon krijgen was, dat tijdens vorstperioden
de veewagens na het uitladen van het vee niet worden
gereinigd en ontsmet; dit om gladde opgevroren bodems
in de veewagens te voorkomen. Dit euvel zou echter met
technische hulpmiddelen kunnen worden voorkomen. De
RVV (Rijksdienst voor Keuring van Vee en Vlees) weet
dat dit al jaren wordt verzuimd. En dat terwijl het
nota bene al sinds jaar en dag bekend is dat het varkenspestvirus
het best gedijt tijdens vorst!
2. Tot 1992 werden varkens geënt tegen varkenspest.
Daarna werd vanuit Brussel een entverbod ingesteld omdat,
net als bij de MKZ, er geen geënte dieren meer
konden worden geëxporteerd. Dat zou een enorme
verliespost zijn, want 80% van de varkens gaat, dood
of levend, over de grens. Wel was er, al tijdens de
pestperiode, een markervaccin. Het diergeneesmiddelenbedrijf
Intervet had voorraad genoeg om 20 miljoen varkens te
enten met dit markervaccin. Dit is een vaccin dat aantoont
of vee, dat is ingeënt besmet is of niet. Bij gewone
entingen is dat niet zichtbaar. Maar omdat het markervaccin
tegen varkenspest nog niet officieel geregistreerd was
stond het ministerie van Landbouw het gebruik van dit
markervaccin niet toe.
3. Exploitanten van vrieshuizen zijn in korte tijd steenrijk geworden door de varkenspest. Er werd een naam genoemd van een vrieshuisexploitant die er 200
miljoen gulden aan heeft verdiend, en een ton per dag
kon opstrijken! De vrieshuizen moesten worden ingezet
omdat er niet voldoende destructiecapaciteit was. Maar
ook de veehandelaren pikten hun graantje mee. Zo werd
verteld hoe het toeging bij het vaststellen van het
totaal gewicht van een lading levende varkens die door
handelaren werden aangevoerd. Handelaren kregen voor
de varkens, die zouden worden gedood en vernietigd,
de prijs per kilogram uitbetaald. Eerst werden de volle
wagens gewogen, dan werden de varkens uitgeladen en
werden de lege wagens gewogen. Het verschil was dan
het gewicht van de varkens. Om extra winst te behalen
werd na het uitladen van de varkens ook alle mest verwijderd
en liet men de watertanks leeglopen, zodat ook dat gewicht
bij dat van de varkens kon worden opgeteld. Tel uit
je winst! En dan de schande dat er pas in een zéér
laat stadium een fokverbod werd ingesteld! De overvolle
stallen, de tienduizenden biggetjes die werden doodgespoten,
met de nodige fouten, waardoor zeer veel dieren erg
hebben geleden! In totaal zijn 11 miljoen varkens gedood
en vernietigd. De schade bedroeg 3 miljard gulden.
In die tijd heeft de directeur van de Wereld Gezondheids
Organisatie (WHO) gezegd: "Ik vertegenwoordig 100
miljoen hongerende mensen. Hoe moet ik hen uitleggen
wat hier gebeurt"? |
Nota KNMvD
In november 2000 bracht de KNMvD een nota uit getiteld:
Massaal doden en destrueren van gezonde dieren in het
kader van dierziektebestrijding? De eindconclusie van
deze nota nemen wij letterlijk voor u over: Het massaal
doden van dieren in het kader van de bestrijding van
een besmettelijke dierziekte is niet toelaatbaar tenzij….
- er sprake is van doden in het belang van het dier,
ter vrijwaring van het dier van uitzichtloos lijden;
- indien er geen sprake is van doden in het belang
van het dier maar in belang van de mens, dit belang
van de mens bij het doden zwaarwegender is dan de
nadelen voor de bevordering van de gezondheid en het
welzijn van het dier en de erkenning van de eigenwaarde van het dier;
- er geen reële alternatieve mogelijkheden beschikbaar zijn;
- er maatregelen voor de ontwikkeling van potentiële
alternatieven waarmee het doden kan worden beperkt,
zijn genomen. Het doden van dieren moet niet eerder
worden begonnen dan nadat aan alle voorwaarden is
voldaan, en dient na het vervallen van één
of meer van deze voorwaarden te worden beëindigd.
De KNMvD is van mening dat het voortzetten van het non-vaccinatiebeleid niet verantwoord is, omdat er inmiddels markervaccins beschikbaar zijn.
|
|
|
|
|
|