![]() |
In dit artikel wordt betoogd dat de term "intrinsieke waarde" geen effectieve bijdrage aan de zaak van dieren(rechten) levert. We beginnen met wat de term wel betekent en stappen over naar het gebruik in relatie tot dierenrechten. In het woordenboek wordt het voorbeeld genoemd van de intrinsieke waarde van geld. Geld heeft de waarde die erop is gedrukt (de financiële waarde) en heeft de waarde van het materiaal: de instrumentele waarde. Een briefje van tien gulden kon worden gebruikt om artikelen te kopen die men tien gulden waard vindt. Het papier van het tientje was op zich vrijwel waardeloos. Dat gold niet voor de gulden. Het metaal, waarvan de gulden was gemaakt, heeft eveneens waarde, al is dat dan minder dan een gulden, laat staan een euro. Deze laatste waarde wordt intrinsieke waarde genoemd: de waarde van het geldmiddel ("wat de gek er voor geeft"). Terzijde: als van een bankbiljet ook maar één van zijn vele waarmerken ontbreekt, is het niets waard. Dit om te illustreren hoe men vertrouwen, waarde en echtheid verbindt. In dit artikel wordt betoogd dat het koppelen van intrinsieke waarde aan de zaak van dieren geen uiting is van echte betrokkenheid bij hun welzijn. |
Vrijheid is onbetaalbaar |
|
Discriminatie tussen intrinsieke waarde van zeldzame en van veel voorkomende dieren Een ietwat vreemde situatie ontstaat wanneer het geld uit de roulatie wordt genomen. Voor sommige verzamelaars krijgt het geldpapiertje dan opeens een enorme waarde vanwege de zeldzaamheid. Zoals het voor geld geldt, lijkt het ook te zijn met dieren. Dieren die op uitsterven staan krijgen ineens een grote intrinsieke waarde. Het lijkt wel of de intrinsieke waarde van het dier minder wordt naar mate het dier in grotere aantallen voorkomt of naarmate het slechter behandeld wordt. De 450 miljoen dieren (jaarlijks) in de bio-industrie in Nederland lijken samen minder intrinsieke waarde te hebben dan bijvoorbeeld de dassen in Limburg. Intrinsieke waarde voor dieren betekent dat zij een eigen waarde hebben los van hun financiële, instrumentele of gebruikswaarde voor de mens. Het is zeer de vraag of men deze zaken wel uit elkaar kan en wil houden. |
Intrinsieke waarde: de nieuwe kleren van de keizer? De Nederlandse overheid erkent sinds de aanvaarding
van de Nota Rijksoverheid en dierenbescherming
uit 1981 de intrinsieke waarde van het individuele
dier. |
|
Evertsen en de Bordes schrijven: De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) is gepubliceerd in Staatsblad 1992, 585. De introductie van het begrip welzijn in Hoofdstuk III, De zorg voor het welzijn van dieren, leek een nieuw tijdperk in te luiden waarin de bescherming van dieren voortvarend ter hand kon worden genomen. Intrinsieke waarde speelde als normatief, richtinggevend concept vooral op de achtergrond een rol, maar de verwachtingen waren desondanks hooggespannen. De nieuwe manier om over dieren te praten zou kunnen inspireren tot een andere manier van omgaan met dieren. Sinds opname in de wet wordt het begrip omarmd door dierenrechtenactivisten. Men hoopte waarschijnlijk via dit begrip de massa bereid te maken om meer met de belangen van dieren rekening te houden. Echter drogredenen werken niet. De gretigheid, waarmee het begrip door iedereen (inclusief intensieve veehouderij) wordt geaccepteerd, terwijl in de praktijk de zaken voor dieren alleen maar verergeren, zou dierenbeschermers argwanend moeten maken. |
Iedereen doet net of hij begrijpt wat intrinsieke waarde betekent en niemand wil toegeven dat hij het ook niet weet, het klinkt wel interessant. Mensen met belangen in de bio-industrie en politici doen vrolijk mee met versluierend woordgebruik in plaats van daden te stellen, waar dieren wat aan hebben. Het kost de bio-industrieel en de politicus geen geld en geen moeite om met de mond te belijden dat een dier een eigen waarde heeft. Het zijn de nieuwe kleren van de keizer, het heeft niets om het lijf. Volgens A.W. Musschenga "is het begrip intrinsieke waarde van de niet-menselijke
natuur een intellectueel middel in de strijd tegen
het antropocentrisme" (Filosofie & praktijk
15/3 1994 p. 113). |
|
Eigenwaarde of eigen waarde? Helemaal verwarrend wordt als mensen het begrip vervangen door "eigenwaarde" of de toevoeging geven an sich. Eigenwaarde heeft in de ethiek de betekenis van persoonlijke waarde dwz een besef van datgene wat men waard is. De ethologie heeft geen bewijs dat dieren een besef hebben van datgene wat ze waard zijn. Sommige wetenschappers beweren dat dieren geen persoonlijkheid of een eigen identiteitsgevoel hebben. Van mensapen en dolfijnen is aannemelijk gemaakt dat zij een minimale vorm van identiteit ervaren. Ook staatssecretaris Geke Faber liet zich in 1998 niet onbetuigd in dit stukje nieuw taalgebruik "intrinsieke waarde betekent dat mensen de eigenste eigenheid van het in het wild levende dier dienen te respecteren." Haar conclusie is dat daarom gewonde dieren in het wild aan hun lot overgelaten moeten worden..... |
Intrinsieke waarde in de Scheppingsleer: Deus ex machina? Voor wie de bijbel als inspiratiebron gebruikt
kan daaruit destilleren dat het dier door God
geschapen is met extra kwaliteiten en mogelijkheden
om bepaalde ervaringen op te doen die uitstijgen
boven de gebruikswaarde door de mens aan het dier
toegekend. Het is de menselijke plicht om het
dier geen (intrinsiek) positieve ervaringen
te onthouden en geen (intrinsiek) negatieve ervaringen
te bezorgen. Meer hierover in het proefschrift van ds Jacques Schenderling. Hij stelt dat de kerk voor de belangen van dieren moet opkomen. |
|
Wet Dieren: 2. Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigenwaarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd. 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van: a. dorst, honger en onjuiste voeding; |
![]() |
In de Wet Dieren is het begrip Intrinsieke waarde onder lid 2 niet bepaald eenvoudig omschreven. Valt het gegeven dat sommige dieren kunnen voelen onder de eigenwaarde van dieren? En hoe zit het met dieren waarin we ons slecht kunnen inleven: hebben die minder waarde? Concreter wordt het in lid 3, waarin het woord "gevrijwaard" ietwat zwak een voorzichtige erkenning is van het recht op vrijheid. In de tekst hieronder wordt dit laatste verder uitgewerkt. |
In zijn boek Dierencrisis doet Michel Vandenbosch een goed voorstel als alternatief voor intrinsieke waarde: Dierenrecht op regie over het eigen leven
Tot zover Vandenbosch. |
||
Waarde en recht staan los van elkaar Rechten van individuen (mens of dier) nemen niet
af of nemen niet toe in relatie tot verschillen
in hun waarde, of dit nu valt uit te drukken
in geld, onmisbaarheid of intrinsieke waarde.
Zelfs als de (eigen)waarde van een leven gering
zou zijn, zijn haar rechten niet minder dan van
iemand die zichzelf of een ander bijzonder waardevol
vindt. Analoog aan de neiging van mensen om aan zaken die lage prioriteit hebben maar helemaal geen aandacht meer te schenken is de mens geneigd om geen waarde meer te hechten aan wezens waarvan zij vinden dat die een lagere intrinsieke waarde hebben. Vooral niet als er zoveel dieren van een bepaalde soort zijn als in de bio-industrie. |
Vrijheid is een beter uitgangspunt voor dierenrechten Per definitie betekent intrinsieke waarde van
het dier iets wat onze voorstellingsvermogen te
boven gaat. Met andere woorden: het is niet wat
je denkt dat het is. Een slechter uitgangspunt
voor dierenrechten is niet denkbaar. Het doet
ook een beetje denken aan een vorm van geloven.
Per definitie kun je een ander niet met rede overtuigen
van het bestaan van God, de ander moet uiteindelijk
geloven. In de praktijk vinden gelovigen elkaar
meestal wel weer in wat een geloof inhoudt, maar
voor de rechtbank is over geloof geen overeenstemming
mogelijk. Dit gebrek aan juridische toetsing is
met name het bezwaar aan het concept intrinsieke
waarde. Wat zouden mensen er van vinden als wij ons recht zouden baseren op de waarde van de mens? |
|
Begripsverwarring Zoals hierboven betoogd, is de kans groot dat
het begrip "intrinsieke waarde" verschillend
wordt opgevat. Je kunt het (afhankelijk van de
klemtoon op "intrinsiek" dan wel "waarde")
opvatten als dat een individu waardevol is, maar
dat de hoeveelheid van zijn waarde en aard intrinsiek
en daarom onbepaald is (A). Je kunt het ook opvatten
als dat een individu een waarde heeft die intrinsiek
van oorsprong is en daarom niet ter discussie
staat (B). In beide opvattingen voegt het menselijke
oordeel en de voorstelling over de objectieve
waarde niets toe en is de praktische waarde van
het begrip nihil. Bovendien is het een contradictio
in terminis en een cirkelredenering. |
Zelfbeschikking voor dieren Ondanks dat de mens complexer is dan het dier,
is daarmee niet gezegd dat de mens meer waarde
heeft. De mens zou de vrijheid moeten hebben om
zijn eigen waarde zelf te bepalen. Hoe hij dat
doet, doet er niet toe, zolang anderen evenveel
kansen krijgen en niet worden geschaad. Dieren zijn intrinsiek evenwaardig aan mensen. Ook voor het dier is vrijheid een essentiële
(voor)waarde. Je zou ietwat cryptisch kunnen stellen
dat vrijheid een intrinsieke waarde van de natuur is, die in de natuur "besloten"
ligt. Het is onmogelijk en onnodig om met dieren
een gesprek te hebben over de waarde en invulling
van zelfbeschikking. Het getuigt van een rechtvaardige
samenleving als we haar leden (mens en dier) vrijwaren van de eis om het recht op zelfbeschikking te
verdienen of te verdedigen. Populair gezegd: "ieder
wezen mag er zijn". |
|
Weblogs over dierenrechten:
|
||
![]() |
||
Er zijn veel weblogs over intrinsieke waarde: | ||