Filosofen
zeggen "vrijheid is".
Het begrip
vrijheid is abstract en om te begrijpen
wat het is, kun je vrijheid vergelijken
met een "gat" in de muur of met
een ruimte. Een gat is zelf niks, maar wordt
bepaald door wat er in de omgeving wel is. Zou er rondom een gat niets zijn, dan was
er geen gat. Een gat wordt bepaald door wat het niet is. Er zijn vele uitspraken die een paradoxaal karakter hebben en het accepteren hiervan en van de daarbij behorende (on)mogelijkheden levert weer nieuwe vrijheid op. Vergelijk het met keuzes maken. Een keuze maken verkleint de mogelijkheden, maar levert ook weer vrijheid en nieuwe mogelijkheden op. LaotseDertig spaken rond een naaf geplaatst, maken het wiel, doch de leegte van de naaf bepaalt zijn bruikbaarheid. br> Klei wordt gekneed om een kom te vormen, doch de leegte van de kom bepaalt haar bruikbaarheid. br> Deuren en ramen worden in een kamer gesneden en het is hun leegte, die haar bruikbaarheid bepaalt. br> Haal daarom voordeel uit wat is, maar zie het nut van wat niet is. In het geval van vrijheid als paradox zit de tegenstrijdigheid er hem daarin dat vrijheid niet kan bestaan zonder het tegendeel: onvrijheid. Deze onvrijheid kan zijn:
Gelukkig is iedereen aan deze onvrijheid "gebonden". Dat op zich levert het individu weer vrijheid op. De associatie met onvrijheid maakt ook dat iemand tweeslachtig kan staan tegenover vrijheid. Wie het moeilijk vindt om verantwoordelijkheid te dragen, kiest liever voor een onvrij leven met minder verantwoordelijkheid. |
Een paar voorbeelden: "Het leven heeft geen zin"Van deze conclusie kun
je depressief worden, je kunt het ook zien
als de basis voor een heel positief vervolg:
je kunt je eigen leven elke zin geven die
je zelf wilt; het is je eigen keuze, het is
je eigen verantwoordelijkheid. Je kunt daarin
misschien wel fouten maken, maar de enige
die je dat kan verwijten ben je zelf. Je kunt
je leven zin geven door te scheppen wie je
bent en dat te ervaren. "De dood maakt het leven waardevol"Stel je eens voor dat je (net
als de ziel) onsterfelijk zou zijn,
dat -wat je ook doet- je niet dood zou kunnen
gaan. Dat zou vele mogelijkheden opleveren,
die we allemaal wel eens een tijdje zouden
willen uitproberen. Maar gesteld dat je
gevangen zou raken of ziek zou worden en
deze gevangenschap of ziekte zou eeuwig
duren, dan is dat een zeer onaantrekkelijk
vooruitzicht. Het feit dat aan een leven
een eind komt, althans een bevrijding door
over te gaan in een andere vorm, maakt het
leven juist dragelijk voor velen. Het zorgt
ervoor dat we ons best doen om ons leven
zinvol in te richten en dat we voorzichtig
handelen. Dat proberen we hopenlijk allemaal,
zodat we er ook allemaal van kunnen profiteren. |
"Of God wel of niet bestaat"is een kwestie van geloof. Zijn (of haar of het) bestaan kun je niet bewijzen. Zou je dat wel kunnen bewijzen, dan zou er op slag heel veel vrijheid verloren gaan in het leven. Er zijn zelfs gelovigen die stellen dat vrijheid een geschenk van God is en die het leven juist zin geeft. Ieder individu kan kiezen wat hij of zij voor waar (geloof) aanneemt. Je bent niet dom, wanneer je het bestaan van God niet voor waar aanneemt. Klik hier voor artikelen op onze site die gaan over spiritualiteit. Kierkegaard: God laat zich slechts kennen naarmate de mens zichzelf wil kennen; dat stelt Hem voldoende veilig tegen alle wijsneuzen. "Om rijk te zijn moet je niet bezitten". "Wie intelligent is accepteert dat hij niet weet". "Zonder tegenslag geen overwinning". "Iemand die niets te verliezen heeft is erg rijk". Hoe meer we vergaren in het leven, des
te meer hebben we te verliezen. Dit is geen
pleidooi voor armoede, maar als je het niet
echt nodig hebt en er niet gelukkiger van
wordt, waarom zou je dan dingen, status,
geld enzovoorts om je heen verzamelen? In
de bijbel stond het al: "stof zijt
gij en tot stof zult gij wederkeren"
en (hoewel bedoeld als persiflage) Monty
Python in "the life of Brian": you came from nothing en you end as nothing,
what did you loose? Nothing! |
In deze trant zouden
we nog wel een tijdje door kunnen gaan met
vele andere paradoxen, maar we keren terug
naar de relatie met dieren. Vrijheid strekt zich ook uit tot dieren en de natuur. Mensen proberen in hun cultuur de natuur te overstijgen (zich van de beperkingen van natuur te bevrijden), maar de vrije natuur als voorbeeld blijft altijd trekken. Dieren maken zich niet druk over paradoxen, over de vraag het leven zin heeft, of God bestaat en verwerven alleen materie in de vorm van voedsel of nestmateriaal om (als soort) te overleven. Veel mensen ontzeggen dieren rechten omdat zij vinden dat de mens boven het dier staat. Op zich is een hogere positie geen argument om anderen rechten te ontzeggen. Misschien hebben dieren zelfs eigenschappen die mensen benijdenswaard vinden: trouw, natuurlijkheid, zorgeloosheid. Een dier liegt niet, is niet arrogant. Vrijheid in de natuur bestaat zolang dieren fit genoeg blijven om hun belagers te ontlopen. Deze omstandigheid houdt de natuur scherp en is met de mutatie van genen de motor van de evolutie: de fitste en -voor de veranderingen in de omgeving- geschiktste exemplaren houden het 't langst vol en vermenigvuldigen zich. Dieren die te traag zijn of ziek worden, hoeven niet lang te lijden, ze zullen spoedig de dood vinden en voedsel zijn voor andere dieren. Wanneer de natuur zich ongestoord kan ontwikkelen levert dat voor de mensen een bepaalde schoonheid op en is de natuur een bron van spirituele ervaring. Juist in de ongerepte schepping ervaren mensen de hand van een hoger wezen. Belangrijk is hieruit en uit het voorgaande te constateren dat vrijheid in de schepping zo centraal staat. |
![]() Zo is het ook met dierenwelzijn. Door in de wet vast te leggen en te verbieden wat dierenwelzijn bedreigt en daarvan scheidt hoe je een dier moet verzorgen laat je maximaal de verantwoordelijkheid waar die zijn moet: bij de veehouder en degene die een huisdier houdt. |
Vrijheid verhoudt zich slecht met plichten. Maar de plicht om vrijheid van anderen te respecteren is niet een innerlijke tegenspraak maar is een paradoxaal, maar bruikbaar kenmerk van vrijheid. We zien geen enkele reden om dieren van het recht op vrijheid en de consequenties daarvan uit te zonderen. De mens bedreigt structureel de levensruimte van dieren op aarde. Daarmee heeft hij de zorgplicht op zich genomen om de vrijheid van dieren te garanderen. Meer over de samenhang van bovengenoemde concepten vindt u in het artikel over de dialectiek. |
Uit het boek Filosofie voor de zwijnen: Socrates was op zoek naar de waarheid omtrent
het goede leven, hij wilde ontdekken wat
echt menselijk geluk is, hij nam geen genoegen
met schijnzekerheden en hij stelde daarom
een kritisch onderzoek in naar de werkelijke
waarde van het leven. Aan het einde van
zijn leven moest hij toegeven dat hij niet
was geslaagd: de enige waarheid die hij
had ontdekt, was dat hij niet wist wat het
goede leven is. Uit het eerste hoofdstuk: Daarom was Socrates nooit tevreden. Altijd
wierp hij de kritische vraag op wat de zin
van het leven is. Daardoor werd het alledaagse
geluk permanent op de proef gesteld. Waarom
zou Socrates beter af zijn dan een tevreden
varken dat geniet van de modder waarin het
zich wentelt? Zouden mensen niet veel van
varkens kunnen leren, of, met andere woorden:
zouden wij niet iets van een tevreden varken
moeten hebben om gelukkig te kunnen zijn?
Een kritische Socrates is niet beter af
dan een tevreden varken. Het kritische onderzoek
van gelukservaringen heeft juist tot gevolg
dat de mogelijkheid verdwijnt om gelukkig
te zijn. De ervaringen van Mill tijdens
zijn crisis leiden tot de conclusie dat
Socrates tragisch was omdat hij niet spontaan
gelukkig kon zijn. Ook de `cultivering van
gevoelens' van Mill door het lezen van gedichten
heeft iets tragisch. Poëzie roept geen
natuurlijke gevoelens op, maar gecultiveerde
emoties, die meteen de vraag met zich meebrengen
of dergelijke gevoelens wel echt geluk veroorzaken.
Wanneer je jezelf deze vraag stelt, verdwijnt
het geluk van poëtisch opgewekte sentimenten. |