Homepage
Nederlands

Dierenwelzijn, dierenrechten of beschaving?

Met het afscheid nemen van de Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren (GWwD) hebben de belangbehartigers van dieren ook afscheid genomen van het begrip dierenrechten. De GWwD was gebaseerd op het begrip intrinsieke waarde. Dit begrip werd (begrijpeljk door het publiek) niet begrepen. De koers werd daarom verlegd naar het begrip dierenwelzijn. Het is de vraag of de situatie voor dieren daarmee wordt verbeterd. Het is waar, wanneer er geen overeenstemming is over een visie achter dierenrechten, worden de belangen van dieren ook niet behartigd. Maar dierenwelzijn heeft weer voor elk dier een andere inhoud. Het welzijn van een goudvis is niet te vergelijken met de welzijn van een kat of een hond. In de veehouderij gaat een boer er vanuit dat het welzijn van een dier, gehouden voor het vlees. gewaarborgd is zolang deze groeit en in de melkveehouderij zolang de koe melk geeft. Dierenbeschermers zijn iets explicieter in de eisen die zij stellen aan de manier waarop dieren gehouden moeten worden. Dieren moeten in ieder geval gevrijwaard zijn van aantasting van vijf vrijheden. In het kort gezegd, dieren moeten vrij zijn van honger, dorst, ongemak, pijn en angst. Daarnaast moeten zij hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen door de juiste omgeving en de aanwezigheid van soortgenoten. Met name aan het laatste schort het nogal in de veehouderij en bij huisdieren die alleen gehuisvest worden. Er zijn nog al wat partijen die er belang bij hebben om op basis van het laatste mensen nog meer huisdieren en benodigdheden aan te praten. In meer dan de helft van de Nederlandse huishoudens is 1 of meer huisdieren aanwezig. Voor iedere Nederlander zijn er 10 gehouden dieren en worden er jaarlijks 30 gedood. Dierenbelangenorganisaties die er voor pleiten om geen dieren te nemen, te bejagen of te eten, zijn er nauwelijks.

We hebben een verantwoordelijkheid naar dieren

Toch draagt de mens die geen huisdieren neemt of geen dierlijke producten gebruikt het meeste bij aan dierenwelzijn. Alleen staat die mens wel wat alleen, want bijna iedereen heeft wel boter op zijn hoofd door direct of indirect diergebruik. Ook bij het beschermen van dieren is het regeringsbeleid om mensen zelf hun verantwoordelijkheid te laten nemen dus doorgedrongen. Het is de vraag of men hiermee niet ten onrechte de spreekwoordelijke strijd tegen de bierkaai heeft opgegeven. Met de bierkaai wordt hier bedoeld de jarenlang uitgedragen misinformatie, vastgezet in de hoofden van de mensen, dat dieren houden en gebruiken mag en moet en in het belang is van het dier. Dat de moderne veehouder achter de besloten stalmuren ook niet meer ten dienste staat van het dier, maar van het internationale bedrijfsleven, ziet de stedeling niet. Het is de vraag of het hem ook kan schelen want hij deelt mee in de lage productiekosten van dierlijke producten. Blijkbaar moet de menselijke beschaving deze fase door dat zij vrijwillig hun huis vullen met bewoners die eigenlijk in een heel andere biotoop thuis horen. Het heeft misschien ook te maken met het gebrek aan contact met echte natuur in de stad en de steeds groter wordende afstand tot natuurgebieden. Ook het weidelandschap op het platteland verwordt steeds meer tot een saai biljartlaken. Dan maar een hond genomen, dan kom je nog eens buiten en spreek je nog eens iemand. Het dier als reminder aan een natuurlijk leven (ook voor kinderen), dat is de tussentijdse stand van de beschaving. Valt een dier niet meer te handhaven in huis dan wordt het gedumped op de kinderboerderij, de vrije natuur of afgevoerd naar het asiel of opvangcentrum. Er wordt een nieuw tehuis gezocht via marathon Tv-programma's of het probleem wordt simpelweg "entlöst" door euthanasie. Aldus heeft ieder stadium van het probleem zijn eigen probleemoplossers die weer op geheel eigen wijze hun boterham aan dieren verdienen. En bijna niemand die openlijk de vraag stelt of het wel zo rechtvaardig is om dieren zo te gebruiken. Het dier wordt wel wat gevraagd (bijvoorbeeld door ecotherapeuten), maar hun signaal dat zij een natuurlijker leefomgeving willen, wordt niet of nauwelijks serieus genomen. Laat staan dat wordt begrepen dat dieren, net als mensen, vrij willen zijn.

Martha Nussbaum (1947) werkt in haar boek "Gerechtigheid voor dieren" de capabiliteitsbenadering uit. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. In haar opinie zijn we al eeuwen aan dieren verplicht om onze samenleving zo in te richten dat met de belangen van dieren in gelijke mate als aan mensen rekening wordt gehouden. We zijn al lang doorgeschoten in onze exploitatie van de natuur. Martha Nussbaum. Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (bol.com).


logoWe willen bevorderen dat (ook in andere landen) het bewustzijn groeit dat vrijheid -net als voor ons- van belang is voor een dier. Een dier is geen ding maar een wezen dat recht heeft op de kwaliteit van een natuurlijke manier van leven.

Wanneer u Stichting Animal Freedom wilt steunen, leest u hier hoe u dat kunt doen.

Stichting Animal Freedom.
Auteur .

Onze hoofdartikelen in boek, in een overzicht of op een aparte mobielvriendelijke site.

Naar onze reactie op de actualiteit op Facebook.

Privacy verklaring.

pijl omhoog