Als je
zo de bezwaren leest die op Animal
Freedom worden geuit over de intensieve
veehouderij dan vraag je je mogelijk
af "vinden ze bij Animal Freedom
boeren slecht of zo"? Net als overal, zijn er in een mand rotte vruchten. In de toch al overvolle "mand met appels en peren" zijn de laatste jaren een aantal veehouders ("peren") bijgekomen die niet van oorsprong boer ("appels") waren. Bedoeld worden die intensieve veehouders die geen eigen grond hebben om veevoeder te verbouwen en die een bio-industrie hebben opgezet met als enige oogmerk zo veel mogelijk geld te verdienen ("rotte peren"). Dat is de groep boeren waar wij een appeltje mee te schillen hebben. De boeren met eigen boomgaard, die toch een bio-industrie hebben opgezet ("rotte appels"), zouden wat ons betreft door de zure appel heen moeten bijten en terug moeten schakelen naar ecologisch verantwoorde bedrijfsvoering en hun vee de mogelijkheid moeten geven om ook buiten te kunnen lopen. Voor begrip voor de situatie van
de Brabantse veehouders, zie de column Brabant
Blues. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de Algemene Inspectie Dienst dat meer dan 50% van de boeren zelfs de minimale welzijnsregels voor varkens overtreedt en de dieren daardoor welbewust leed toebrengt. Zeer krappe huisvesting, duistere tot donkere hokken en onthouden van afleidings-materiaal is meer regel dan uitzondering. Door de dieren krapper te gaan huisvesten omzeilen varkensboeren tevens de aankoop van ammoniakrechten. De mensen achter Animal Freedom vinden dat de imago
van de beroepsgroep boeren erg te
lijden heeft van de bio-industriëlen en roept de boeren dan ook op om zich
te ontdoen van deze groep door in
de boerenorganisaties samen te werken
om aan de bio-industrie en aan andere
misstanden een eind te maken. Teveel
varkens maken de spoeling dun. Een
varkenshouder wordt 1 keer in de zeventien
jaar gecontroleerd op het welzijn,
terwijl de
meerderheid van de varkenshouders
één of meer aspecten
van het varkensbesluit overtreedt. |