Reeds in de negentiger jaren verscheen het rapport Grond voor
Grondgebondenheid van de noordelijke milieufederaties
en Groningen Tegen Bio-industrie (GTB). Zij lieten zien, dat de veestapel van de drie noordelijke
provincies anno 1996 al meer mest produceerde dan in de
landbouw kan worden afgezet bij een min of meer ecologisch
verantwoord mestbeleid. |
|
Het teveel aan mest is niet het gevolg van intensieve veehouderijen als varkens en kippen,
maar komt van de melkveehouderijen. Als de mest van 1998
met een volpropstrategie en de fosfaatnormen van 2005
over al het bouw- en grasland wordt verdeeld, is er in
Groningen en Drenthe nog steeds een "tekort"
aan fosfaat, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door
de overproductie uit Friesland. Op een totaal van 34,7
miljoen kilo geproduceerd fosfaat had Noord Nederland
anno 1998 een mestoverschot van 0,6 miljoen kilo fosfaat.
Bij een realistischer afzetscenario (zonder alle gewassen
met mest vol te proppen) wordt het overschot nog groter. |
Verplaatsing van vee naar het Noorden
In 1999 werd voorgesteld om ter ontlasting van andere,
zwaar met ammoniak overbelaste provincies 500 bedrijven
met rundvee naar de noordelijke provincies te verplaatsen.
Die zouden er dan in het Oldambt in de provincie Groningen
bij kunnen, want daar is een lokaal mesttekort. Een
"lokaal" mesttekort betekent alleen maar dat
er in een bepaalde gemeente meer landbouw dan veeteelt
wordt bedreven.
Een import van vijfhonderd rundveebedrijven met elk
pakweg 100 stuks vee, zal het mestoverschot in het Noorden
weer met 0,2 miljoen kilo fosfaat doen toenemen. De
import van veebedrijven uit bijvoorbeeld Gelderland
betekent dus alleen maar dat er vuil van een zeer vervuilde
regio naar een niet zo schone regio wordt verplaatst.
Dat is strijdig met een strategie om schoon te houden
wat (min of meer) schoon is. |
In mest zit behalve fosfaat ook nitraat. Het grondwater
onder vrijwel alle zandgronden in Nederland bevat te
veel nitraat of zal over enige tijd overbelast zijn.
In 1997 werd in Drenthe in 40 procent van de metingen
de drinkwaternorm in filters op 9 en 24 meter diepte
overschreden.
Op de klei loopt het teveel aan mest met nitraat in
de sloot en geeft vervuiling van het oppervlaktewater.
Het eindresultaat is o.a. de algengroei in de Waddenzee
en aantasting van de kwelders.
|
|
Mest is een lucratieve handel
In midden en zuid-Nederland wordt meer mest geproduceerd
dan men daar kan uitrijden. Men zit er zelfs zo mee
omhoog dat zij geld toegegeven om het in Noord Nederland
te mogen uitrijden.
Is daar dan een mesttekort? Dat is maar hoe je het bekijkt.
Noord Nederland produceert zelf voldoende mest om de
regionale mestbehoefte te dekken.
Kan de mest uit de rest van het land er dan niet meer
bij?
Wel als je extra mest uitrijdt en dat is het geval.
Er wordt meer mest uitgereden dan nodig is en niet altijd
waar het nodig is. Het gevolg is uitspoeling naar het
grondwater.
Er zijn in het verleden lucratieve mestcontracten gesloten
tussen boeren uit het Zuiden en afnemers uit het
Noorden. Ook mesttransporteurs pikken uiteraard
een graantje mee.
Voor een compleet overzicht van de ontwikkelingen in mestwetgeving en van de actuele situatie, kijk op Wikipedia. |