Ophokplicht en exportbelangen
De Nederlandse pluimveehouderij houdt 3 keer
zoveel dieren als voor de binnenlandse vraag benodigd
is. Het grootste belang ligt daarom in de export.
Om haar producten in het buitenland af te kunnen
zetten is het van belang om concurrerend te kunnen
zijn. Dat is de reden dat pluimvee in de bio-industrie
onder minimale welzijnsomstandigheden meestal
worden binnengehouden. Dat is nu eenmaal goedkoper.
Binnen is het gevaar van infectie door overtrekkende
vogels die via hun uitwerpselen anderen kunnen
besmetten bovendien kleiner dan wanneer de dieren
bedrijfsmatig of vanwege hobbyredenen buiten
worden gehouden.
Een deel van een met vogelpest besmette populatie
in het wild zal sterven. Wanneer pluimvee wordt
gehouden zal dat in het geval van vogelgriep grotendeels
hetzelfde lot treffen.
Voor de pluimveehouder kan de uitbraak van een epidemie
een grote schadepost betekenen. Minister van
landbouw, Veerman, heeft aangekondigd dit niet
te vergoeden. Deze omstandigheid maakt het aantrekkelijk
om het naderende onheil zolang mogelijk buiten
de deur proberen te houden.
Wanneer als maatregel telkens wordt besloten
om de gehele populatie te doden en te vernietigen
is daarmee ook de mogelijkheid geëlimineerd
om te ontdekken welke (soort) kippen de ziekte
wel kunnen overwinnen.
In een gezonde economie zou deze tijd overbrugd
moeten kunnen worden via diversiteit in bedrijfsvoering.
Overigens geeft resistentie geen garantie dat
de overgebleven kippen (of mensen) ook een volgende
virusgolf zullen overleven. |
Het gevaar van de vogelgriep
De gevaarlijke vorm van vogelgriep
H5N1 is medio 2005 aangekomen aan de rand van
Europa. In Rusland is de ziekte half juli in Siberië
uitgebroken, waarna het langzaam naar het westen
is getrokken. Ook in de aangrenzende landen Kazachstan
en Mongolië zijn vogels besmet.
Het virus is waarschijnlijk door trekvogels overgebracht
uit Zuidoost-Azië, waar het sinds 2003 heeft
huisgehouden onder het pluimvee. Inmiddels zijn
daar vijftig mensen aan de ziekte overleden. Mensen
kunnen elkaar niet besmetten, daarvoor is contact
met pluimvee nodig. In Rusland zijn nog geen mensen
ziek geworden door de vogelgriep. De vrees is
dat de vogels op weg naar een overwinteringsgebied
naar het zuidwesten trekken en mogelijk Bulgarije,
Roemenië en het Middellandse-Zeegebied bereiken. |
Hobbydieren fungeren als lakmoes
Als de vogeltrek besmetting oplevert, zal dat ook
tot uitdrukking komen in ziekte bij deze populatie.
Onder de hobbykippen is per definitie veel diversiteit.
De hobbykip is daarmee de lakmoes voor de soort
die het beste bestand is tegen de vogelpest -
of -griep. De veterinaire sector zal (weer) voor
het dillemma staan om massaal te doden óf
om te kijken welke soort het minst gevoelig is.
In termen van dierenrechten is dit een lastige
kwestie, want in theorie heeft een diersoort
het recht om in vrijheid uit te zoeken of het
een epidemie kan doorstaan. De hobbykiphouder
zal voor dit recht weinig oog hebben en wil óf
een epidemie voorkomen óf een vergoeding als
er preventief wordt geruimd. |
Ophokplicht
De minister volgt met zijn maatregel een advies
van deskundigen dat niet is uit te sluiten dat
trekvogels uit Rusland en Kazachstan Nederland
aandoen. Daarnaast bestaat het risico dat de trekvogels
op hun rustplaatsen andere vogels besmetten die
vervolgens naar Europa komen. Het virus verspreidt
zich via de uitwerpselen van de dieren.
De minister vindt verder uitstel van maatregelen
'onverantwoord'. De Tweede Kamer drong vorige
week al aan op het snel invoeren van de ophokplicht.
Het merendeel van de ongeveer tachtig miljoen
kippen zit permanent binnen. De maatregel treft
daarom vooral de vijf miljoen scharrel- en biologisch
gehouden kippen.
Ondanks het verbod op de vrije uitloop, mogen
de scharrelkiphouders volgens de minister hun
eieren scharreleieren blijven noemen. Dat is op
zich niet vreemd want de meeste scharrelkippen worden binnen gehouden.
Belangenafweging
Biologische eieren verliezen normaliter wel hun
keurmerk - en daarmee een hogere prijs - als de
dieren niet meer buiten komen.
In 2003 moesten dertig miljoen kippen worden gedood,
eenderde van de toenmalige pluimveestapel. Daarnaast
bestaat het gevaar dat het vogelpestvirus zich
vermengt met een menselijk griepvirus en verandert
in een geheel nieuwe variant waartegen de mens
geen afweerstoffen heeft.
Eenderde van de pluimveebedrijven in Nederland
biedt kippen de mogelijkheid een aantal uur buiten
door te brengen. Daaronder zijn biologische boeren,
maar ook veel reguliere pluimveeboeren met Freiland-kippen,
genoemd naar een populair Duits keurmerk. Veel
eieren (van alle pluimage) worden geëxporteerd.
Op deze site wordt deze export afgewezen omdat een boer alleen de buitenlandse
concurrentie aankan door te bezuinigen op dierenwelzijn. |
Hogere prijs voor binnengehouden kippen
Wanneer biologische of Freiland kippen een half
jaar worden opgehokt, is er in de praktijk geen
verschil meer met de altijd binnengehouden scharrelkippen.
Een hogere prijs voor haar eieren te betalen is
dus een soort solidariteit met de eigenaar. Dit
is een twijfelachtige steun want ook deze eigenaren
houden in de eerste plaats kippen voor het inkomen.
Ook zij maken gebruik van de export. Het is moeilijk
te verdedigen dat het houden van kippen voor de export kan worden
gezien in het kader van de lokale eerste levensbehoeftes
van de mens. |
Een blijvende oplossing
Consumenten die echt betrokken zijn bij het lot
van kippen en zich gewetensvol afvragen wat het
beste is voor het welzijn van het dier kunnen
het beste deze situatie aangrijpen om een stap
verder te gaan in het ontzien van dieren. Een
levensstijl waarin geen
kippenvlees en minimaal eieren wordt geconsumeerd is de meest effectieve
manier om dierenwelzijn na te streven.
Hoe minder
dieren in ellendige omstandigheden worden gehouden
hoe beter. In Nederland wordt namelijk alleen
maar opgetreden tegen zichtbaar dierenleed. |