Dioxine is één van de meest giftige stoffen die we kennen: 10 milligram
is al dodelijk voor de mens.
Gelukkig komt het bijna nooit in zulke concentraties voor: het is meestal een uiterst verdund bijproduct.
Lagere concentraties kunnen echter
nog steeds gevaarlijk zijn. Kenmerkend is, dat de eerste
symptomen zich pas enkele weken na de vergiftiging voordoen.
Bij de mens kan het huiduitslag veroorzaken (chlooracne)
en neurologische aandoeningen, zich uitend in lusteloosheid
of depressie. Vermagering is ook een kenmerk. Met name
de schildklier en de lever kunnen aangetast worden. Dioxine
beïnvloedt ook het erfelijk materiaal, hetgeen o.a. tot
kanker en tot verminderde vruchtbaarheid kan leiden.
Dioxinebesmetting in veevoeder heeft in bepaalde gevallen
tot grote sterfte onder kuikens geleid en wordt zo ontdekt.
In België heeft men te traag gereageerd, wat heeft geleid
tot het ontslag van 2 verantwoordelijke ministers en het
halen van alle vlees- en pluimveeproducten uit de verkoop.
De bron van besmetting kan liggen in binnen- en buitenland.
Dioxine komt in menselijk voedsel terecht via de neerslag
op weilanden afkomstig van vuilverbrandingsovens en
via ingevoerd veevoeder dat aan dieren in de bio-industrie
wordt gevoerd. Via vlees, melk en eieren komt het dan weer bij de mens.
Bij de
mens wordt dioxine in hoofdzaak via borstvoeding doorgegeven.
Via dierlijke mest komt dioxine opnieuw in het milieu terecht.
De meeste risico's lopen mensen die zelf op kleine schaal
kippen houden, en hun eigen eitjes eten, of vaste
klanten van kleine bedrijven, schrijven de onderzoekers
in Molecular Nutrition and Food Research.
'Als je de normen voor de inname niet wilt versoepelen,
dan komt het erop neer dat grote gebieden in West-Europa
eigenlijk te vies zijn om kippen voortdurend buiten
te laten lopen', aldus WUR-onderzoeker Hoogenboom.
Zie ook overzicht schandelen in en rond de veehouderij.
Besmettingen uit het verleden
In de jaren 70 en 80 was dioxine eigenlijk meer berucht
als vorm van luchtvervuiling. Het komt vrij bij verbranding
van bepaalde kunststoffen (PCB's), met name bij de vuilverbranding.
Dit kan dan uitregenen, in Holland is dat meestal op
weilanden, waarna het in de veestapel terecht komt.
En bij gewone verbranding wordt dioxine niet afgebroken.
Dit is één verklaring voor de aanwezigheid van dioxine,
in zo'n hoge concentratie, op de Diemerzeedijk.
Een
andere verklaring, en waarschijnlijk zijn ze beide waar,
is Philips-Duphar. Deze produceerde van 1955 tot 1963
onkruid-bestrijdingsmiddelen, in een fabriekje nabij
het Noordzeekanaal. Ook op een andere stortplaats die
door hen gebruikt werd, de Volgermeer nabij Broek in
Waterland, werden in 1980 lekkende vaten opgegraven,
die een hoge concentratie dioxine bleken te bevatten.
Dioxine is misschien nog het meest bekend van de ramp
bij het Italiaanse Seveso in 1976. Maar dat was er slechts
één in een reeks van dioxine-schandalen, die in die
jaren overal ter wereld voorkwamen.
Ook in de afgelopen kwamen besmettingen voor.
De Belgische minister Pinxten van Landbouw heeft bijvoorbeeld
in april 1998 een tijdelijk verbod ingesteld op het
gebruik van citruspulp in diervoeder, nadat daarin in
Duitsland hoge concentraties dioxine waren vastgesteld.
In april 1999 was de bron afvalolie, dat werd vermengd met veevoeder.
In Frankrijk heeft een onafhankelijk milieubureau (CNIID)
alarm geslagen over onaanvaardbare hoge concentraties
van de kankerverwekkende stof dioxine in rund- en kalfsvlees.
(bron: Telegraaf, 26 mei 1998). Frankrijk heeft totaal
300 vuilverbrandingsovens, het hoogste aantal van de EU-lidstaten.
De CNIID heeft bij de Franse regering aangedrongen de
open vuilverbrandingsovens te sluiten. In februari werden
reeds drie vuilverbrandingsovens in Noord-Frankrijk
gesloten, nadat een veel te grote uitstoot van dioxine
was gemeten. De melk afkomstig van nabijgelegen melkveehouders
werd tijdelijk ongeschikt verklaard voor consumptie.
De verkoop van rund- en kalfsvlees uit deze regio werd
echter niet aan banden gelegd. |