De strijd voor dierenrechten, tegen bont of
proefdiergebruik leidt soms tot geweld of escaleert.
De reden daarvoor is dat veel dierenrechtenactivisten
moeilijk kunnen inzetten op een strategie voor
de lange termijn alleen, maar graag ook op korte
termijn resultaat willen zien.
Zij voelen zich machteloos en zoeken krampachtig
naar een manier om snel controle te krijgen over
de tegenpartij, wiens onverzettelijkheid in hun
ogen duidt op kwaadaardigheid.
Interpunctie is de strijd over hoe de werkelijkheid
gezien moet worden. Als de ander een afwijkende
betekenis toekent aan de feiten of een andere kijk
heeft op de context van de interactie, zijn 2 'verklaringen'
favoriet: de ander is kwaadwillig of gek.
In beide gevallen is de kijk op de ander minder
respectvol, want de gelijkwaardigheid is zoek.
Discussies gaan niet meer over de inhoud en men praat
langs elkaar heen omdat men niet wil luisteren
naar iemand waar men vindt dat men boven staat.
In een land als Engeland wordt dit door de oorspronkelijke
klassenmaatschappij nog eens versterkt.
Er lijkt niets leuker voor een vossenjager uit
de "hogere
kringen" te zijn dan het plebs te ergeren
met het in leven houden van oude aristocratische
gewoontes.
Vooral jongeren lopen gevaar hun geduld te verliezen.
Waar hun gebrek aan geduld mee samenhangt is
het ontbreken van een zelf ervaren visie op waar
het in het leven om gaat, namelijk vrijheid en
liefde. Deze
neutrale concepten zijn belangrijk voor dierenrechtenactivisten èn
voor degenen die dieren gebruiken. Onvolwassenen
vullen deze concepten vooralsnog in door weinig
verantwoordelijk te zijn en minder interesse
te tonen in wie de ander is of wil worden en
wat diens belangen zijn.
Dierengebruikers (bontdragers, vleeseters en
proefdieronderzoekers) vullen dit ook in door
een rusteloze jacht op gedachteloos genieten,
rücksichtslos
geld verdienen en onbeperkt macht en status proberen
te verwerven (bijvoorbeeld door publicaties of
promotie).
Hoe kun je begrip en compassie opbrengen voor
mensen die (in jouw ogen) dieren slecht, dwz
liefdeloos en onvrij (laten) behandelen?
Waar het om gaat is te zien en onderkennen dat
bovengenoemde begrippen (soms anders verwoord)
ook voor anderen van belang zijn. Iedereen wil
gewaardeerd worden en gezond blijven; iedereen
wil een redelijk inkomen. Sommigen laten vooralsnog
de belangen van dieren daaraan ondergeschikt
zijn.
Wil je met een boer of iemand die dieren gebruikt
in gesprek komen dan is het zaak om zijn neutrale
belangen op dat niveau te erkennen. Alleen wanneer
de communicatie open blijft is invloed die leidt
tot gedragsverandering mogelijk.
Intimidatie heeft een tijdelijk effect en zal
leiden tot het zoeken van wegen die onkwetsbaar
maken en verharden het dieronvriendelijke standpunt. Escalatie ligt
in het verschiet. Misstappen van actievoerders
zijn koren op de molen van de opportunistische
publiciteitsmachine, die ook nog eens wordt aangedreven
door het een oneindig veel krachtiger kapitaal.
Zolang de menselijke beschaving zich innerlijk
nog niet ontwikkeld heeft tot het punt dat iedereen
zijn neiging tot en afhankelijkheid van het gebruiken
van dieren kan loslaten zullen dieren die dit
treft een suboptimaal leven leiden.
In de aanloop tot een diervriendelijke
samenleving is het zaak om diervrije of plantaardige alternatieven
aantrekkelijk aan te bieden, te ondersteunen
of te ontwikkelen. Aantrekkelijk wil zeggen gezond,
smakelijk en betaalbaar.
Er is, naast bewustwording door informatie en eerlijke en
overtuigende argumenten, geen andere
manier om dierengebruikers te verleiden dan met
een aantrekkelijker alternatief voor de huidige
levensstijl.
Net als bij het zoeken naar creatieve
oplossingen is het handig wanneer je uit het kader
van het probleem kunt stappen en buiten het fysieke
strijdperk blijft. Liever een stap terug wanneer
je gelijk hebt dan een stap te ver om gelijk te
krijgen. Wanneer je met geweld of negatieve middelen
zoekt naar een oplossing voor mens en dier, ben
je deel van het probleem.
Zie ook: De heilloze weg en werken aan het alternatief
of de gefrustreerde dierenactiviste in het boek 'Dierenleven' van Coetzee.