Als onbekenden mij vragen waarom ik bepaalde dierlijke voedingsmiddelen laat staan, zeg ik meestal dat ik vegetariër ben.
Wanneer het om zuivelproducten gaat, voeg ik daar vaak aan toe dat ik een extra "consequente" vegetariër ben, wat men ook wel een veganist noemt.
Ik voel me wat dit betreft een feite ook een soort vegetariër.
Toch zijn er ethisch gezien wel verschillen tussen
veganisme en andere vormen van vegetarisme. In dit
artikel wil ik kort verkennen of die wezenlijk zijn.
Van alle ethische vegetariërs kan gezegd worden
dat we in principe geen dieren willen doden voor
ons voedsel. Mensen die normale kaas gebruiken terwijl
er vegetarische alternatieven zijn zonder dierlijke
stremsel, zijn in dit opzicht geen vegetariër.
Een belangrijk ethisch verschil tussen veganisten
en andere vegetariërs is echter dat de eersten
alle vormen van (fysiek) vermijdbaar diergebruik
afwijzen. "Gematigdere" vegetariërs
schrappen zoals bekend alleen producten van dode
dieren van hun menu en gebruiken daarnaast soms
zelfs leren schoenen of kleding. Hun verantwoording
luidt doorgaans dat zuivelproductie niet gepaard
hoeft te gaan met dierenleed en daarom ook gekoppeld
kan zijn aan een fundamenteel respect voor het leven
en welzijn van de betrokken dieren. Leer zou zo
ook ontleend kunnen worden aan dieren die een natuurlijke
dood zijn gestorven.
Volgens sommigen zou deze combinatie van diergebruik
met een vegetarisch respect voor dieren maatschappelijk
gezien veel levensvatbaarder zijn en daardoor ook
meer bijdragen tot het dierenwelzijn dan veganisme.
Zoveel mogelijk afzien van alle diergebruik is namelijk
veel ingewikkelder dan een lacto-ovo vegetarische
leefwijze. Bovendien zijn er geen "enge"
associaties met extremisme zodat je minder nare
reacties uit je sociale omgeving hoeft te verwachten.
Ethisch vegetarisme wordt in het algemeen bepaald
door het verlangen dieren zoveel mogelijk lijden
te besparen. Het vegetarische concept van diergebruik
impliceert dan ook dat je dieren moreel verantwoord
kunt gebruiken, d.w.z. zonder dat die dieren daar
noemenswaardig last van hebben. Is dit een reële
voorstelling van zaken? Ik kan me zeker indenken
dat sommige gevallen van het gebruik van dierlijke
producten niets te maken hebben met hun uitbuiting.
Denk bijvoorbeeld aan kippen afkomstig uit de bio-industrie
die een veilig thuis hebben gevonden bij geëngageerde
dierenvrienden. Het is absurd om te spreken van
"dierenleed" als de verzorgers van zulke
vogels hun onbevruchte eieren opeten. Iets dergelijks
geldt voor het gebruik van het stoffelijke overschot
van dieren die een volkomen natuurlijke dood zijn
gestorven.
Commerciële productie
Nu wordt het dus de vraag of lacto-ovo vegetariërs
hun producten meestal uit zo'n situatie betrekken
of niet. Natuurlijk is dit juist niet zo. In de
meeste gevallen zullen zij zogeheten "diervriendelijke"
melk en eieren kopen, afkomstig van ecologische
of biodynamische boerenbedrijven. Helaas zijn deze
bedrijven in de praktijk altijd mede afhankelijk
van het doden van overtollige dieren. Er moeten
bijvoorbeeld altijd weer nieuwe kalveren en kuikens
geboren worden en alleen de vrouwelijke dieren zijn
hiervan commercieel gezien interessant, een paar
fokmannetjes daargelaten. Als men alle dieren in
leven zou moeten houden, zou dat ongetwijfeld betekenen
dat een veeboer binnen de kortste keren failliet zou gaan.
Toen ik de research voor dit artikel deed was ik
me daar onvoldoende van bewust. Ik dacht werkelijk
dat het financieel haalbaar was om op commerciële
basis zuivel te produceren zonder daarbij de economisch
(praktisch) nutteloze mannetjesdieren af te maken.
Voor kleinschalig eigen gebruik zou dit inderdaad
niet nodig hoeven te zijn, maar dit is dan ook iets
anders dan veeteelt als bron van inkomen. Aangezien
de meeste vegetariërs zich zelf geen landbouwhuisdieren
kunnen veroorloven, zou zuivelproductie dus ook
in de meeste gevallen afhankelijk zijn van commerciële
ondernemingen en daarmee dus ook van het doden van dieren.
Hindoes hebben overigens in elk geval officieel
een oplossing gevonden voor het overschot aan mannelijke
dieren bij de melkveehouderij. Stieren worden (meestal
in de vorm van ossen) ingezet als werkdieren, zodat
hun leven "economisch rendabel" blijft.
Koeien worden slechts eens in de drie of vier jaar
bevrucht, zodat het aantal mannelijke kalfjes beperkt
is. Uiteraard hangt hier wel een prijskaartje aan:
op de website van The Sacred Cow heeft
men het bijvoorbeeld over meer dan 1,5 Britse Pond
per liter als redelijke prijs!
Dit systeem mag dan eventueel werken in India, in
het moderne westen is het natuurlijk geen optie
om grootschalig alle stieren voor de inseminatie
en akkerbouw aan te houden. Bovendien zou de ermee
samenhangende relatief "geweldloze"
zuivelconsumptie voorbehouden zijn aan de rijken.
In een land als Nederland zou de productie van betaalbare
zuivel zonder link met het afmaken van mannelijke
dieren daarom in de praktijk nooit afdoende nooit
kunnen zijn.
Uiteraard geldt dit des te meer voor leer en andere
producten van dode dieren. Het percentage leer dat
afkomstig is van dieren die een natuurlijke dood
zijn gestorven is bijna nihil en de kans dat leerproducten
niets met de slacht te maken hebben is daarmee ook
verwaarloosbaar klein.
Technologische uitweg?
Er wordt wel eens gezegd dat dierlijke producten
in de toekomst volledig kunstmatig zullen worden
gefabriceerd. Dat wil zeggen dat ze buiten de lijven
van levende dieren uit cellen worden gekweekt. Het
zal echter nog wel even duren voordat het zover
is en daarna zal het nog een hele tijd minder rendabel
zijn dan de nu gangbare veeteelt. Bovendien zullen
veel consumenten vanuit een concept van natuurlijkheid
nog lang bezwaren maken tegen dergelijke hypertechnologische
ontwikkelingen. Ook zullen er waarschijnlijk allerlei
dierexperimenten nodig zijn waarbij ongetwijfeld
veel dieren worden opgeofferd.
Maar in principe is het echt voorstelbaar dat de
meeste dierlijke producten in de supermarkt ooit
niets meer te maken hebben met slacht of gevangenschap
van dieren. Het is zelfs mogelijk dat ze daarbij
op den duur goedkoper zijn dan traditioneler vlees
of zuivel.
De aanvaardbaarheid van diergebruik
Helaas beseffen veel vegetariërs te weinig
dat consumptie van zuivelproducten in de westerse
wereld bijna nooit los van het slachten van mannetjesdieren
voorkomt. Uitgaande van de genoemde technologische
ontwikkelingen zou de nauwelijks vermijdbare onzalige
link ooit kunnen worden verbroken, maar daarbij
stuiten we dan wel op een fundamentelere vraag.
Hoe acceptabel is het eigenlijk om dieren te gebruiken
als dat niet strikt nodig is? Dieren kunnen zelf
niet kiezen voor het produceren van bepaalde voedingsmiddelen
en er wordt met opzet in hun leven ingegrepen, ook
al zou dit in concrete gevallen niet gepaard gaan
met een aanzienlijke hoeveelheid dierenleed.
Het voornaamste probleem dat ik hierbij zie is dat
het concept dat je dieren hoe dan ook in zekere
mate mag gebruiken voor je eigen genoegen terwijl
dit fysiek gezien niet nodig is voor je gezondheid
tevens aan de basis ligt van alle vormen van onrechtvaardig
diergebruik. Ook de specifiek vegetarische uitwerking
van het concept, in de vorm van diervriendelijk
diergebruik, wortelt nog steeds in een speciësistische
visie op dieren.
Let wel, ik doe hiermee niets af aan de waarde van
het lacto-ovo vegetarisme, dat hoe dan ook een enorme
verbetering betekent tegenover de "normale"
gang van zaken. Veganisten zijn en blijven een soort
vegetariërs en geen tegenstanders van het vegetarisme.
Maar wijsgerig gezien is alleen een consequente
afwijzing van onnodig diergebruik uiteindelijk echt geloofwaardig.