|
Vroeger, toen de agrarische techniek nog niet
zo ver was voortgeschreden dat een boer alles
uit zijn land kon halen wat er inzat, was
het vanzelfsprekend dat een koe zomers in
de wei liep. Deze weiden vormden ook nog eens
een onderdeel van de natuur omdat er veel
verschillende planten, vogels en dieren in
leefden. Het aantal koeien dat nooit meer in de wei loopt groeit de komende jaren veel harder dan gedacht. Over tien jaar staat de meerderheid van de koeien permanent op stal. Dat blijkt uit een rapport van CLM Advies dat de verwachtingen van boeren over beweiding heeft gepeild. In 2006 loopt nog circa 83 procent van de melkkoeien buiten. Volgens CLM, dat een enquête onder 600 melkveehouders heeft gehouden, zal in 2016 57 procent van de melkkoeien permanent worden opgestald. Met name in Flevoland lopen de koeien alleen nog binnen. Godsgeklaagd is dat boeren het op stal houden van koeien verdedigen met het argument dat het goed zou zijn voor het milieu. Een koe die niet mest in de wei, zou de milieudruk verlagen. Door de mest eerst in de stal te verzamelen zou vervolgens beter bepaald kunnen worden waar de mest uitgereden zou moeten worden. Natuurlijk is dit waar en bij een gezonde balans tussen periode op stal en periode in de wei verzamelt een veehouder voldoende mest om zijn mest af te zetten waar het nodig is. Maar de veestapel in ons land is zo groot geworden dat er mest wordt overgeproduceerd, althans meer dan minimaal nodig is voor bemesting van gewassen. In de praktijk wordt overbemest, net tot of over de grens van wat het land nog kan verwerken of wordt gezocht naar toepassingen als verbranding en energieopwekking. Daarvoor is mest niet bedoeld en dit kan zeker niet als duurzaam of milieuvriendelijk worden aangemerkt. |
Door op natuur en welzijn
te bezuinigen ziet de boer een kans om op
kostprijs van vlees en zuivel te bezuinigen
en zo meer inkomen over te houden. Een lastige omstandigheid is het feit dat
Nederland tweederde van de vlees- en zuivelproductie
exporteert. Wanneer een oplossing wordt
gekozen waarbij het voor een deel van de
boeren daarom niet aantrekkelijk is om mee
te doen, dan wordt het paard achter de wagen
gespannen. Of wanneer Nederland alleen haar
boeren zou verplichten, en het buitenland
niet, dan zou hiertegen natuurlijk verzet
komen. Dit lijkt op een patstelling. Omdat
de overproductie ook op andere terreinen
tot een patstelling leidt is een van stellingen
van Animal Freedom dat de Nederlandse overproductie
het beste gesaneerd kan worden. |
![]() |
Ondanks de grote inzet van boeren en beschermers worden de weidevogels nog steeds ernstig bedreigd. Niet alleen natuurlijke vijanden, zoals de vos, de das, buizerds, eksters en kraaiachtigen behoren tot die dreiging. Ook de mestinjecteermachines zaaien dood en verderf onder de weidevogels. De weidevogelwerkgroep Brummen, Eerbeek en Hall ziet het liefst een totaalverbod op de mestinjecteermachines en zo niet dan een injecteerverbod tussen 1 maart en 1 juli. De mestinjecteerder is een dood- en verderfzaaier op grote schaal. De gruwelijke naweeën zijn nog barbaarser dan die van de dierlijke moordenaars. Zowel direct als indirect wordt onnoemelijk veel dierenleed en schade aangebracht. Direct worden veel eieren en jonge vogels om zeep geholpen. Indirect verdwijnt het leven in de grond, waarmee ook het voedsel(pieren, larven, etc.) voor de weidevogels verdwijnt. De grond wordt steriel en de structuur verpest. Tot zover de werkgroep in de Apeldoornse Courant. |
Het zou het gemakkelijkst
zijn wanneer de boer zou worden verplicht
om een deel van zijn land ongebruikt en
ongemoeid te laten, bijvoorbeeld slootranden.
Op deze wijze kan de natuur haar eigen gang
gaan en in haar eigen tempo. Een regelgeving
kan dan bescherming voor de flora en fauna
in de meest kwetsbare tijd van het jaar.
Bijvoorbeeld geen maaien en uitdiepen van
sloten tijdens het broed- en bloeiseizoen.
Het is duidelijk dat een verdergaande investering
in natuurbeheer voor de boer een kwestie
is van onderhandeling. Meer doen dan sloten
ongemoeid laten kost tijd en moeite en iemand
zal dat moeten betalen. Een natuurlijke
weide kan een onderdeel zijn van de Ecologische
HoofdStructuur (EHS),
die ingericht wordt om planten en dieren
de mogelijkheid tot migratie te geven. Het
is óf grond aankopen en voegen bij
de EHS óf boeren betalen om de weide
natuurlijker te maken. Wie dat moet betalen
kan de overheid of de consument zijn. De
biologische sector kan als intermediair
bijvoorbeeld deze functie vervullen. De
overheid steunt deze ontwikkeling dan het
beste door de intensieve veehouderij onaantrekkelijk
te maken en domweg af te bouwen. |
De gevolgen van het ontbreken van schaduw in de wei69% van de koeien in de Nederlandse weides kan bij heet weer niet de schaduw opzoeken. Dit blijkt in 2005 uit indicatief onderzoek van Stichting Wakker Dier bij 1966 weilanden in heel Nederland. Niet alleen mensen maar ook koeien kunnen hierdoor een zonnesteek oplopen. Uit het onderzoek bleek tevens dat 66% van de schapen en 58% van de paarden de schaduw niet kan opzoeken. Koeien krijgen al bij 23 graden Celsius en 70% luchtvochtigheid last van zogeheten hittestress. Naast de directe hinder krijgen ze hierdoor uierontsteking, problemen met de vruchtbaarheid en worden ze bevattelijker voor ziektes. Wakker Dier roept boeren dan ook op om voor schaduw te zorgen in weides bijvoorbeeld door aanplant van bomen en houtwallen. Daar heeft de boer zelf ook belang bij want een koe met hittestress geeft ook minder melk wat in een warme periode al snel oploopt tot een schadepost van tientallen euro's per koe. Maar ook in de afgesloten stallen van de bio-industrie, waar feitelijk altijd schaduw heerst, ondervinden dieren veel last van de hitte, met jaarlijks sterfte van tienduizenden dieren tot gevolg. Sterfte door oververhitting is een gevolg van ongezonde snelle groei in combinatie met krappe afgesloten bio-industriestallen waar te weinig luchtverversing is. Vleeskippen zijn zo doorgefokt op snelle groei dat ze onnatuurlijk veel lichaamswarmte produceren. In bio-industriestallen zitten zo'n 20 kippen per vierkante meter zo dicht opeen dat de dieren hun warmte niet goed meer kwijt kunnen. Op een warme zomerdag sterven tienduizenden kuikens extra door oververhitting. Wakker
Dier pleit al jaren voor opvolging van het
advies van de Gezondheidsdienst voor Dieren
om de bezetting in de stallen in de zomer
te verlagen. |
![]() |