We kennen in het Nederlands het woord "donquichotterie" dat via het Frans verwijst naar de roman "Don Quijote (oorspronkelijke spelling:
Quixote) de La Mancha" van Miguel de Cervantes Saavedra.
Donquichotterie betekent volgens het woordenboek: onpraktisch-idealistische handelwijze en het is natuurlijk afgeleid van de dromerige ridderlijke idealen van genoemde eerste echte romanheld.
Het is interessant om vast te stellen in welke tijd Cervantes zijn boek geschreven heeft.
Dit was in de 17e eeuw: de renaissance was al achter de rug en de middeleeuwen waren al helemaal geschiedenis.
Net zoals velen tegenwoordig graag kijken naar een serie gebaseerd op de romans van bijvoorbeeld Jane Austen en naar aanleiding daarvan "zelfs" haar boeken zelf gaan lezen, zo waren in de 17e eeuw in Spanje de zogeheten ridderromans sterk in trek.
Dit waren epische vertellingen waarin de hooggestemde idealen van de caballeros werden verheerlijkt, inclusief de hoofse liefde en de erecode van de riddercultuur.
In de tijd van Cervantes waren de ridderromans een manier om te ontsnappen aan de veel prozaischere en banalere werkelijkheid van alledag.
De schrijver bouwde om dit thema een complexe roman heen met allerlei lagen.
Een van de bekendste lagen is natuurlijk de gegrepenheid van Don Quichot door de ridderromans die veel verder gaat dan een
gebruikelijker dwepen binnenskamers.
Quichot is een van de eerste "wannabies" uit de wereldliteratuur.
Hij identificeert zich tot in een waanzinnige mate met de figuren uit zijn "libros de caballeria" en verliest daarbij de realiteit volledig uit het oog.
Zijn idealen zijn niet alleen moeilijk bereikbaar in de praktijk maar ze zijn in zijn geval zelfs helemaal onttrokken aan nuchtere correctie door de werkelijkheid.
Daarmee is de vertelling die grotendeels komisch van toon is uiteindelijk ook een tragische roman.
Pas op zijn sterfbed ziet Don Quichot in hoe dwaas hij was om ideaal en werkelijkheid met elkaar te verwarren.
Tegenover de tragikomische en daardoor voor
de meeste lezers zeer sympathieke figuur
van Don Quichot plaatst Cervantes de al even aantrekkelijke dienstknecht
Sancho Panza, een dik, toegewijd boertje dat zeer
hedonistisch is ingesteld (Panza = pens).
Typerend voor Sancho zijn met name de talloze spreekwoorden die hij te
pas en (meestal) te onpas ten beste geeft. Hij staat voor
volkse cliché-wijsheid die in feite
meer zoden aan de dijk zou zetten dan de
donquichotterie van zijn meester.
We leven niet meer in de 17e eeuw maar
ook nu weer is er sprake van een periode
die vanuit het heersende gezichtspunt gezien
wordt als achterhaalde romantiek. Ik doel
daarmee op de idealistische jaren '60 en
'70. De mensen die nog steeds proberen
te leven naar de idealen van die periode
worden gezien als "losers" die door de
tijd achterhaald zijn. Dit geldt nog ruimer
voor mensen met radikaal-linkse ideeën.
Neoliberale denkers zoals Fukoyama gaan
er vanuit dat het kapitalistische systeem
al praktisch overal gewonnen heeft en dat
er in die zin bijna een einde is gekomen
aan de geschiedenis, dat wil zeggen aan
de strijd tussen grote politieke stromingen.
Binnen de alternatieve, maatschappijkritische
kringen is er een groep die extra hard in
de rol van Don Quichot gedrongen wordt:
de consequente voorvechters van dierenrechten,
en dan met name de "extremisten"
daarbinnen, de veganisten.
Onze idealen zouden veel te dromerig zijn
en in feite nooit gehaald kunnen worden.
In plaats daarvan zou het beter zijn om
zich als een Sancho Panza te schikken en compromissen
te sluiten die de maatschappelijke realiteit
niet wezenlijk aantasten. Om te klinken
op minuscule verbeteringen van huisvestingssystemen
en afschaffing over een x aantal jaren van een paar
industriele takken van geïnstitutionaliseerde
dierenmishandeling.
Don Quichot zal zijn idealen nooit verwezenlijken.
Hij kan alleen in de waan blijven verkeren
dat hij strijdt voor een haalbare zaak of
wakker worden. Maar is dit de juiste kijk
op idealisten in de context waarin we tegenwoordig
leven? Er zijn genoeg denkers en groeperingen
die zich met steekhoudende
argumenten verzetten tegen paternalistische
ridiculisering van strijd voor maatschappelijke
alternatieven. Zo is er Noam Chomsky die
aantoont dat het beeld dat we van de wereld
voorgeschoteld krijgen door de media sterk
vertekend wordt door gevestigde belangen.
Peter Singer die een lans breekt (alleen in
die zin net als Quichot) voor dierenrechten.
En radikaal-linkse groeperingen die zich
verzetten tegen een "mythe
van het linkse ongelijk" waarin
elk socialistisch en anarchistisch gedachtengoed
wordt geassocieerd met het marxisme-leninisme.
Binnen het kader van dit Passie-project
denk ik dat het tijd wordt voor een doorbreking
van de "quichottisering" van alternatieve
gezichtspunten. Dat geldt zeker ook voor
de beeldvorming van voorvechters van dierenrechten.
In plaats van het archetype van Don Quichot,
die een karikatuur is van de oude ridders,
zou men wat dat betreft bijvoorbeeld terug
kunnen grijpen op een ouder archetype. Dat
van Koning Arthur bijvoorbeeld die met zijn
tafelronde strijdt tegen onrecht (een beeld
dat overigens al te lang gemonopoliseerd
is vanuit een ultrarechtse hoek). Vanuit
een soort heilig, passioneel besef van goed
en kwaad. Een gevoel dus dat meer respect
verdient dan alleen het geamuseerde mededogen
dat Don Quichot ten deel valt.
Auteur Titus Rivas.