"Somebody who say's happiness is not for sale,
forgot about puppy's." Ieder jaar weer, worden
duizenden mensen op slag verliefd op een lieve, kleine
aandoenlijke puppy. Maar achter deze ogenschijnlijk
leuke handel schuilt een groot geheim. Een geheim dat
eigenlijk het daglicht niet kan verdragen. Een bloemlezing
omtrent ontwikkelingen op Nederlandse regelgeving en
een weergave van de wreedheden welke er in Nederland
en andere landen nog steeds plaats vinden tegen "Onze
trouwste vriend". |
Tekst: Jolanda Scharroo Interregionaal Milieuteam Zuid/West, Politie Rotterdam-Rijnmond Namens de werkgroep regelgeving van Politie,
Dier en Milieu. |
leder jaar weer, worden duizenden mensen op slag verliefd
op een lieve, kleine puppy.
Vaak zijn het miserabele omstandigheden waar fokteven
in leven. |
Er wordt flink gehandeld in de puppy
branche. Uit cijfers van de Dierenbescherming Nederland
blijkt dat op zijn minst jaarlijks maar liefst 50.000
puppies een baas krijgen. Dit zijn echter slechts de
geregistreerde honden. Het is niet duidelijk hoeveel
honden er precies bij de zogenaamde malafide fokkers
verhandeld worden per jaar. Wat men wel zeker weet
is dat het in ieder geval meer zijn dan de 50.000 honden
die in de reguliere handel van baas verwisselen. In
de puppy branche verschillen vraag en aanbod nogal.
Te denken valt aan de tv-serie Commissaris Rex waar
een Duitse herder de hoofdrol speelt, of aan een aandoenlijke
reclame waar een puppy labrador de hoofdrol speelt.
De vraag naar bepaalde rashonden kan op een gegeven
moment zo groot worden dat er nauwelijks meer aan voldaan
kan worden. Tenminste niet door de reguliere fokkers.
Veel mensen hebben doorgaans niet het geduld te wachten
op zo'n rashond en kiezen vaak voor snellere alternatieven. |
De Nederlandse handel in honden
Een raszuivere hond is niet goedkoop.
1000-1500 euro voor een pup is geen uitzondering. Indien
men een pup wenst via een pupbemiddeling van een rasvereniging
heeft men te maken met vaak lange wachtlijsten. Een
handelaar kan snel en goedkoop pups aanbieden. Wat
veel mensen niet weten is het dierenleed wat vaak schuil
gaat achter deze handel. Een handelaar, kan zo snel
leveren, omdat de fok in feite neer komt op massaproductie.
Er zijn fokbedrijven alwaar zeker zo'n 200 fokteven
worden gehouden, die aan de lopende band nestjes afleveren.
Fokteven zijn dan broedmachines geworden. De pups worden
door handelaren opgekocht, waarna ze via internet en
advertenties in bijvoorbeeld kranten verkocht worden.
Vaak zijn het miserabele omstandigheden waar deze fokteven
in leven. In principe kan een teef twee keer per jaar
een nestje krijgen. Als zulke honden na een aantal
jaren pups baren, commercieel niet meer interessant
zijn, bijvoorbeeld omdat ze minder jongen krijgen of
simpelweg omdat het ras "uit" is, lijkt
het erop, volgens inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming,
dat deze teven gewoonweg "verdwijnen".
De prijzen voor een zogenaamde rashond liggen tussen
de 200-500 euro. Aanzienlijk goedkoper dus. Echter
uit onderzoek is gebleken dat uiteindelijk de kosten,
na vele malen dierenarts bezoek, heel veel hoger komen
te liggen. En dat is als de pup dan nog in leven is.
Uit cijfers van de Dierenbescherming Nederland blijkt,
dat maar liefst 60 tot 70 procent van de honden/puppies
iets mankeert. Dit kunnen lichte aandoeningen zijn,
maar in één op de tien gevallen gaat
het om een serieuze afwijking. Veel pups krijgen de
noodzakelijke inenting tegen bijvoorbeeld parvo en
hondenziekte niet. Verder zijn de leefomstandigheden
van de honden ronduit slecht. Veel te kleine erg vieze
hokken, te veel honden in een te kleine ruimte, geen
frisse lucht en bovenal geen aandacht. De meest voorkomende
problemen bij puppies gekocht van een malafide fokker
zijn:
- parasieten als oormijt en wormen;
- luchtwegproblemen in de vorm van kennelhoest of
bronchitis;
- ernstige diarree en darmproblemen, het gevolg
van een virusinfectie, zoals de ziekte parvo;
- ernstige ondervoeding;
- (op latere leeftijd) aandoeningen aan gewrichten,
poten, botten en spieren.
Vaak zijn die afwijkingen
rasgebonden. Gezondheidsverklaringen
die met de honden worden meegeleverd, kloppen vaak
niet. |
Internationale handel in honden
Tegenwoordig worden er ook veel hondjes
uit het buitenland gehaald. Waarbij landen als Tsjechië en
Hongarije een belangrijke rol spelen. De puppies worden
per nest opgekocht. Door de Europese eenwording is
de controle bij de grenzen minimaal.
Deze import uit Oost-Europa is echter niet verboden.
De omstandigheden waarin bijvoorbeeld het transport plaats
vindt zijn schrijnend te noemen.
De pups worden op veel te jonge leeftijd bij de moeder
weggehaald, wat de weerstand niet ten goede komt. Meestal
hebben deze pups ook geen enkele enting gehad. Hierdoor
wordt de kans nog groter dat er virale infecties optreden
als hondenziekte en Parvo. |
Gedragsproblemen en erfelijke belasting
Omdat de puppies niet meer hebben gezien dan de bak
waarin ze geboren zijn, hebben de meeste van deze honden
diverse gedragsproblemen. Deze gedragsproblemen worden
verklaard door slechte socialisatie bij de fokker.
Tevens is er sprake van slecht
doordachte fokprogramma'sen inteelt. Hierdoor hebben zeer veel pups een erfelijke
belasting, zoals heupdysplasie en hartafwijkingen. |
Zieke dieren
Vroeger was het verkopen van een ziek dier verboden.
Sinds 2003 vallen zieke dieren onder het Besluit verkoop
en garanties voor consumptiegoederen. Kortom een dier
is hierdoor gelijk gesteld met een voorwerp. De wet
bepaalt nu dus dat een koper een halfjaar garantie
heeft op een hond. Met andere woorden een koper heeft
recht op een vervangende hond dan wel geld terug als
een hond "niet goed functioneert". Maar ja de meeste mensen
hebben na de aanschaf natuurlijk al een emotionele
band met een hondje. Na overlijden moeten de kopers
aan kunnen tonen dat het hondje bij aanschaf al ziek
was. Een onbegonnen zaak natuurlijk, los van de emotionele
schade die een hoop mensen overhouden na het zo vroeg
verliezen van een jonge hond. |
Handhaving
Wat biedt de Nederlandse wetgeving nu
voor middelen om deze malafide fokkers te bestrijden.
De Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren (GWD) geeft
een aantal algemene richtlijnen waar mensen zich aan
moeten houden, voor wat betreft het houden van dieren.
Hieronder volgt een korte bloemlezing van een aantal
artikelen welke gebruikt kunnen worden in de handhaving
van de honden fokkerij. Bijvoorbeeld artikel 36 GWD,
het is verboden om "zonder redelijk doel of niet
overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig
doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te
veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van
het dier te benadelen".
De formulering "zonder redelijk doel of met overschrijding
van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar
is" maakt dat alleen een rechter per geval zal kunnen
uitmaken wanneer wel of niet sprake is van dierenmishandeling. |
In artikel 37 van de GWD staat dat het de houder van een
dier "verboden is een dier de nodige verzorging
te onthouden".
In artikel 55 van de GWD staat onder andere dat; bij of krachtens Algemene Maatregel
van Bestuur regelen worden gesteld over het fokken met dieren van bij die maatregel
aangewezen soorten of categorieën van dieren. Met andere woorden de regels
voor wat betreft het fokken met dieren staan nader omschreven per diersoort in
een AMvB.
Het AMvB dat, voor wat betreft honden, wordt bedoeld in artikel 55 van de GWD,
is het Honden en Kattenbesluit 1999. In artikel 2 van het Honden en Kattenbesluit
staat, dat het verboden is om honden te verkopen, tenzij wordt voldaan aan de
eisen gesteld in het Honden en Kattenbesluit. In artikel 19 van het Honden en
Kattenbesluit staat dat, een teef slechts 1 nest per jaar mag hebben.
In artikel 20 staat dat er binnen 7 weken na de geboorte van een hond, in een
bedrijfsinrichting of asiel, een hond wordt voorzien van een uniek identificatiemiddel.
Volgens dit besluit is een uniek identificatiemiddel een tatoeage op de binnenkant
van het oor dan wel een transponder in het midden van de linkerzijkant van de
hals of dorsaal tussen de schouderbladen. Volgens artikel 23 van het Honden en
Kattenbesluit is de houder van een inrichting verplicht zijn administratie op
vastgestelde kalenderdagen te rapporteren.
Hierdoor is het mogelijk om samen niet de identificatiegegevens vast te stellen
waar bijvoorbeeld een fokteef is gebleven.
Als men dit zo leest zou je zeggen dat het een en
ander best handhaafbaar is. Aan de hand van identificatiemiddelen
is iedere hond traceerbaar, mede door het bijhouden
van een administratie wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel
honden en aan wie deze verhandeld zijn. Al met al goed
geregeld zou je zeggen. Echter op 24 maart 2004 publiceerde
minister Veerman in de Staatscourant de Vrijstellingsregeling
dierenwelzijn. Hierin staat dat de beheerder van een
bedrijfsinrichting of een asiel is vrijgesteld van
de bepalingen zoals gesteld in artikel 20 en 23 van
het Honden en Kattenbesluit. |
De gevolgen van het afschaffen van de chip-verplichting
Door het opheffen van de chip-verplichting is het
bijvoorbeeld voor mensen die verhaal willen halen bij
een dubieuze fokker bijna onmogelijk geworden dit te
doen. Ook zullen fokkers en tussenhandelaren niet meer
traceerbaar zijn. Hierdoor wordt het opsporingsdiensten
onmogelijk gemaakt netwerken van illegale hondenhandelaren
en fokkers in beeld te brengen. Volgens minister Veerman
is de identificatie/ registratie van dieren nog steeds
verplicht. De inrichtingen mogen zelf de nummers geven
aan de dieren. Hoe men deze nummers geeft staat dus
niet meer vastgesteld. Als men op een halsband een
naam of een nummer schrijft voldoet men ook al aan
de wet. Logischerwijs "verliezen" een
hoop honden deze halsband en krijgen ze weer een nieuwe.
Hierdoor is het voor handhavers niet meer mogelijk
te bepalen, waar een pup vandaan komt. Met andere woorden,
de handelaar kan weer rustig niet gechipte, waarschijnlijk
buitenlandse pups bestellen. Want controle hierop is
bijna niet mogelijk. |
Aanbevelingen
De handel in puppies blijft financieel erg aantrekkelijk.
De minister is nog steeds van plan het Honden en Kattenbesluit
1999 in zijn geheel af te schaffen. Dit omdat hij dit
besluit maar een administratief kostbaar geheel vindt.
Dit voorjaar zal de afschaffing van het HKB 1999 in
de kamer behandeld worden.
Door de afschaffing van de chip-verplichting in 2004
wordt de handel door malafide fokkers in de kaart gespeeld.
Zoals gezegd zijn de "vegen nu vrij om honden
vanuit Oost-Europa te importeren zonder de juiste en/of
valse papieren. Eenmaal bij de Nederlandse handelaar
worden de honden voorzien van een nummer. Dit nummer
wordt nergens aan gerapporteerd en is alleen bekend
bij de betreffende handelaar. Hierdoor is geen enkele
controle mogelijk op deze dieren. En dan de slechte
huisvesting van de dieren. Als de opgelegde straffen
zo belachelijk laag blijven dan zullen de handelaren
hier slechts hard om lachen. Met de verkoop van een
paar hondjes is deze boete snel weer terug verdiend.
De maximale straf, op een dier de nodige verzorging
onthouden, is voor een bedrijf 11.250 en voor een particulier
4500,- en/of een maximale hechtenis van 6 maanden.
In de praktijk worden deze boetes dus nooit gegeven.
Gemiddeld is de geldboete voor een dergelijk feit rond
de 695,-.
Voordat een handhavende instantie dieren in beslag
mag nemen, moet de situatie wel heel erg ernstig zijn.
Vaak blijft het dus bij het opmaken van proces-verbaal
en blijven de puppies dus gewoon in het bedrijf en
kan de verkoop normaal doorgang vinden.
Naar Engels voorbeeld zou het voor de dieren het beste
zijn dat iemand bij recidive een zogenaamd houdverbod
op dieren krijgt. Hierdoor zou het een stuk gemakkelijker handhaven zijn en men kan een recidivist veel harder
en sneller aanpakken.
Kortom om de malafide hondenhandel effectief te kunnen
bestrijden moet de overheid ook haar verantwoording
nemen. De huidige regering is van mening dat niet alles
in Nederland van overheidswege geregeld moet worden.
Zo denkt het kabinet Balkenende de verantwoordelijkheid
voor het welzijn van honden bij de sector zelf, dus
bij de fokkers en handelaren, te kunnen leggen. Mijns
inziens is dit niet reëel, zolang er zoveel geld
te verdienen valt in deze branche, en zolang er broodfokkers zijn, zullen de honden er onder lijden. |
Literatuurlijst
- De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.P. Veerman, Den Haag, 24 maart 2004, Vrijstellingsregeling
dierenwelzijn
- De Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren,
Den Haag, 24 september 1992, Vermande
- Het Honden
en Kattenbesluit 1990, Den Haag 11 januari 1990,
Vermande
- Regeling uitvoering Honden- en kattenbesluit
1999. Den Haag, Vermande
- Mr. W. van de Giessen, 2004, Nederlandse Vereniging
tot Bescherming van Dieren, Zwartboek malafide hondenhandel
2004
|
|