Het welzijn van de hondNaast de lichamelijke problemen die ontstaan bij het fokken, zijn er nog andere nadelige gevolgen voor het welzijn van de hond. De mens stelt allerlei eisen aan de hond, waardoor de hond zijn natuurlijke gedragingen niet kan uiten. Hierbij valt te denken aan:
EtenDoor de baas wordt bepaald wanneer, hoeveel, hoe vaak en wat voor eten het krijgt. UitlatenHet baasje bepaalt waar, hoe vaak en hoe lang het dier uitgelaten wordt. Het wordt uitgelaten op het moment dat het een baasje past. Vaak moet het dier dan ook nog aan de lijn gehouden, waardoor het in zijn beweging wordt beperkt. BewegingHet komt vaak voor dat de hond in het huis weinig ruimte heeft om zich vrij te bewegen. Overal staan meubels en obstakels en de kamer is van zichzelf al klein. Een hond is van nature gewend om veel te kunnen rennen en spelen. AandachtEr wordt alleen aandacht aan hem geschonken op het moment dat het het baasje uitkomt. Natuurlijk vindt er hierbij wel interactie plaats tussen de hond en de baas, maar als de baas geen zin heeft, dan krijgt het geen aandacht. Sociaal gedrag De hond is een sociaal dier. Het is gewend om een plaats te hebben in een groep. Wanneer de hond bij een gezin in huis wordt opgenomen, is het de bedoeling dat het op de laagst mogelijke sociale plaats komt te staan. Niet alle honden accepteren dat vanzelf, waardoor conflicten ontstaan en het soms (vooral bij kinderen) uit de hand loopt. Sexueel gedrag Het onderdrukken van sexueel gedrag valt onder de opvoeding van een hond, omdat dit natuurlijke, maar voor de mens negatieve, gedragingen tot gevolg heeft. Denk hierbij aan oprijden tegen mensen, opgewondenheid en achternalopen van honden. Natuurlijk is er sprake van interactie tussen hond en mens, maar er is hier voornamelijk sprake van één-richtingsverkeer, de mens bezit het dier, is leider en beslist. Hoewel er genoeg mensen zijn die het beste met hun hond voorhebben, doet dit niks af aan het feit dat uiteindelijk de mens zijn wil oplegt aan de hond. De hond wordt in bijna al zijn natuurlijke gedragingen en behoeftes door de mens beperkt en moet zich aanpassen aan de "behoeftes" van de mens. In een natuurlijke omgeving wordt een hond ook beperkt door zijn plaats in de rangorde van de groep. Bij de mens zijn deze aanpassingen extremer. Een hond zal in de natuur lang niet altijd de laagste in de rangorde zijn, zoals bij de mens nu wel het geval is. Ze zitten bijvoorbeeld niet aan de lijn waardoor hun beweging meer wordt beperkt, kunnen ten alle tijde hun behoefte doen en hebben veel meer sociale interactie met soortgenoten. |
Dit artikel is onderdeel van een serie aspecten rond de aanschaf van een huisdier. |